www.boswachtersblog.nl/ Oostvaardersplassen

Bronst bijna ten einde

31 oktober 2010 Boswachter Hans Breeveld in Oostvaardersplassen

Met het ten einde lopen van de bronst bij de edelherten zou bijna de indruk ontstaan, dat in de Oostvaardersplassen de rust is weergekeerd. De praktijk is anders. Er is een nieuw seizoen in aantocht: de winter. Een seizoen waarvan we niet kunnen voorspellen hoe het gaat uitpakken, maar waarvan wel vaststaat dat het eraankomt. 

Voor ons dus alle reden om nu al te beginnen met het inplannen van bijvoorbeeld onze urenroosters voor de komende periode. Wanneer kan iemand een vrije dag of vakantie opnemen en hoe zorgen wij ervoor dat er altijd bemensing is. Immers, er zal te allen tijden iemand aanwezig moeten zijn om buiten de dagelijkse rondes langs de dieren te doen. En als er bijvoorbeeld een dier aan de voor het afschot gestelde  criteria voldoet, moet dit dier tijdig afgeschoten worden, zodat een lange lijdensweg wordt voorkomen. Niet direct de leukste taak, maar wel de meest noodzakelijke, want het voorkomen van mogelijk dierenleed staat bij ons hoog in het vaandel. 

Op dit moment komt het al incidenteel voor dat er een dier geschoten moet worden. De bronst heeft van sommige edelherten het uiterste gevergd en als nu al duidelijk is dat een dier de winter niet doorkomt grijpen wij in. We bereiden ons ook voor op een eventuele afsluiting van de omliggende bossen, zodat er veilig en snel gewerkt kan worden. Dit voorkomt de kans op het niet tijdig ontdekken van dieren die in een mindere conditie zijn. Verder moet er gezorgd worden dat de afvoer van runderen en paarden die geschoten zijn goed kan verlopen.

Het aantal excursies in de wintermaanden is beperkt. Niet omdat men niet mag zien of weten wat wij doen. Integendeel. Maar wij moeten onze handen nu zoveel mogelijk vrij hebben om de nodige aandacht aan de dieren te kunnen schenken. En als het zo hard gaat vriezen dat er geschaatst kan worden, dan is het echt ‘alle hens aandek’. Dan werken we mee aan het uitzetten van natuurtochten, het afvoeren van gewonde schaatsers, misschien wel een marathonwedstrijd en alles wat er verder nog bij komt kijken.  

Ook zal er vanuit de media vast weer de nodige aandacht gaan komen voor ons beheer. Ik hoop dat we dan ook de kans krijgen om goed uiteen te zetten wat wij nu precies wel en niet doen. Dat mensen het hele verhaal horen en niet alleen de one-liners. De dieren in de Oostvaardersplassen zijn onderdeel van een ecosysteem en daar op een onlosmakelijke manier mee verbonden. Het zou ook fijn zijn, als men nu eindelijk begrijpt dat natuur niet altijd ‘rozengeur en maneschijn’ is, maar het hele jaar door een strijd om het bestaan. Tijdens deze kringloop van het leven zien wij natuurlijk altijd graag de lieve, mooie en aandoenlijke momenten. Maar dat is niet waar de natuur stopt.

Op dit moment zijn vrijwel alle dieren in een topconditie en mijn collega’s en ik zien de winter met vertrouwen tegemoet. En als er nog vragen zijn, zou ik zeggen: “vraagt u maar”.

reageren

geef een reactie

  • De Kroon
    3 november 2010 om 15:29

    ik zie hier nergens een belediging, enkel de dingen bij naam noemen zònder om de feiten heen te draaien……..

  • jan slingerland
    1 november 2010 om 19:21

    Beste mijnheer De Kroon,

    De natuur kent nou eenmaal periodes met veel voedsel en met weinig voedsel. Het terugdraaien van het aantal dieren of het verbinden met andere gebieden lost dit op zich niet op. Ook in veel grotere gebieden is het niet ongebruikelijk dat dieren periodes doorgaan van voedselschaarste, dat is op zich niet abnormaal. Het feit dat dieren vetreserves op kunnen bouwen in goede periodes is een verdedigingsmiddel om dit soort periodes door te komen. Als dieren steeds volop voedsel hebben, is dat juist ongezond, want dan worden ze te dik en ongezond. Hoewel het misschien geen fijn gezicht is, is het wel een feit dat de meeste dieren het gewoon overleven en er gezonder uitkomen. De natuur heeft nou eenmaal naast mooie, ook wrede kanten. Zouden er wel wolven zijn, dan zouden we ook moeten wennen aan herten die door groepen wolven gedood en vervolgens verscheurd worden. dat is voor velen misschien ook geen prettig gezicht. Het is echter ook wel onderdeel van de natuur.

    • De Kroon
      2 november 2010 om 00:46

      precies, een onderdeel van de natuur. daar zit ‘m nou net de kneep. in beginsel zijn de koeien, paarden en herten naar de OVP toegebracht, da’s al nìet natuurlijk, ten tweede kùnnen ze er niet uit en ten derde is er géén natuurlijke vijand of behoorlijk beheer.
      doodhongeren is géén natuurlijke situatie: elke diersoort zou in geval van voedselschaarste wegtrekken. juist dàt wordt deze dieren onthouden, als ze echt niet meer kunnen lopen krijgen ze alsnog de kogel…….of sterven een akelige dood net achter de hekken, met zicht op iets eetbaars.
      de website http://www.doodsvaardersplassen.nl spreekt boekdelen….
      als een boer of eenvoudige paarden- of schapenhouder zoiets zou doen, dan was de weg richting rechtbank zéér kort!! bovendien geldt voor deze doelgroep ook nog eens de destructiewet, welke het achterlaten van kadavers verbied….
      het loslaten van wolven is in dezen volgens mij geen optie: binnen de kortst mogelijke tijd is er en overschot aan wolven, en wat dan, ook maar uithongeren??
      waarom mag SBB wel meten met twee maten, alleen in het kader van subsidie van europa??
      mijn stelling is eenvoudig: òf men doet aan normale aantalregulatie òf men beeindigt het experiment, want tenslotte is het nog steeds een zeer morbide experiment van de heer vera.

    • Hans Breeveld
      3 november 2010 om 09:33

      Geachte heer de Kroon,

      In principe waardeer ik elke input die gegeven wordt over het beheer van de Oostvaardersplassen. Echter ik ben van mening dat dit wel dient te gebeuren binnen de normen van fatsoen. Ik vind, dat uw reactie deze norm duidelijk overschreidt. Het uitwisselen van meningen en opvattingen is prima. Dit kan ook zonder beledigend te worden. Ik ga ervan uit dat u zich in het vervolg hieraan zult houden. Zo niet, dan verzoek ik u bij deze niet meer op mijn weblog te reageren.

      M.vr.gr.

      Hans Breeveld (boswachter)

  • Robbert steijvers
    1 november 2010 om 12:57

    Ik lees met verbazing deze columm. We zien de komende winter met vertrouwen tegemoet.Kort geheugen ? Ik niet. Het drama van afgelopen jaar zal zich herhalen. Ik begrijp heel goed dat natuur niet altijd rozegeur en maneschijn is, maar dieren massaal laten sterven in een omheind gebied is ronduit schandalig en barbaars te noemen. Dit sterven geen lijden te noemen is werkelijk waar onvoorstelbaar ! Neem uw verantwoordelijkheid en doe iets aan dit naderende onheil in de oostvaardersplassen !

    • jan slingerland
      1 november 2010 om 14:54

      Drama afgelopen winter? De dieren waren vermagerd, maar het gros is hersteld. De percentages afgeschoten gezonde dieren in veel terreinen waar de jagers het voor het zeggen hebben waren veel hoger dan die pakweg 10 a 15% die het in de OVP niet gehaald hebben afgelopen winter. En dat zonder bijvoeren. De dieren zijn cruciaal voor het hele ecosysteem van de OVP. Een kunstmatig veel lagere stand van het aantal diren leidt tot een volledige verstoring van het ecosysteem van de OVP. Tevens is jacht op gezonde dieren zeer af te raden omdat de natuurlijke selectie erdoor verstoord wordt, de natuurlijke samenstelling van de kuddes verandert en het gedrag verandert. Voor bezoekers betekent het waarschijnlijk ook nog eens dat de dieren veel schuwer worden. Allemaal geen goed idee.
      Als je het zo nodig nog natuurlijker wil, introduceer dan maar het in Europa zwaar vervolgde maar wel belangrijkste roofdier, de wolf. daarmee eindigen dan hopelijk ook de discussies over hoe groot de kuddes zouden moeten zijn. De OVP bieden voldoende voedsel voor enkele roedels wolven. Een stuk of 35 wolven in totaal zou voldoende moeten zijn om inteelt te voorkomen. Tevens is het gebied goed afgesloten van landbouwgebieden door middel van grote hekwerken zodat de wolven zich niet zo snel aan landbouwhuisdieren tegoed zouden doen. Als het ergens kan in West-Europa is het in de Oostvaardersplassen.

    • De Kroon
      1 november 2010 om 17:01

      volgens mij stonde alle dieren er vorig jaar om deze tijd ook in topconditie bij, enkel een paar maanden later lagen er ontelbaar veel te rotten achter de hekken…….
      of waren die foto’s en films dan allemaal gemanipuleerd???
      feit is dat er een hek om de OVP staat en er ook nog een groot gedeelte water is, van migratie naar voedselrijkere gebieden kan dus nooit sprake zijn.
      eigenlijk zijn de dieren gewoon boerderijdieren waarvoor zorgplicht geldt.
      jammer genoeg vinden de tere zieltjes in nederland het nodig om de dieren te laten creperen in plaats van normaal te beheren…….

    • oostvaardersplassen
      8 november 2010 om 11:03

      Geachte heer Steijvers,

      Bij deze wil ik graag even reageren op uw reactie op mijn weblog.

      In de eerste plaats wil ik u bedanken voor het feit, dat u de moeite heeft genomen om te reageren. Dit laat volgens mij zien, dat u, net als ik, zeer begaan bent met het welzijn van de Oostvaardersplassen, en met de daar in het wild levende dieren. Juist deze gedeelde belangstelling is volgens mij uitgangspunt om met elkaar in gesprek te kunnen komen.

      U begrijpt, net als ik, dat de komende winter weer voor de deur staat. Dit geldt voor alle dieren. Ook voor de dieren die al meer dan 25 jaar in de Oostvaardersplassen leven. Deze dieren zijn zeer goed in staat om in de zomer vetvoorraden op te bouwen waar zij in de winter van kunnen leven. (dit geldt niet alleen voor de dieren in de Oostvaardersplassen, maar voor alle dieren in de natuur) Omdat élk gebied begrensd is, is per definitie ook de voedselvoorraad binnen élk gebied begrensd. Het maakt niet uit hoe groot een gebied is, of hoe het begrensd is. Of een gebied van nature begrensd is met een rivier, moeras, zee, woestijn, bergen of wat dan ook, elk gebied is niet groter dan dat het is. Feit blijft, dat de hoeveelheid voedsel beperkt blijft. Door het opvetten van de dieren hebben zij goede kansen om periode van voedselschaarste door te komen. In de zomer groeit de vegetatie in de Oostvaardersplassen zeer uitbundig. Dit betekent dat een rund, paard of edelhert wel meer dan 20% vet kan opslaan. Een rund van 800 kilo heeft dus meer dan 200 kilo vetvoorraad waarmee het de winter in gaat.

      In het begin van de winter kunnen de dieren hun energie volop halen uit de dan nog aanwezige vegetatie. Het kost meer tijd, maar is geen probleem. Als in de loop van de winter de beschikbare hoeveelheid voedsel afneemt, spreekt een dier zijn vetvoorraad aan. Dit doet het steeds meer, en gaat geleidelijk. In eerste instantie is dit aan het dier niet direct zichtbaar, maar als de hoeveelheid vet afneemt wordt het dier mager. Dit is een volledig normaal proces binnen de kringloop van het leven van een dier. Daarnaast wordt een dier minder actief, en verbruikt daardoor minder energie, ook een manier van aanpassen. Bij vrouwelijke dieren is het ook mogelijk, dat de ontwikkeling van een eventueel aanwezig embryo (tijdelijk) wordt stopgezet als de energie balans erg ongunstig wordt. Ook kunnen zij tijdelijk niet vruchtbaar zijn, doordat er geen eisprong plaatsvind. Hierdoor komt er geen nakomeling. Dit betekent, dat het aantal dieren wordt bepaald door de hoeveelheid voedsel die de dieren in de winter tot hun beschikking hebben. Zou deze hoeveelheid groter zijn dan wat het gebied in principe zou kunnen leveren, betekent dit dat het aantal dieren boven de z.g. “draagkracht” van het gebied uitstijgt. Dit betekent meer jongen en dus in de winter van volgend jaar meer dieren. Dit, samen met het feit dat dan ook de dieren die deze winter anders zouden zijn uitgevallen nog steeds in leven zijn, betekent dit dat het aantal dieren zeer snel zou stijgen.

      Een rekenvoorbeeld:

      zonder bijvoeren
      Jaar aantal geboorte uitval eind van de winter
      2010 100 20 % = 20 dieren 20 dieren 100 dieren

      met bijvoeren
      Jaar aantal geboorte uitval einde van de winter
      2010 100 30 % = 30 dieren 0 130 dieren
      2011 130 30 % = 39 dieren 0 169 dieren

      U kunt zich voorstellen dat dit uiteraard niet oneindig doorgaat. Uiteindelijk gaan er dus meer dieren dood mét bijvoeren, dan zonder. De alternatieven zijn natuurlijk elk jaar tenminste 30 dieren afschieten, maar welke, en wanneer? Voor de winter is absoluut niet duidelijk welke dieren de sterkste zijn, en de winter goed door kunnen komen. Natuurlijk is ook niet bekend wat voor een winter er aankomt, en hoeveel dieren de winter door kunnen komen. Daar komt bij, dat door dieren vóór de winter te schieten, vrijwel alle vrouwelijk dieren drachtig zijn, en er dus drachtige dieren moeten worden geschoten. Iets waarvan toch nauwelijk gezegd kan worden dat dat diervriendelijk is. Dit gaat dan nog voorbij aan zaken als extra verstoring, het verstoren van de familieverbanden, het effect dat dit heeft op de landschappelijke ontwikkeling etc. etc. Dieren die met voldoende vetvoorraad de winter in zijn gegaan, herstellen hier weer van en hebben geen probleem.

      Nu bestaat de indruk dat wij als beheerders “de boel de boel” laten, en niets doen. Dit is absoluut een misverstand. Het gehele jaar door, zijn wij druk bezig met het controleren van de dieren. Dit betekent, dat wij met 4, straks 6, personen aanwezig zijn, om indien nodig een dier dat in een slechtere conditie verkeert af te schieten. Dit gebeurt conform een protocol dat mede op advies van dierenartsen en andere deskundigen is opgesteld. Hierbij wordt vooral gekeken naar het gedrag en de conditie van het dier in relatie tot de tijd van het jaar. Als, blijkt dat het dier dusdanig in conditie is teruggelopen, dat niet meer verwacht mag worden dat het weer de winter uit kan komen wordt het afgeschoten. Doordat deze controles zeker in de winter dagelijks plaatsvinden, krijgt elk dier zoveel mogelijk de aandacht die het verdient, en wordt een lijdensweg voorkomen.

      Natuurlijk is het in een gebied van 5600 ha niet mogelijk om elk dier elke dag te beoordelen. Maar toch kunnen wij over het jaar gerekend van alle dieren die dood gaan 80 tot 85 % schieten voordat zij een natuurlijke dood sterven. Dit bekent dus, dat lijden wordt voorkomen.

      Ik kan me voorstellen, dat ondanks dit uitgebreide antwoord er toch nog vraagtekens bij u over blijven. U kunt mij dan altijd een mailtje sturen.

      M.vr.gr.

      Hans Breeveld (boswachter)

  • Yvonne - Incanto Images
    31 oktober 2010 om 15:01

    Heel veel succes aan komende winter. En ik lees altijd met veel plezier deze blog. Groetjes Von

  • Hj
    31 oktober 2010 om 14:18

    De dieren nu in topconditie zijn. Maar hoe komen ze, in deze grote aantallen, de winter door zonder bijvoederen?

    • Hans Breeveld
      31 oktober 2010 om 15:06

      Beste HJ,

      dieren in het wild zijn bijmachte om maar liefst 20 tot 25% van hun lichaamsgewicht in vet op te slaan. Dit doen zij gedurende de zomer. De meest zekere vorm van energie in de winter is hun vet reserve die zij gedurende de zomer hebben aangelegd. In de loop van de vorderende winter neemt de hoeveelheid energie die zij door voedsel binnen krijgen af, en de hoeveelheid energie die zij krijgen door het langzaam verbranden van hun vet reserves toe. Op zich onstaat er dus een evenwicht waarmee zij prima de winter door komen. Dit, samen met een gedrag waarbij zij trager worden, en dus minder energie nodig hebben zorgt er voor dat gezonde, goed doorvoede dieren prima de winter door komen. Dieren die minder goed doorvoed zijn aan het begin van de winter, bijvoorbeeld oudere of zeer jongere dieren zijn kwestbaarder. Per saldo betekent dit dat er jaarlijks circa 70 a 75 % van de dieren de winter gewoon overleeft. Natuurlijk is het de dieren die 20 – 25 % van hun lichaamsgewicht verliezen wel aan te zien, en worden zij mager. Dit is dus natuurlijk, gaat geleidelijk en is zeker geen lijden.

      Voor meer informatie kun je mij altijd rechtstreeks een mail sturen:

      h.breeveld@staatsbosbeheer.nl

      m.vr.gr.

      Hans Breeveld (boswacher)

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog