www.boswachtersblog.nl/ Texel

Houtskool branden in De Dennen op Texel, nuttige bestemming onverkoopbaar hout

27 februari 2017 Boswachter Erik van der Spek in Texel

In de periode 1898-1940 is op Texel het bos aangeplant dat wij nu De Dennen noemen, ook de oude naam Staatsbossen wordt nog wel gebruikt. Deze bosaanleg was onderdeel van het productief maken van wat in die tijd woeste gronden of onland werd genoemd. Een van de manieren was het aanplanten van bos voor de houtproductie. In de dertiger jaren van de vorige eeuw begon het bos bruikbaar hout op te leveren. Een deel van het hout was niet geschikt voor gebruik, verwerking tot houtskool was een mogelijkheid om het toch een nuttige bestemming te geven. In het Nederlandsch Boschbouw-Tijdschrift van april 1930 beschrijft houtvester Boodt hoe dit in zijn werk ging.

Houtskool
Houtskoolbranden gebeurde al in de grijze oudheid. Houtskool kan gebruikt worden om de hoge temperatuur te bereiken die nodig is bij he maken van wapens en munten. Traditioneel gebeurde het houtskoolbranden in een meierij, trage verbranding onder een afdekking van grond en zoden. Een proces van 12-14 dagen onder constant toezicht van geoefende kolenbranders. Het kon sneller en minder belastend en veeleisend voor de medewerkers in verplaatsbare houtskoolovens, die in Frankrijk ontwikkeld waren. De ontwikkeling van deze ovens kwam opgang omdat houtskool toen motorbrandstof was en door zelf houtskool te produceren hoefde er minder olie voor de productie van benzine te worden geïmporteerd.

 

Houtskool branden op Texel
In december 1928 zijn twee ovens van verschillende types van de firma Delhommeau op Texel gedemonstreerd. Boodt noemt het resultaat bevredigend, ook al waren de omstandigheden aller ongunstigst door een dikke laag sneeuw en drijfnat hout. Na de demonstratie zij beide ovens aangekocht. Dit vooral omdat gebleken was dat het hout dat bij de eerste dunning van Oostenrijkse Dennen en Corsicaanse dennen beschikbaar kwam goede houtskool opleverde. Tot dan toe was er geen ervaring met deze boomsoorten opgedaan. Deze ovens konden zeven stère (gestapelde kubieke meter hout) bevatten. Bij het stapelen van het hout in de oven was het belangrijk om het hout zo dicht mogelijk tegen elkaar aan te leggen. De stammen mochten niet dikker dan 10cm zijn. Alleen goed laden kan een goed resultaat opleveren.

Resultaat
Het zelf branden van houtskool ging niet direct vlot. Geleidelijk kregen de medewerkers voldoende ervaring om wel tot een goed resultaat te komen. Om duidelijk te krijgen hoe bruikbaar de ovens in ons klimaat waren is goed bijgehouden hoeveel tijd aan de verschillende onderdelen van het proces is besteed en wat de opbrengst was. In de praktijk bleek de ene oven 6 en de andere 5,4 stère hout te kunnen bevatten. Volgens de fabrikant zou een productiegang maximaal 50 uur duren, waaronder 15 uur voor het koelen. In de Texelse praktijk duurde het afkoelen zeker 24 -30 uur. Mogelijk kwam dit door de vele wind en ook doordat het hout niet eerst van de schors is ontdaan. Hout dat anders niet verkocht kon worden kreeg op deze manier een rendement van F 1,40/stère. Niet bekend is hoe lang er op Texel houtskool gebrand is.

Bron: Verkoling van hout met verplaatsbare Fransche houtskoolovens, P. Boodt, Nederlandsch Bosbouw-Tijdschrift april 1930: 105-123 http://edepot.wur.nl/271674

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog