www.boswachtersblog.nl/ Texel

Begrazing en dieren in droge duingraslanden, in kalkarme duinen zoals op Texel.

24 oktober 2014 Boswachter Erik van der Spek in Texel

SONY DSC
Net als alle maatregelen, inclusief niets doen, is begrazen goed voor het één en slecht voor het ander, en vaak zit het daar tussenin. Niet erg, maar voor beheerders als Staatsbosbeheer is het prettig dat er regelmatig onderzoek gedaan wordt dat helpt om keuzes niet alleen op basis van eigen ervaring te maken. Onlangs zijn de resultaten gepubliceerd van vijf jaar onderzoek, deels op Texel, naar het effect van verschillende vormen begrazen en niet-begrazen op een variatie aan soorten dieren.
De basisconclusie is dat ook in het Waddengebied begrazing zorgt voor de afname van verruiging en strooisel, en zo bijdraagt aan droge duingraslanden en duinheides. Ook profiteren de karakteristieke dierengemeenschappen van kustduinen over het algemeen positief van begrazing. Wel zijn er verschillen tussen diergroepen en vormen van begrazing, wat kansen biedt om het beheer te verbeteren. Ook zijn er verschillen tussen de kalkrijke duinen en de kalkarme duinen van het Waddengebied, waar ik mij verder tot beperk.

Rupsen van de kleine parelmoervlinder leven op viooltjes, die profiteren van lichte overstuiving
Rupsen van de kleine parelmoervlinder leven op viooltjes, die profiteren van lichte overstuiving

Insecten en ander klein grut
Duinbegrazing is meestal positief voor de insecten en andere ongewervelde dieren van (half)open duin. Bodemdieren tot 1,5 cm groot komen bij begrazing in lagere dichtheid voor. Dagvlinders van het open duin zoals duinparelmoervlinder, kleine parelmoervlinder en kleine vuurvlinder profiteren van extensieve begrazing. Voor vlindersoorten waarvan de rupsen op breedbladig gras leven, zoals dikkopjes, kan de begrazing sneller te intensief zijn.

blauwe duinsprinkhaan
blauwe duinsprinkhaan

Vogels en zoogdieren
Konijnen reageren positief op begrazing. Herstel van de stand na de konijnenziektes lukt beter bij begrazing dan in onbegraasde gebieden. Bij vogels die in het duin broeden is het beeld wisselender. Vogels van het open duin en hoog struweel reageren gemiddeld licht negatief. Broedvogels van ruigtes en laag struweel reageren wisselend. Duidelijk is dat er hierbij grote verschillen tussen de vormen van begrazing zijn. Begrazing met gemengde kuddes en een hogere graasdruk hebben in het Waddengebied een positief effect (toename of minder sterke afname) op scholekster, tapuit en veldleeuwerik, terwijl een lage graasdruk met runderen juist negatief uitpakt. Voor blauwe kiekendieven lijkt, als uitzondering bij de broedvogels van het open duin, begrazing juist negatief uit te pakken.
(c) Hanneke Roeper Tapuit, vrouw
(c) Hanneke Roeper Tapuit, vrouw

Graasbeheer verbeteren
In het Waddengebied leidt de huidige begrazing met gemiddeld 0,18 grootvee eenheid per hectare tot afname van strooisel en plantenmassa en beschikbare stikstof. Dit levert de gewenste afname van de vegetatiegroei op, konijn en genoemde broedvogels profiteren er van. Voor insecten is een lagere graasdruk beter, maar de verruiging moet wel worden gestopt. Integrale extensieve begrazing, begrazing van grote gebieden, kan in het Waddengebied. Actief sturen van de begrazing, met lokale drukbegrazing of juist delen tijdelijk niet begrazen, kan de kwaliteit van begrazing voor meer soorten gunstig beïnvloeden. Maar herstel van verstuiving is van belang voor de kwaliteit van de vegetatie als voedsel voor planteneters en bloembezoekers.

Bij Staatsbosbeheer gaan we dit rapport verder bestuderen om te kijken hoe wij ons beheer kunnen verbeteren. Duidelijk is dat op Texel als regel de begrazingsdruk lager is dan gemiddeld in het Waddengebied. Mogelijk is uit een verdere bestudering van de gegevens duidelijk te krijgen wat het effect hiervan is.

Bron: Nijssen M. et al 2014 Begrazingsbeheer in relatie tot herstel in droge duingraslanden Eindrapportage 2009-2013

Boswachter Erik van der Spek

reageren

geef een reactie

  • Ed van der Ham
    26 oktober 2014 om 16:46

    Dag Erik,
    Begrazing heeft in het verleden in heel Europa plaats gevonden. De mens heeft ze bejaagd en de biotopen vernietigd. Grote grazers zijn het belangrijkste onderdeel van het kringloopsysteem en zorgen voor het voortbestaan van de soorten. Daar waar geen begrazing kan plaats vinden moet inderdaad de mens het begrazen overnemen van de grote grazers. Open plekken, gelaagdheid en opbouw moet dan door de mens of door een storm plaats vinden. Volgens kan dat beeld verbeterd worden en ook de diversiteit. Staatsbosbeheer is goed bezig.
    Groet,
    Ed van der Ham

    • Erik van der Spek Staatsbosbeheer Texel
      1 november 2014 om 18:59

      bedankt, groet, Erik

  • Hannie van Noort
    24 oktober 2014 om 21:46

    Hallo Erik,
    Mooi artikel over de begrazing. Wij waren ook benieuwd wat de effecten van begrazing zijn, vooral w.b. de loopkevers. Het valt ons op, dat we de laatste jaren zo weinig vangen. Is dat ook zo met de bijen etc.? Dan heb ik nog een vraagje: Hans Turin is bezig met het verzamelen van alle potvalgegevens over loopkevers. Die van Ben Brugge van de Mokbaai en de Moksloot mag ik van hem gebruiken, maar weet jij nog min of meer precies waar ze stonden? ik heb nl. de RD grid gegevens nodig om ze aan Hans te sturen.

    Hartelijke groeten, Hannie

    • Erik van der Spek Staatsbosbeheer Texel
      26 oktober 2014 om 12:05

      Hallo Hannie,
      bedankt, met bijen is het beeld divers voor sommige soorten was 2013 kennelijk erg ongunstig, die zijn dit jaar niet of nauwelijks gezien. Maar monitoring hiervan is erg lastig het waarneem moment, het weer op het moment dat je tijd hebt om waar te nemen, heeft heel erg veel invloed. Potvallen zijn wat dat betreft beter te vergelijken. Ik probeer uit te zoeken wat de locaties waren.

      groet, Erik

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog