www.boswachtersblog.nl/ Overijssel

Zonnige toekomst voor zandhagedissen Sallandse Heuvelrug

22 maart 2016 Communicatieadviseur Gerard van Breemen in Overijssel

Mijn naam is Marco Rouwhof en ik ben negentien jaar oud. Ik studeer voor de opleiding bos – en natuurbeheer in Velp en ik die mijn stage bij Staatsbosbeheer Salland. Ik ben bezig met een aantal projecten voor te bereiden en uit te voeren, één hier van is het creëren van open zandplekken voor de zandhagedis.

Mannetje zandhagedis. Foto: Wim Wijering
Mannetje zandhagedis. Foto: Wim Wijering

De zandhagedis is een reptiel dat voorkomt op de heide. Ze zijn bruin van kleur en in de paartijd worden de mannetjes felgroen om indruk te maken op de vrouwtjes. De zandhagedis geeft een voorkeur aan open, droge en met name zandige terreinen zoals zandverstuivingen en heidevelden. Ook in wegbermen kan de soort worden aangetroffen.

Stepping stones                                                                                                            De zandhagedis is een insecteneter. De soort geeft de voorkeur aan kleine ongewervelde, zoals spinnen, sprinkhanen, kevers en rupsen. De vijanden van de hagedis zijn o.a. kraai, buizerd, egel, boom – en steenmarter en vos. Daarnaast worden ze ook gegeten door enkele reptielen zoals de adder. Om de soort te behouden moet het biotoop worden beheerd en worden uitgebreid. Zo worden leefgebieden verbonden met elkaar m.b.v. ‘stepping stones’. Dit zijn gebiedjes die grote natuurgebieden met elkaar in verbinding brengen. Eén van de belangrijkste beheermaatregelen is het maken van voldoende open zandplekken. Hier worden de eieren afgezet. Er moet echter wel voldoende vegetatie aanwezig zijn zodat de zandhagedis zich kan verschuilen en om dit te realiseren. Een voorbeeld hiervan is stukken heide plaggen middenin een heidegebied. Plaggen houdt in dat de bovenste laag (humus) wordt afgegraven tot de gele (minerale) grond. Hiermee krijgen zandhagedissen een plek waar ze tijdens de voortplanting weinig verstoring hebben van mensen.

Opwarmen                                                                                                                     De open plekken zullen gemaakt worden aan de Heksenweg (6) en de Panoramaweg (3). De dieren moeten zich opwarmen in de zon op een open plek, daarnaast leggen ze de eieren in een hol in het zand en deze komen uit met de warmte van de zon. Zodoende komen de plekken tegen een noordhelling aan te liggen. In deze heidegebieden komt de zandhagedis reeds voor en door het reliëf zijn er enkele goede plekken te vinden tegen een noordhelling. De plekken zullen variëren in grootte van 12-36 m2. Deze gebiedjes bevatten op de paden na geen open zandplekken. De zandhagedissen zetten hun eieren af in holen welke langs de paden gemaakt worden. Echter worden deze paden veelvuldig gebruikt door auto’s, mountainbikers en ruiters. Hierdoor bestaat het risico dat de zandhagedissen zich hier niet veilig kunnen voortplanten. Om ervoor te zorgen dat dit wel mogelijk is, worden er open plekken gemaakt midden in de heide waar normaal gesproken geen menselijke invloed is. Ook is dit gunstig voor vele andere soorten zoals verschillende soorten graafinsecten. Ook is het aantrekkelijk voor nachtzwaluwen, boven het open zand warmt de lucht sneller op waardoor er insecten op af komen wat voedsel is voor de nachtzwaluw.

Marco Rouwhof                                                                                                        Stagiar

reageren

geef een reactie

  • Sigrid
    18 april 2020 om 22:55

    Mooie uitleg over de zandhagedis! Vandaag een fel groene mogen spotten!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog