www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

In vogelvlucht door de kunst

20 januari 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

vliegwerkDe Vlaamse publicist Matthias Depoorter is kunsthistoricus en vogelaar. Hij combineerde zijn twee passies in het boek Vliegwerk. Het grote verhaal van ‘de vogels in de kunst’ wordt ons verteld en we krijgen tal van zijn eigen vogelobservaties voorgeschoteld. Het persoonlijke kan heel feitelijk worden: vogelnamen en -kenmerken worden opgesomd. En het historische kan juist heel subjectief worden ingevuld. Zo heeft Depoorter duidelijk weinig op met het modernisme. De belangrijkste twintigste-eeuwse kunstenaar voor wie vogels heel wezenlijk waren, Max Ernst, ontbreekt geheel.
Van de andere kant: Depoorter opent mij wel de ogen voor het werk van een andere twintigste-eeuwer, de onvoorstelbaar getalenteerde Raymond Harris Ching. Deze Nieuw-Zeelander kreeg van Reader’s Digest de opdracht illustraties te maken voor hun Book of British Birds (1969). De uitgever trok er zes jaar voor uit, maar binnen een jaar had Ching 230 vogelportretten af. Het zijn stuk voor stuk zelfstandige kunstwerken. Depoorter toont de bosuil en die is magnifiek, een beetje bedreigend zelfs. Als kijker zit je hem echt op de veren. Ching zondigt tegen de regels die op dat moment gelden voor een goede vogelgids. Hij snijdt de beroemde uil op de kaft bijvoorbeeld aan de linkerkant af en hij toont weinig van het biotoop van het dier.bosuilDepoorter neemt ons mee op een reis door de tijd waarin hij veel aandacht besteedt aan de kunst van het kijken en het weergeven van wat gezien is. Kortom, het gaat om de geschiedenis van het realisme. En dat werd eerder bereikt in de beeldende kunst dan in allerlei voorbeeldboeken en encyclopedieën -waarin soms eeuwenlang dezelfde generieke afbeeldingen werden overgenomen. Terecht is er veel aandacht voor de schilders van de Noordelijke Renaissance. (Die vroeger werden aangeduid met ‘Vlaamse Primitieven’). Pas wanneer de kunstenaar zelf gaat kijken (of misschien naar schetsen werkt van iemand die dat deed) krijgen geschilderde vogels overtuigingskracht. Ze komen tot leven. Waarom de kunstenaar in veertiende-eeuws Italië en de vijftiende-eeuwse Lage Landen naar buiten trok om tot natuurgetrouwe afbeeldingen te komen, vertelt Depoorter niet. Maar hij maakt wel heel goed duidelijk wát de kunstenaar zag, toen hij zijn blik in plaats van op een buitenwereldlijke religieuze ruimte, richtte op de hem omringende natuur. (Filosoof Ton Lemaire schreef ooit: “De memlingeuropeaan is de laatste zes eeuwen van pelgrim gods tot toerist van de wereld geworden”). Geweldig zijn de kraanvogels die Hans Memling rond 1480 op de achterzijde van twee altaarluiken afbeeldde. Ze staan in hun ‘natuurlijke’ habitat, een open weide omzoomd door bos. Depoorter kan, als vogelaar, meteen aangeven waar het nog wat aan schort: de rug iets te bol, de kop wat te schematisch. Maar het geheel heeft de suggestie van natuurlijkheid.
Depoorter toont ons dan het heerlijkste kijkwerk: de vleugels van de Engel Gabriël die gemodelleerd zijn naar die van een ransuil, alle vogeltjes in een rozenhaag die de achtergrond vormt voor een madonna -‘bij de koolmees zien we zelfs een minuscule tong’, en hij weet een aantal stipjes op het Lam Gods van Hubert en Jan van Eyck op naam te brengen, het zijn boerenzwaluwen.
Veel aandacht is er voor de geschiedenis van de vogelboeken. In de achttiende eeuw, met zijn ‘meten is weten’-verlichtingsideaal kwamen er publicaties waarin vogels op ware grootte werden afgebeeld, bij voorkeur ook nog in hun biotoop, met hun kenmerkende nesten en eieren of ‘op de wieken’.

[#Beginning of Shooting Data Section]Nikon D2X26-10-2011 10:23:52.56Time Zone and Date:RAW (12-bit)Image Size: L (4288 x 2848)ColorLens: 28mm F/2Artist:Copyright:Focal Length: 28mmExposure Mode: ManualMetering: MatrixShutter Speed: 1/15sAperture: F/5,6Exposure Comp.: +0,7EVExposure Tuning:ISO Sensitivity: ISO 100Optimize Image:White Balance: Preset d-0, 0Focus Mode: ManualAF-Area Mode:AF Fine Tune:VR:Long Exposure NR: OFFHigh ISO NR: OFFColor Mode: Mode II (Adobe RGB)Color Space: Adobe RGBTone Comp.: NormalHue Adjustment: 0° Saturation: NormalSharpening: NoneActive D-Lighting:Vignette Control:Auto Distortion Control:Picture Control:Base:Quick Adjust:Sharpening:Contrast:Brightness:Saturation:Hue:Filter Effects:Toning:Map Datum:Image Authentication: OFFDust Removal:Image Comment: [#End of Shooting Data Section]
Onze Nederlandsche vogelen (1770-1829) door Cornelis Nozemann en Christiaan Sepp en zijn zoon is er een beroemd voorbeeld van. Nog veel bekender is The Birds of America van John James Audubon -met hem trekken we even door het  zompige Zuiden van de VS. Maar ik ben Depoorter dankbaar dat hij ook Audubons voorganger noemt, Mark Catesby (1683-1743). Hij was een van de eersten die wees op de rampzalige invloed die de mens had op de rijkdom aan soorten.
Ten slotte Depoorter: “Vogels kijken en kunst beleven is gulzig leven, nieuwsgierig zijn naar het leven.” Dat ken ik voor de helft. Ondertussen kan ik niet wachten om met een van onze boswachters het veld in te gaan. We hebben geweldige vogelaars bij Staatsbosbeheer. En, ideetje gejat van het Rijksmuseum en Naturalis, het kan natuurlijk ook andersom: vogelen in onze kunstpaleizen.

Matthias Depoorter: Vliegwerk, vogels in de kunst. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2015
Meer Vliegwerk in het voorjaarsnummer van NaarBuiten, magazine van Staatsbosbeheer.

reageren

geef een reactie

  • In het veld | BuitenPlaatsen
    21 januari 2016 om 15:26

    […] ← In vogelvlucht door de kunst […]

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog