www.boswachtersblog.nl/ Biesbosch

Een dagje op het Haringvliet

27 augustus 2017 Boswachter Jacques van der Neut in Biesbosch

Op een mooie zonnige dag in augustus verwissel ik het vaarwater van de Biesbosch maar eens voor de weidsheid van het Haringvliet. Toen ik vele jaren geleden bij Staatsbosbeheer in dienst kwam was dit tenslotte mijn eerste werkgebied. Langs Tiengemeten, naar Den Bommel en Stad aan het Haringvliet.

Op de Ventjagersplaten veel rustende vogels zoals honderden knobbelzwanen en lepelaars. Vanaf het water heb je goed zicht op Flakkee waar (helaas) de nodige infrastructuur in de vorm van hoogspanningskabels, zendmasten en windturbines is bijgekomen. Via de Westplaat Buitengronden (bij Middelharnis) en de Slijkplaat komen we terecht bij de Scheelhoek. De Haringvlietsluizen domineren er de einder. De betonnen waterkering gaat in 2018 op een ‘kier’, waardoor het westelijk deel van het Haringvliet een brak karakter zal krijgen. Op dit moment huizen er in dat deel van het benedenrivierengebied uiteraard ook bevers, die door het invloed van het brakke water, straks zeer waarschijnlijk de kuierlatten zullen nemen en bovenstrooms in ‘het zoete’ zich weer opnieuw zullen moeten vestigen.

Op de Ventjagersplaten rusten tientallen lepelaars. (foto: Jacques van der Neut)

Stenen kribben
Als we onder de Haringvlietbrug varen zien we de stenen kribben van de Ventjagersplaten. Langzamerhand zijn die stenen weringen begroeid geraakt. In de spontaan opgeslagen bomen huist een aalscholverkolonie, waar we in de verwaaide nesten nog enkele (dons)jongen ontdekken. De boompjes zien er verfomfaaid uit en dat is geen wonder. Zeker met een goede noordwestenwind krijgen ze de volle laag. Een aantal nesten is hier en daar opgesierd met ingewaaide, repen papier. Op het uitgestrekte, ondiepe water dobberen veel knobbelzwanen die hier massaal naar toe komen om de veren te ruien. Op zandplaten rusten tientallen lepelaars. Een mooi gezicht. De vogels poetsen massaal hun veren. Tussen deze bijzonder gracieuse vogels ontdekken we meerdere juveniele exemplaren, met zwarte wingtips aan het eind van de lange, smalle vleugels. Over stuurboord zijn de contouren van het riviereneiland Tiengemeten al enige tijd te zien. Dit riviereneiland is in beheer bij Vereniging Natuurmonumenten. In een rij afstervende populieren, aan de zuidkant van het eiland, ligt het nest van een stel zeearenden. Afgelopen voorjaar waren er twee zeearenden druk mee in de weer, maar tot nestelen kwam het dit keer nog niet. In zo’n geval is er zeer waarschijnlijk sprake van een nog te jonge partner, waardoor zo’n kunstje nog niet helemaal lukt. Maar volgend jaar is zo’n zeearend weer ouder en wie weet lukt het dan wel. Na Den Bommel en Stad aan ’t Haringvliet, volgt Middelharnis, met de Westplaat Buitengronden. Een deel van het grasland is hier afgegraven en onder invloed gebracht van het buitenwater. Op ondiepten rusten tientallen kemphanen, bergeenden en kieviten. Tussen al die vogels tel ik 22 casarca’s, een eendensoort die in toenemende mate in Nederland wordt waargenomen, met de grootste aantallen in de zomer. Bij een deel van deze vogels gaat het vermoedelijk om ontsnapte exemplaren uit collecties en vogelparken, of nazaten daarvan. Casarca’s trekken graag op met nijlganzen.

 

In 2018 gaan de Haringvlietsluizen op een kier. De aalscholvers kunnen niet wachten… (foto: Jacques van der Neut)

De Kier
Als we bij de Slijkplaat arriveren, gaan lepelaars, kleine zilverreigers, kuifeenden en krakeenden er halsoverkop vandoor. Op de oostelijke punt van dit eiland lopen twee mensen. Een stukje verderop ligt hun op het droge getrokken kano. Toen ik hier voor het eerst kwam (eind jaren ’70) bestond de Slijkplaat uit een complex van zandplaten. Om erosie te voorkomen bracht Rijkswaterstaat jaren daarna stenen dammen aan. Nu vertoont de Slijkplaat door opslag een overheersende groene kleur, met een dominantie van bloeiende guldenroede. De einder wordt gedomineerd door de Haringvlietsluizen, deze betonnen waterkering gaat in 2018 op een kier, waardoor het westelijk deel van het Haringvliet brak zal worden. In dit deel van het benedenrivierengebied hebben zich inmiddels ook bevers gevestigd; er liggen rond het Haringvliet ongeveer tien burchten. De bevers die in het westelijk deel van het Haringvliet verblijven, zullen door het brakke water straks aan hun stutten trekken en bovenstrooms, ‘in het zoete’, zich weer opnieuw moeten vestigen.   

reageren

geef een reactie

  • Aat de Man
    28 augustus 2017 om 10:00

    Interessant artikel Jacques, Kan je misschien iets meer vertellen over de te verwachten getijden in de Biesbosch, na opening van de Kier.

  • Peter Gevers
    28 augustus 2017 om 00:26

    Mooi artikel Jacques, bedankt!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog