www.boswachtersblog.nl/ Rottum

6e blog van de vogelwachters van Rottumerplaat: drie musketiers en delicatessen

9 juli 2015 bertcorte in Rottum

Het is vandaag (8 juli) twintig graden en er staat weer een stevige westenwind. Dat het hier een paar dagen geleden nog +32 graden in de schaduw was, ben ik al vergeten. De stormachtige westenwind stuwt het water flink op, en de verkeerstoren Schiermonnikoog waarschuwt op kanaal 5 voor een verhoging van 43 cm. Straks om kwart over vier zal het water hier zijn hoogste stand bereiken.

Al twee weken geleden, op dinsdag 23 juni, riep Doortje me naar buiten: “een zwarte wouw!”. Er brak grote paniek uit. Scholeksters, noordse sterns, dwergsterns en Zilvermeeuwen gingen enorm tekeer. Ze reageerden veel heftiger dan bij de buizerds of bruine kiekendieven die ze hier vaak zien. Een zwarte wouw maakt duidelijk meer indruk. De volgende dag zag ik de wouw opnieuw. Hij vloog enkele meters boven het huis naar het westen. Het was vast dezelfde vogel, en ook nu weer groot alarm bij de lokale broedvogels.

Malse jonge spreeuw op het menu
Met onze jonge slechtvalken, de drie musketiers, gaat het goed. Tussen 15 en 19 juli hadden we de filmer Ruben Smit en zijn assistent Melchert Meijer zu Schlochteren te gast, die van Staatsbosbeheer toestemming kregen om opnames van de drie musketiers te maken, oa. voor Ruben’s nieuwe film over de Waddenzee. Ruben wilde graag het voeren van jonge slechtvalken filmen. Dat viel niet mee, want de ouders zijn behoorlijk schuw en moesten even wennen aan die moderne ogen van gopro’s.

Slechtvalk ouder.
Slechtvalk ouder.
Met veel geduld hebben ze toch wat opnames kunnen maken. Staatsbosbeheer is erg benieuwd naar het resultaat. Naast scholeksters en duiven staat nu ook een nieuwe delicatesse op het menu: jonge spreeuw. Op vrijdag 26 juni kon Doortje vanuit een schuilhut fotograferen hoe één van de ouders een spreeuw kwam brengen aan de drie musketiers, die zich in de helmvegetatie verscholen hielden.

Slechtvalk jongen.
Slechtvalk jongen.
Zo ben je nog maar net als spreeuw geboren en vlieg je met je ouders naar Rottumerplaat en dan word je daar omgebouwd tot slechtvalk. Een versneld soort reïncarnatie.

slechtvalk met prooi 2015
Slechtvalk met prooi.
Even later zag Doortje voor het eerst een jonge slechtvalk vliegen, en op dinsdag 30 juni waren ze alle drie uitgevlogen en zaten apart van elkaar op aangespoelde pallets op de zandvlakte ten Zuiden van Rottumerplaat. Bij de nu verlaten nestplaats vonden we resten van zes volwassen scholeksters en zeven geringde pootjes van afgekloven postduiven: één uit België, één uit Nederland, één uit Polen en maar liefst vijf uit Denemarken. Zo helpt de slechtvalk de duivenmelkers bij het selecteren van de beste postduiven: alleen de allersnelsten komen levend door het luchtruim van Rottumerplaat.

Er vallen meer slachtoffers
Op de stuifdijk stootten we een bruine kiekendief op. Hij was net bezig konijn te eten. Voor konijnen is het tot nu toe een prima jaar: tientallen zien we hier rondhuppelen: vooral zwarte konijntjes zijn erg algemeen hier. Voor de kiekendieven een goede voedselbron. De meeuwenkuikens staan ook op het menu van de kiekendieven.

Dood zilvermeeuw kuiken.
Dood zilvermeeuw kuiken.
Meeuwenkuikens dienen zich daarom goed te verstoppen. Dat lukt ze niet altijd. Vooral niet als ze wat groter zijn geworden. Het is komisch om te zien hoe soms zo’n groot kuiken alleen zijn kop in de vegetatie heeft gestoken en lijkt te denken:” Zo ziet niemand me.” Maar er zijn er ook bij die zich zo goed verstoppen dat we ze zelfs in onze omheinde “enclosures” niet kunnen vinden. Drie dagen later, bij een volgende contrôle, blijken ze er dan wel weer te zijn. Bij die driedaagse contrôles voelen wij ons een soort consultatiebureau dat de ontwikkeling vastlegt van de meeuwenbabies: hoe hard zijn ze gegroeid en hoe zwaar wegen ze al? Maar ook: hoeveel zijn er überhaupt nog in leven?

Onderzoek
Naast de vijf zilvermeeuwenparen, elk met een eigen “enclosure” hebben we twee grotere stukken omheind met resp. vijf en zes nesten van kleine mantelmeeuwen. Die laatsten nestelen veel dichter opeen. De vijf paar zilvermeeuwen hadden 15 eieren gelegd, waarvan er 12 (80%) zijn uitgekomen, en de elf paar kleine mantels waren goed voor 31 eieren, waarvan er 28 zijn uitgekomen (90%). Nu, na zo’n dertig dagen zijn er van twaalf Zilvermeeuwenkuikens nog drie in leven (25 %), en van de 28 Kleine Mantelkuikens nog dertien (46 %). Eén van de jonge Zilvermeeuwen werd op een leeftijd van 28 dagen binnen de omheining door een Bruine Kiekendief geslagen en ter plekke opgegeten. Wij troffen alleen de resten aan. Van één van de drie kuikens uit diezelfde “enclosure” vonden we het ringetje terug in een meeuwenbraakbal naast het nest: kennelijk door zijn eigen ouders opgegeten. Het derde jong bleek verdwenen te zijn toen we die plukresten vonden. Wellicht ook ten prooi gevallen van die kiekendief en meegenomen voor diens jongen. Dat ook buiten de “enclosures” veel slachtoffers onder de meeuwenkuikens vallen, blijkt bij een bezoek aan de andere kolonies: op allerlei plaatsen vind je dode kuikens: sommige bezweken door ondervoeding, andere ten prooi gevallen aan kiekendieven en aan hun eigen soortgenoten.

Bibliotheek
In onze eiland-bibliotheek hebben we ook het meeuwenstandaardwerk van Kees Camphuysen over de Zilvermeeuwen en Kleine Mantelmeeuwen: zijn proefschrift, getiteld: “A historical ecology of two closely related gull species: multiple adaptations to a man-made environment.”(ISBN 978-90-9027538-3). Daarin wordt degelijk gedocumenteerd hoe deze twee meeuwensoorten gebruik weten te maken van menselijke activiteiten zoals visserij en afvalbergen. Daarin vind ik ook beschreven hoe de meeuwen elkaars en soms zelfs hun eigen kuikens verorberen. Vooral in het weekend als de zeevissers in hun thuishavens liggen en er geen gemakkelijk zeevoedsel voor de meeuwen te verschalken is, vallen er slachtoffers onder de kuikens in de meeuwenkolonies. Kees laat zien dat de meeuwenkuikens na 30 dagen vrijwel volgroeid zijn, en zo’n tien dagen daarna vliegvlug. De eerste twee Zilvermeeuwenkuikens, die we op 1 juni hebben geringd, zijn nu dan ook bijna vliegvlug. Eentje woog op 2 juli al 920 gram en zijn broer of zus 660 gram.

Windstilte
Ik wist niet wat ik zag: de pollepeltjes van onze windmeter stonden op vrijdag 26 juni helemaal stil. Een uiterst zeldzaam verschijnsel hier. Soms draaien ze zo hard in de rondte dat die drie lepeltjes niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Dan waait het met een snelheid van ruim 50 km/u of windkracht 7. Boven windkracht zes begint het roosterwerk van de uitkijktoren een fluitend geluid te maken, en al heel vaak heb ik die fluittoon gehoord. Maar deze vrijdag dus niet: een aangename stilte, die alleen doorbroken wordt door het gezang (of eigenlijk gekras) van de grasmus. Elke dag zingt hij uit volle borst op allerlei plekken in de bosjes rondom het huis. Het liefst hoog gezeten op een kale tak. Dat hij zo volhardend zingt, betekent waarschijnlijk dat hij nog steeds geen partner heeft kunnen vinden.

In deze rust was een paartje boerenzwaluwen aan het metselen geslagen op een smal plankje dat hoog tegen het torenhuisje was gespijkerd. Ik besloot hen te helpen en verplaatste een nog niet gebruikt kunstnest naar de toren, en schroefde het vast op de plaats waar ze aan het metselen waren. Ze bleven op het hekwerk zitten en leken verbouwereerd toe te kijken, zo van “Wat is dit nu weer? Waren we net zo lekker bezig, en wordt daar plompverloren zo’n kunstwoning geplaatst”. Dinsdag (30 juni) zag ik tot mijn grote voldoening dat ze hun nieuwe woning hadden geaccepteerd en hem samen, elk met een grassprietje dwars in de bek verder aan het opknappen waren.

Af en toe zien we enkele jonge Witte Kwikstaarten bij de vijver, bedelend naar hun ouders voor voer. Op woensdag 24 juni zijn alle zes kuikens uit de witte nestkast uitgevlogen. Maar ook na het uitvliegen hebben de ouders het nog druk.

Veel Atalanta’s en koolwitjes fladderen nu rondom het huis, en de zebrarupsen

Zebrarups.
Zebrarups.
van de St-Jakob’s vlinders eten in hun geel-zwart-gestreepte boevenpakjes de planten van het St Jacob’s Kruiskruid helemaal kaal. Indrukwekkend hoeveel blad ze kunnen verstouwen.

Hittegolf
Vrijdag 3 juli stond onze buitenthermometer op +32, in de schaduw! Aan de wal zal het helemaal wel om te puffen zijn geweest. Met hoogwater konden we in de Binnenzee wat verkoeling vinden. Op zaterdag 4 juli is het met +30 graden nog steeds erg warm, en ga ik waarnemingen doen vanuit de schuiltent. Die staat boven op het duin en beneden me zie ik de schelpenstrandjes tussen de puindammen. Daar is het een drukte van belang: Dwergsterns met kuikens en eieren. Minstens 11 paartjes van dit prachtige felle sterntje nestelen hier, waarvan er vijf nu al kuikens hebben.

Dwergstern met jongen.
Dwergstern met jongen.
Een Noordse Stern komt met een te groot visje voor zijn kleine kuiken. Een inschattingsfout, die hij niet lijkt te willen toegeven. Tot drie keer toe vliegt hij een rondje en biedt hetzelfde visje opnieuw aan. Zijn partner wil het visje overnemen, maar daar geeft hij niet aan toe. Of zou hij een zij zijn. Later wordt één van de twee kuikens met een kleiner visje gevoerd. Een ander paartje Noren (Noordse stern) heeft al een groot kuiken dat bijna kan vliegen. Een visdief zit nog te broeden. Naast deze drie soorten sterns lopen hier nog Scholeksters en Bontbekplevieren met hun kuikens rond. Een drukte van belang, waarbij de kuikens door schade en schande moeten leren buiten het territorium van de buren te blijven.

Bontbekplevieren in gevecht.
Bontbekplevieren in gevecht.
Ik zie hoe een Scholekster met dunne worm naar vrij groot kuiken toeloopt. Hij biedt de worm aan, maar het kuiken accepteert hem niet en loopt weg. De ouder geeft het niet op en loopt achter zijn kuiken aan en biedt de worm opnieuw aan. Deze keer pakt het jong de worm wel aan maar laat hem onmiddellijk weer vallen en loopt verder. Naar de waterrand. De ouder pakt de worm weer op en gaat achter het jong aan. Weer pakt het jong de worm aan, maar spoelt die ditmaal in het water en slikt hem dan wel in. Hij vond de worm zeker te droog in deze hitte, en een natte worm slikt makkelijker weg. Het is aandoenlijk om te zien hoe de oude Scholeksters hun kuikens voeren. scholekster met jong 2015Dat staat in scherp contrast met hoe ze met hun naaste buren omgaan. Schijnbaar uit het niets barsten soms burenruzies los.

"tepiet"scene Scholeksters
“tepiet”scene Scholeksters
“Wat bezielt die Scholeksters?”, vraag je je dan af. Impulsieve woedeaanvallen die eindigen in drukke “tepiet”-ceremonies waar diverse paren zich bij aansluiten. Ongelooflijk hoe die Scholeksters elkaar dan op weten te winden: de dichter Johnny the Selfkicker is er niets bij.

Toch weer harde wind
Jonge Noordse sterns kunnen al bijna vliegen. Ze verschuilen zich naast bakstenen en resten gaas van de met geweld door de golven uiteengeslagen puindammen, die nog herinneren aan vroeger dagen toen Rottumerplaat tegen de tomeloze krachten van zee en wind verdedigd werd. Hoe het hier af en toe tekeer kan gaan, werd ons vandaag weer even duidelijk gemaakt: bij harde ZW-wind werd het waterpeil zo hoog opgestuwd (167 cm +NAP in het Huibertgat voor de liefhebbers), dat de golven over de puindammen heen sloegen. De sterntjes met eieren zaten nog net hoog genoeg, en de kuikens konden zelf omhoog kruipen, maar de nesten van de Kokmeeuwen en Visdieven die juist weer opnieuw begonnen waren op de lager gelegen ZO-hoek van de kwelder zijn vast allemaal weggespoeld.

De wulpen zijn terug
De afgelopen week is nog nadrukkelijker een stap richting herfst gezet. Waren er op 20 juni nog maar een kleine 700 wulpen op het eiland, op 7 juli was dat aantal gestegen tot ruim 2000. Wulpen die terugkomen uit Lapland om van de rijkdommen die de Waddenzee hen biedt te gaan genieten, voordat ze in de loop van augustus verder zuidwaarts trekken. Ook telden we na een afwezigheid van bijna twee maanden 150 Bonte Strandlopers en meldden zich een Zilverplevier, enkele Regenwulpen en twee Groenpootruiters.

8 juli 2015

Bart Ebbinge (tekst) en Doortje Dallmeijer (foto’s)

reageren

geef een reactie

  • sjoerd bakker
    19 juli 2015 om 12:48

    hoi Bart en Doortje,

    Boeiende info en geweldig van die 3 jonge slechtvalken.

    h.gr. sjoerd

  • mnfrd frl
    9 juli 2015 om 22:45

    wederom prachtig en.. krijgen de duivenmelkers krijgen het bericht dat op Rottum duiven met valken slecht kersen eten..?
    en begrijp ik dat zwemmen in zee er niet in zit voor jullie?..

  • Jan Kramer
    9 juli 2015 om 21:49

    Weer tige nijsgjirrich, Bart & Doortje.
    Wie weet waren jullie ‘bontjes’ (of een deel daarvan) en de ‘Grienskonken’ vandaag al doorgetrokken naar de Peasemerlannen. Ik zag daar 300+ Bonte Strandlopers, 43 ‘Grienskonken’, 1 Regenwulp, tientallen Krombekstrandlopers, een kleine duizend Kanoeten en nog meer van dat mooie spul. Het spel is dus inderdaad op de (herfst)wagen.
    Groetend, Jan Kramer.

  • Bird news from Rottumerplaat desert island | Dear Kitty. Some blog
    9 juli 2015 om 18:44

    […] Bart Ebbinge reported on 8 July 2015 from Rottumerplaat desert island in the […]

  • Anja
    9 juli 2015 om 15:37

    Weer een heerlijk verhaal om te lezen en mee te kunnen genieten.

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog