www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Bij het Staatsbosbeheer afscheid van Frans Vera

1 maart 2012 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Sinds eind negentiende eeuw zijn generaties scholieren en studenten opgegroeid met het beeld dat grote delen van Europa vroeger, zeg voordat de eerste permanente nederzettingen ontstonden, uit een aaneengesloten bos bestonden. De spreekwoordelijke eekhoorn zou tussen het Haagse Bos en Bialowieza van kruin tot kruin hebben kunnen hoppen zonder ooit de grond op te hoeven.

Een van de mensen die probeert dit beeld te ontkrachten is Frans Vera. Hij gelooft sinds zijn dissertatie (1997) dat het Europese landschap na de ijstijden (en dus voor grootschalige menselijke bemoeienis) er parkachtig uitzag, met boomgroepen en ‘bosweiden’. Alles in een dynamische afwisseling omdat bijvoorbeeld door de invloed van herbivoren de clumps van bomen weer degenereren tot graslanden.

Beide theorieën gaan uit van hoe bosverjonging verondersteld wordt te werken. De gesloten bos aanhangers gaan er vanuit dat bijvoorbeeld door bliksem of storm open plekken ontstaan waar allerlei (lichtminnende) soorten een kans krijgen. Vera vindt die redenering niet toereikend. Hoe zou de eik dan moeten overleven? Die zou door sneller groeiende beuken volledig in de schaduw gesteld worden en sterven.

Vera stelt dat in zijn parkachtig bosbeeld, verjonging plaatsvindt tussen stekelige planten in de open delen. Daar, goed beschermd tegen de gretige tong van de grazers, kunnen zaden en vruchten ontkiemen. Zo’n plek kan dan weer uitgroeien tot een boomgroep die weer kan vervallen tot grasland.

Bovenstaande is natuurlijk ‘in grote stappen snel thuis’. Terwijl er nog hevige debatten woeden die met veel verfijnder argumenten worden gevoerd dan ik hier kan bloggen.

Het interessante nu is dat Engeland landschappen kent die er min of meer zo uit zien als het oer-mozaiek van Frans. Vooral in de soms 1000 jaar oude ‘deer parks’ kun je zo’n afwisseling van open en gesloten delen aantreffen. De grote vraag is uiteraard of de deer parks een voortzetting zijn van een ‘natuurlijk’ landschap – of niet.

De geleerden zijn er niet over uit. Ik ook niet. Maar er eens gaan kijken is een goed begin. Met Frans was ik ooit in The old deer park op Chatsworth, een van de belangrijkste huizen van Engeland. Het is alsof je een schilderij van Claude Lorrain binenstapt. Zó harmonieus is het geheel van huis, tuin, park en borrowed landscape.

En dan de eiken in het deer park, ergens tussen de 500 en 900 jaar oud!

Eeuwenoude eiken op Chatsworth
Frans Vera in holle eik, Chatsworth
Blogger bij eik op Chatsworth; “de mijne is groter!”

Volgde de kunst hier de natuur of wordt de natuur de regels der kunst opgelegd?

Dát is het leukste gesprek met Frans. Weet Frans dat dit gesprek ook plaatsvindt op een ander great estate? Sissinghurst! Daar probeert Adam Nicolson niet alleen de wereldberoemde kasteeltoren te beheren maar ook een levend landschap met veeteelt en akkerbouw (weer) op gang te krijgen. In het prachtige boek dat hij hierover schreef, noemt hij ‘the brilliant Dutch forest ecologist Frans Vera’. Met Frans’ boek in de hand bekijkt hij zijn landschap met oeroude weald.

Nicolson: ”if I walk out from Sissinghurst, across the Park, into the wood, and out again into the pasture fields beyond it, where the oaks grow spreadingly in the light, I may well be walking through a place whose condition is rather like it was five thousand years ago.”

Maar wie is Adam Nicolson? Dat is de kleinzoon van de formidabele Vita Sackville-West! (Die ‘model’ stond voor Orlando van Virginia Woolf). Zelf schreef ze ook. Zoals The Land uit 1926, waarin een angstaanjagend stuk over het donkergroene woud…

Wat zou het geweldig geweest zijn om Vita te zien duelleren met Frans!

reageren

geef een reactie

  • BuitenPlaatsen
    29 december 2013 om 14:28

    […] Frans Vera heb ik vaak gewaarschuwd als hij terugkwam van een trip naar het museum, stapeltje kunstkaarten in de hand. Meestal van schilderijen van Vlaamse en Hollandse meesters uit de zestiende en zeventiende eeuw. ”Kijk”, zei hij dan, “op al die schilderijen zie je een mozaïek van boomgroepen en bosweides. Zo zag het landschap er toen dus uit.” “Nee”, zei ik dan. “Het zou kunnen dat het er zo uitzag maar er is ook nog zoiets als schilderkunstige vrijheid. De maker componeert en verbeeldt meer dan dat hij topografisch correct weergeeft.” En nu ga ik toch hetzelfde als Frans doen. In Lissabon zag ik een tentoonstelling over het Noordelijke landschap. De hele expositie was samengesteld met bruiklenen uit het Prado. En bij dit schilderij van Jan Brueghel de Oude (circa 1620) kon ik er niet omheen. Ik zag inderdaad een landschap waarin open, grassige stukken en clumps van bomen elkaar afwisselen. Precies zoals Frans vermoedt dat een natuurlijk landschap er ook uitzag. Dus van voor dat de mens zich er intensief mee bemoeide. Dat zo’n zestiende of zeventiende eeuws landschap daar nog steeds op kan lijken komt omdat de rol van bijvoorbeeld het oerrund, dat met zijn gegraas het landschap openhield, was overgenomen door gehouden vee. Eh, maar dit is wel heel erg veel gehouden vee op dit schilderij! In het Prado heet het doek een beetje suf A Vida Campestre. In de duitstalige oeuvrecatalogus van Brueghel wordt het echter Flämischer Molkereibetrieb genoemd. ‘Betrieb’ zowaar, ja nogal wiedes dat je daarmee een open landschap creëert. En ook logisch dat alle vijanden van het vee uit dat landschap geweerd zijn. Op de achtergrond zie je een kasteel met een lap bos eromheen. En gegarandeerd dat van daaruit op herten gejaagd werd. En kasteelheer en -vrouw zorgden er wel voor dat hun wildstand op peil bleef en niet verstoord werd door vos of wolf bijvoorbeeld. Kortom, we zien een volledig op menselijke wensen en behoeften ingericht landschap dat geen echo vormt van een natuurlijk landschap. Dat neemt niet weg dat het interessant (en noodzakelijk) is om (graas)gedrag van dieren en het effect ervan op het landschap te blijven onderzoeken. Dat gebeurt ook wel maar de toon van het gesprek erover is nogal heftig en vaak grof. Dat komt – en dat is het enige positieve eraan – omdat natuur voor velen zo’n halszaak is. Een beschaafd gesprek over wat natuur voor ons betekent zie je vanavond in ‘Dialoog met de natuur’, Nederland twee, 23.50 uur. De film is opgenomen in de Oostvaardersplassen. Het gebied waar de gra(a)smat kaler is dan op dit schilderij. Natuurgebied of Naturbetrieb? […]

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog