www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Here's something for the weekend #221

12 augustus 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Lang voordat koning Willy op televisie een Ikeakast in elkaar zette, schilde zijn oma al spruitjes ten overstaan van het hele Nederlandse volk. Dat was in het programma Barend is weer bezig (1972) waarin Barend Servet koningin Juliana interviewt. Servet was bedacht door Wim T. Schippers, die eind jaren zestig en begin jaren zeventig de grootmeester van de ontregelende televisie was. Hij was toen al internationaal bekend met zijn ‘beeldende kunst’. In 1961, en opnieuw in 1963 leegde hij een flesje Green Spot (‘limonade gazeuse’) tijdens zijn Manifestatie aan het Strand te Petten.[youtube https://www.youtube.com/watch?v=a5mVSLclcsw]Van Schippers is ook de figuur S. van Oekel. Dolf Brouwers, die hem gestalte gaf, bedacht dat die ‘S’ voor Sjef moest staan. Brouwers viel dusdanig samen met zijn oorspronkelijk fictieve personage dat Sjef van Oekel voor velen echt was.
Van Oekel maakt een heel rijtje archaïsche uitdrukkingen populair, waarvan ‘reeds’ en ‘pardon reeds’ de bekendste zijn maar in de jaren zeventig schijnt zijn ‘ik ben ook maar een gewone boerenlul’ veel gebezigd te zijn door studenten.[youtube https://www.youtube.com/watch?v=4ZX42SfPyVY]Bij Sonja zingt hij Eens zal de Betuwe in bloei weer staan. Over archaïsch gesproken. De woordvolgorde schuurt zo aan de oren dat ik even dacht dat het om een persiflage gaat. Maar dat is niet het geval. Het lied (tekst en melodie) is geschreven door Han Dunk (1909-1996) en was direct na de oorlog enorm populair. Op youtube vind je makkelijk de uitvoering uit 1946, met het Metropole Orkest en zangeres Netty van Doorn. Eens zal de Betuwe in bloei weer staan drukt de vastberadenheid uit waarmee Nederland ”uit zijn asch” moest herrijzen. In de Betuwe waren in september 1944 de geallieerde troepen vastgelopen. De Linge vormde de frontlinie. Dat leidde tot een binnenlandse vluchtelingenstroom van vrouwen en kinderen. De gevechten tussen Duitsers en geallieerden waren hevig. Tijdens een bombardement op twee oktober werd het dorp Huissen verwoest. Er vielen 207 doden. Op het oorlogsmonument in Bemmel staat:
Wie kent er als wij het geweld der granaten
Hun dreunende dodende slag
Wie luisterde in stiltes zo angstig geladen
Zag laaiender branden bij nacht.
De tekst van Dunk rept ook van Er groeit op Walcheren weer goud geel graan. In september 1944 hadden de geallieerden de haven van Antwerpen veroverd op de Duitsers maar voor een veilige doorvoer was het noodzakelijk ook het bezette Walcheren in handen te hebben. De Duitsers zouden verdreven worden door Walcheren onder water te zetten (inunderen). Vanaf drie oktober werd een serie bombardementen uitgevoerd om dijken te vernielen. Walcheren kwam onder een laag zout water te staan. ‘De tuin van Europa’ was verwoest. Na de oorlog liet reparatie op zich wachten, dat kwam door materiaalgebrek. De dijk bij ‘ons’ fort Rammekens werd pas in februari 1946 gedicht. Er kwam een Herstelplan Walcheren. Daarin werd, onder meer door architect Pieter Verhagen bepleit om Walcheren te reconstrueren naar de logica van de natuurlijke situatie (zoals het reliëf van de bodem) maar met inachtneming van de eisen voor rationele landbouw. In 1947 werd de Herverkavelingswet van kracht. Kleine percelen, doodlopende wegen en meidoornhagen kwamen niet meer terug. Staatsbosbeheerder en landschapsarchitect Nico de Jonge ontwierp veel van de nieuwe stoffage van Walcheren. Doorgaande wegen op de hogere delen kregen een statige laanbeplanting. In het open landschap van de kommen liet hij boom- of struikbeplanting achterwege, net als voorheen. Bij de voormalige dijkdoorbraken realiseerde hij bossen. Die waren vaak smal maar oogden behoorlijk (ze worden illusiebossen genoemd). Zonder veel grond weg te snoepen van de noodzakelijke landbouw, was er zo ruimte voor recreatie. …Tevreden zijn wij pas / Wanneer ons land weer worden mag zo mooi als ’t immer was, dichtte Dunk. Dat is een kwestie van smaak. Maar Walcheren prijkt nu wel op de lijst die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opstelde met dertig wederopbouwgebieden van nationaal belang.

Voor deze post is gebruik gemaakt van Maakbaar Landschap, Nederlandse landschapsarchitectuur 1945-1970, geschreven door Fransje Hooimeijer en Marinke Steenhuis (NAi Uitgevers 2009).
Met dank aan Frank van Nus voor de muziektip.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog