www.boswachtersblog.nl/ Overijssel

Hoe komen vleermuizen de winter door ?

20 februari 2020 Boswachter Jos Kloppenburg in Overijssel

Vleermuizen zijn een beetje mysterieuze dieren en de enige zoogdieren die kunnen vliegen. ’s Zomers scheren ze soms vlak boven je hoofd. ‘s Winters zie je ze niet. Maar, waar zijn ze gebleven?

Winterslaap

Wat doe je als vleermuis als er vanaf de herfst tot het volgende voorjaar geen vliegende insecten zijn te vinden? Je gaat op zoek naar een donker plekje met een constante temperatuur en de juiste luchtvochtigheid en gaat in winterslaap. Je zet je lichaampje op de spaarstand om zo energie te sparen. De ademhaling gaat drastisch naar beneden naar slechts één keer in een paar minuten. De hartslag zakt van plm. 400 naar zo’n 30 keer per minuut en de lichaamstemperatuur loopt langzaam terug van 42º Celsius tot net boven de omgevingstemperatuur. Soms ontwaken vleermuizen al bij een ‘warmere’ dag in maart, dat is afhankelijk van de soort. Ze kunnen zich dan ook verplaatsen naar een tussenverblijf, dus tussen het winter en zomerverblijf in. Maar, zoals wij ons nog een keertje omdraaien in bed op de vrije ochtend, maken de meeste vleermuizen hun winterslaap af.

Voormalige steenfabriek

Wij, boswachters publiek van Staatsbosbeheer Overijssel, waren laatst bij elkaar in de IJsselvallei. In de middag nam collega-boswachter Jeroen ons mee naar een van de steenovens van een voormalige steenfabriek. Daarbinnen hadden diverse vleermuizen perfecte plekjes gevonden om te overwinteren. Ze hingen in hun typische houding; hangend op de kop aan de ‘klauwtjes’ van hun achterpootjes. Die klauwtjes gaan dan automatisch ‘op slot’. Zo kost het geen energie.

Tellingen

Om te weten hoe het gaat met de vleermuizen worden landelijk door echte kenners jaarlijkse tellingen gedaan op specifieke locaties. De voor publiek afgesloten ijskelder in de boswachterij Ommen is sinds de jaren 80 een toplocatie en landelijk een van de rijkste overwinteringsplaatsen voor vleermuizen. Cees Zoon is zo’n kenner en bioloog. Vanaf 1994 doet hij daar, vanuit de werkgroep van de zoogdierenvereniging, eens per winter een telling. Dat gaat uiteraard in samenwerking met een van mijn collega’s, boswachter ecologie.

franjestaart

Geluksvogel

Ja, en bij zijn afwezigheid kreeg ik, als sleutelbewaarder, de kans mee te kijken. In het tunneltje en verderop in de ronde ijskelder hingen verspreid solitaire en kleine groepjes vleermuizen. De meeste waren franjestaarten, vier watervleermuizen en één baardvleermuis. In totaal 44. Dat was wat minder dan vorig jaar, hoorde ik. Dat kon te maken hebben met de temperatuur of dat wat vleermuizen waren verhuisd naar een tussenverblijf.

baardvleermuis

Moeders mooiste?

Hun kopjes zijn niet echt de mooiste uit het dierenrijk. Maar toch; het wollige vachtje, en als je met wat geluk in zijn kleine speldenknopoogjes hebt kunnen kijken, smelt je helemaal weg. Vanaf april kun je deze luchtacrobaten weer bewonderen.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog