Boswachterij Westerschouwen is één van de weinige plekken in Nederland waar je nog kunt verdwalen
Vroeger moest je een kaartje kopen om een wandelingetje door de Boswachterij Westerschouwen te kunnen maken. Nu kom je er gratis binnen en is er vaak ook nog van alles en nog wat te doen.
Door Esme Soesman - PZC
Ooit moeten mannen er zich een breuk hebben getild. Om de grote stuivende kale vlakte, die nu bekend staat als Boswachterij Westerschouwen, vol te zetten met bomen. Zaterdag was het er vooral feest. De jaarlijkse Boswachtersdag stond in het teken van het 120-jarig bestaan van Staatsbosbeheer.
Spookhuistouw
Stap voor stap trekken neef en nichtjes Mels (10) en Floor (7) uit Arnhem en Sara (11) en Tess (8) uit Rotterdam geblinddoekt door het bos. Met als enige houvast het spookhuistouw, dat hen over en langs bomen en ook af en toe dwars door een spinnenweb loodst. ,,Best een beetje eng”, geven ze direct toe. Toch is dat nou net precies wat het viertal zo leuk vindt aan het grootste bos van Zeeland. ,,Er wordt hier altijd heel veel georganiseerd. Dat is superleuk.” Ze komen er regelmatig omdat opa en oma een huis in de buurt hebben. Zat zijn ze het nooit. ,,Vakantie heb je om uit te rusten. En dat doe je niet door alleen maar te gamen. Dat doe je juist door lekker buiten te rennen en nieuwe dingen te ontdekken”, vindt Sara.
Te ontdekken valt er genoeg. Boswachter Alex kettingzaagt ter plekke imposante beelden. Er worden broodjes gebakken boven vuur en er zijn excursies langs paddenstoelen en naar het strand. Boswachter Eddie laat zien hoe je vogels prepareert. Dat doet hij in het opzichtershuisje waar vroeger entreekaartjes werden verkocht. Want dat bos, dat jaarlijks meer dan een miljoen mensen trekt, mocht je ooit niet zomaar binnen.
Woeste gronden
Staatsbosbeheer werd 120 jaar geleden opgericht om woeste gronden in Nederland, waar stuifzand vrij spel had, met aanplant van bomen te beteugelen. Veel dennen waren het toen, weet boswachter Marijke Lieman. Die bomen waren geschikt voor de mijnbouw omdat dat hout kraakt en zo mijnwerkers waarschuwde als een schacht op het punt van instorten stond. De Excursieschuur, nu fijn ontmoetingspunt, was in de begintijd van de boswachterij de werkschuur van arbeiders. Het betegelde voetpad dat er nog altijd ligt, maakte dat de mannen sneller op hun werkplek konden komen.
Pas in 1928 werd Staatsbosbeheer ook een natuurbeschermingsorganisatie. Inmiddels is Staatsbosbeheer bij het grote publiek ook bekend van de vele excursies en andere activiteiten die een jaarrond in onder meer het bos (,,Met dank aan onze vrijwilligers. Die doen álles en ze doen het nog goed ook!”) worden georganiseerd. Boswachter Marijke Lieman: ,,Beleving is héél belangrijk. Omdat je natuurbeheer alleen in stand kunt houden als je het deelt met mensen. Als mensen niet van de natuur houden, dan is dit er niet meer over 100 jaar. We moeten er voor zorgen dat mensen van jongs af aan iets met natuur krijgen. Dat wordt wel steeds lastiger. Er zijn kinderen in steden die nog nooit in een bos zijn geweest.”
Taaie kost
Was natuur vroeger nog taaie kost, tegenwoordig hoeven kinderen niet per se vogel- en paddenstoelnamen te kunnen opdreunen. ,,Beleven is voelen, ruiken, proeven en ervaren. De natuur waarderen en leren dat het kostbaar is. Dit is een prachtig bos. Mensen verdwalen hier soms. Fantastisch dat er nog een plek is in Nederland waar je kunt verdwalen. Dat is heerlijk toch?”
geef een reactie