Dagelijks zijn er veel wandelaars en natuurliefhebbers in en rondom de Oostvaardersplassen te vinden. Een van hen is Marjan Adema. Ze kwam in juli een bunzing tegen in het Oostvaardersveld en schreef hier een blog over.

Als natuurliefhebber spotte en fotografeerde ik op 16 juli in het Oostvaardersveld Lelystad deze jonge bunzing, terwijl hij of zij langs het pad tussen het vers gemaaide gras op zoek was naar prooi. Het beestje werd al 2 dagen gezien, deze keer had ik het geluk hem tegen te komen. Wat een leuke waarneming! Ik had nog nooit een bunzing gezien, kende hem alleen van foto’s en internet. Het was duidelijk een bunzing, een hele jonge. Hooguit een paar maanden oud en niet groter dan een flinke rat. Een volwassen mannetje kan meer dan 2 keer zo groot worden.

Kenmerkende witte snuit

Hij had de kenmerkende witte snuit in een donkerbruine kop. Lichtgekleurde haren aan de zijkant van de kop en bovenop de kop. Het zwarte “masker” tussen de ogen was nog niet gevormd. Hij had hij korte, lichte omrande oortjes en een egaal donkerbruine borst. Deze egaal bruine keel en buik onderscheiden de bunzing van andere marterachtigen, zoals de boommarter en de wezel, die op die plekken licht gekleurd zijn.

Verder had hij een bruine rug, waar een lichter gekleurde ondervacht wat rossig doorheen schijnt. Zwarte poten met flinke klauwen, waar scherpe nagels aanzitten. De nagels zijn niet intrekbaar. En een zwarte, vrij korte staart.

Rondscharrelen

De bunzing scharrelde op deze warme zomerochtend al snuffelend door het gras. Hij ging gewoon zijn gang en stoorde zich niet aan mij, keek af en toe mijn kant op. Soms holde hij een stukje verder, om daar dan weer een poosje naar voedsel te zoeken. Ik heb hem niks zien vangen of eten, maar hij is door anderen gezien terwijl hij op een kikkerpoot aan het kauwen was. Hoe schattig hij er ook uitziet, het is een fel roofdier, dat grotere prooien dan hemzelf aankan. Als het moet, achtervolgt hij zijn prooien tot in hun hol.

Marterachtige

De bunzing is een marterachtige en leeft van muizen, ratten, konijnen, kikkers, kleine slangen, vogels, insecten, wormen, aas en soms vruchten. Het dier is berucht vanwege de stank uit zijn anaalklieren, die hij in de vorm van vocht op zijn vijand kan richten en spuiten als hij zich bedreigd voelt. Een interessant weetje is dat de wilde bunzing al rond 500 tot 400 jaar voor Christus tot huisdier gemaakt werd, waarmee hij de voorvader van onze huidige fret werd. De fret wordt nu gezien als ondersoort van de wilde bunzing. Oorspronkelijk profiteerden de mensen van het jachtinstinct van de dieren. Ze werden ingezet om bij de jacht op konijnen te helpen. En om muizen en ratten rond de boerderijen te vangen.