www.boswachtersblog.nl/ Texel

Vervang die oude veren…

8 augustus 2017 Boswachter Dick Schermer in Texel

Op dit moment vind je waar veel vogels samen zijn altijd veel oude veren: zoals op de Hors of in de Slufter. De aangespoelde veren zijn vaak rafelig en soms ook wat groezelig. Ze komen van ruiende vogels. Vogels verliezen de veren omdat ze klaar zijn met het broeden en grootbrengen van de kuikens en nog moeten beginnen met de trek. Het is eigenlijk de grote onderhoudsbeurt voordat ze de lange reis gaan maken. Sommige vogels zoals eenden en ganzen verliezen alle slagpennen in een keer; zij verstoppen zich de hele ruitijd. Maar de meeste vogels doen dat geleidelijk pennetje voor pennetje. Het wisselen van het verenpak mag geen al te grote invloed uitoefenen op het vliegvermogen.

 

Veren zijn de uiterst doelmatige bekleding van vogels. Met de veren houden ze zich warm, maar kunnen er ook mee vliegen en pronken. Iedere veer bestaat uit een schacht met een binnen- en een buitenvlag. Iedere vlag bestaat weer uit een baard, die met haakjes gesloten kunnen worden. De haakjes  lijken wel een beetje op een ritssluiting. Vandaar dat we vogels vaak hun verenkleed zien poetsen. Een veer is soepel, licht, sterk en gemakkelijk te repareren. Het is altijd verrassend om zo’n veer met een loep te bekijken!  Doordat de veren dakpansgewijs over elkaar liggen zijn ze waterdicht. Veel vogels smeren de veren nog in met vet uit een klier om alles soepel te houden.

Suizende duikelaars

Heel leuk is het om bij de uitkijkposten van de Geul en de Slufter, waar de vrijwillige vogelwachters van Staatsbosbeheer gehuisvest zijn, te kijken naar binnenvallende steltlopers. Dit kunnen bijvoorbeeld wulpen, zilverplevieren, groenpootruiters, tureluurs of ander klein spul zijn. Met hoogwater gaan veel vogels rusten in de Mokbaai en de Slufter en komen soms van grote hoogte aangevlogen. De vogels die naar beneden komen maken een ruisend geluid. Beide vleugels missen nu in de ruitijd een paar veren en de wind zorgt ervoor dat de pennen gaan trillen. Deze uitgevallen veren zullen weer snel worden vervangen. Na het uitgroeien van deze veren zijn andere veren aan de beurt, maar altijd evenwichtig aan beide zijden.

Doordat vogels regelmatig veren ruien, is ieder ruikleed anders. Aan het verenkleed is vaak te zien of je met een jonge vogel of een oude vogel te maken hebt: zo zijn jonge zilvermeeuwen bruin en oude vogels licht gekleurd. Soms is er verschil tussen zomer- en winterkleed: de zilverplevier heeft in het zomerkleed een prachtige zwarte borst en keel maar in het winterkleed is de vogel egaal getekend. Eenden hebben ook nog een tussenkleed: Na het broeden krijgen de mannetjes vaak hetzelfde bruine kleed als de vrouwtjes: het tussenkleed of eclipskleed.

De stilte na de broedtijd

In de broedtijd zorgen zangvogels voor veel geluid in bos, duin en moeras. Zo zingt de merel om een voedselterritorium en om een vrouwtje te verleiden om daar te gaan nestelen. Als het nestje er is en de jongen moeten worden gevoerd dan wordt de zang minder. Als eenmaal de jongen rondvliegen dan stopt de zang helemaal. Op dat moment ruien de oude vogels het volledig gebruikte verenkleed. Dit is heel mooi te zien op de foto van een merel uit vogeltrekstation Korverskooi , waar onderzoek wordt gedaan door de Vogelwerkgroep naar het broed- en ruigedrag van vogels.

Het is dus nu stil…

reageren

geef een reactie

  • Piet van Noort (@pietjepier)
    8 augustus 2017 om 23:23

    Een mooi verhaal maar de veren op de foto laten mij twijfelen. Volgens mij zijn het de veren van een postduif die ten prooi is gevallen. Op dit moment ruien de postduiven pen voor pen en start de explosieve rui van de donsveren later in het jaar.

    • Boswachter Dick Schermer
      12 augustus 2017 om 08:56

      Dag Piet,
      Het zijn veren van grauwe ganzen die massaal ruien in juni. Een jaarlijks terugkerend fenomeen. Deze foto is niet in scene gezet of van een vogel die ten prooi is gevallen, maar zo gevonden.
      groet Dick

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog