www.boswachtersblog.nl/ Overijssel

Eldorado in de boswachterij Hardenberg

6 augustus 2019 Boswachter Jos Kloppenburg in Overijssel
adder

Zie je de adder?

In het Vechtdal zijn de zomerexcursies van start gegaan bij Staatsbosbeheer. De eerste vond vorige week dinsdag plaats in de boswachterij Hardenberg die ik als titel meegaf: ‘Ontdek de boswachterij Hardenberg’.

Met een klein aantal deelnemers ging ik om 10 uur enthousiast van start vanaf de parkeerplaats bij zwemplas De Oldemeijer. Het wandeltempo pas ik altijd aan, aan dat van het kind met de kortste beentjes. Het was stil in het bos. Het broedseizoen van praktisch alle vogelsoorten is voorbij. Heel af en toe hoorde je nog een merel of zwartkop zingen, het klonk bijna alsof ze zich ervoor schaamden zo laat nog in het seizoen. Ik vertelde over het ontstaan van dit ontginningsbos, en de ontwikkelingen dat het heeft doorgemaakt; van puur productiebos naar een zich gevarieerd ontwikkelend bos met ook volop ruimte voor planten en dieren en voor de recreant.

Haarplas, Zwanenvijver of Bloedplas

We vervolgden onze weg en kwamen bij het bosmeertje, de Haarplas, ook wel Zwanenvijver of Bloedplas genoemd. Die is, in het kader van een werkverschaffingsproject in de crisistijd van de jaren dertig vorige eeuw, handmatig uitgegraven door werkelozen. Met hun handen soms tot bloedens toe. De vorm is die van een zwaan en Haar of Haren is een oude streeknaam. Vanaf het paadje dat erlangs loopt heb je een prachtig uitzicht. Het water stond laag. Ja, wat wil je ook met die langdurige droogte en de verdamping die in hoog tempo blijft doorgaan.

Ik vertelde de deelnemers dat hier jaarlijks een of twee paartjes dodaarzen tot broeden komen en er hun jongen weten groot te brengen, maar ik had ze nu nog niet gezien of gehoord. De dodaars is de kleinste futensoort in ons land. Net op het moment dat ik verder wilde lopen liet er één zijn kenmerkende, wat hoog hinnikende triller horen. Hij dook onder op zoek naar voedsel. Dat zal hier bestaan uit allerlei waterdiertjes waaronder larven van libellen. Die zijn zo’n beetje het hele jaar beschikbaar omdat de larvenstadia bij veel soorten één tot twee jaar duurt, en bij sommige zelfs drie tot vijf jaar. Dan kruipen de tot libellen volgroeide larven via een plantenstengel uit het water om voor het laatst uit hun oude velletje te breken om vervolgens als libel verder te leven.

dodaars
Dodaars (foto: Mark van Els, beeldbank Staatsbosbeheer)

Terwijl we een stukje verder liepen zweefde er boven het bos een buizerd. Ik liet de deelnemers wat van de gagelvruchtjes fijnwrijven tussen de vingers en de kenmerkende, aromatische geur opsnuiven. Bij het brughutje spotte een kind een groene kikker, en na goed kijken zagen we er vele tientallen. De kinderen konden er geen genoeg van krijgen. Ondertussen hoorde ik een raaf roepen die ik al snel in mijn kijker kon ‘vangen’ en ook de deelnemers zagen en hoorden die. Ik telde er in totaal zelfs zes. Vermoedelijk een paartje met vier grote jongen.

raaf
Raaf (foto: Aaldrik Pot, beeldbank Staatsbosbeheer)

Hé, een slang!

Achter mij riep een kind ineens: ”Hé, een slang”. Wow, gelijk allemaal kijken, natuurlijk. Een adder zwom onderbroken telkens korte stukjes in het ondiepe water. Notabene tussen de kikkers door, waarvan sommige toch maar wat meer afstand namen. Dat leek mij een wijs besluit. Het was een vrouwtje wat je kon zien aan de lichtbruine kleur op de flanken en een donkerbruine zigzagstreep op haar rug. Een mannetje is grijzer met een zwarte zigzagstreep. We konden de slang minuten lang volgen. Zij kroop het water uit en vervolgde haar weg richting de gagelstruiken aan de overkant. Op de foto bovenaan de blog zie je genoemde adder.

Ik moest direct denken aan een andere ontmoeting met twee adders op bijna dezelfde plek. Dat was in april 2012. Ik liep hier alleen en zag een blikje aan de overkant in het water liggen. Via het brugje liep ik een stukje over de heide om die uit het water te vissen. Maar een paar meter daarvoor zag ik twee adders, een mannetje en vrouwtje, elkaar heerlijk omhelzen in de zon (het leken wel mensen!). Ik kon er niet omheen lopen en wilde die niet storen. Dus heb ik behoedzaam een foto gemaakt en ben teruggelopen. Dat blikje heb ik bij mijn volgende ronde meegenomen.

adders
De elkaar omhelzende adders

Met mijn deelnemers liep ik verder. Op een volgende locatie, vlak bij een pad langs jonge heide, is in de zomer, bij een normale bodemvochtigheid, massaal zonnedauw te zien. Maar de langdurige droogte maakte het dit insecten-verterende plantje onmogelijk bovengronds te verschijnen of in tact te blijven. Er was niets van te zien. Volgend jaar een nieuwe kans. Mijn dag en dat van de deelnemers kon niet meer stuk. Al die prachtige waarnemingen tegelijktijdig bij de Haarplas was ook voor mij uniek en bijzonder, . . . een waar eldorado!

Als je ook mee wilt met zo’n geweldige excursie in het Vechtdal dan kan dat. Klik HIER voor meer informatie.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog