www.boswachtersblog.nl/ Texel

Koeien in de Nederlanden

30 november 2018 Boswachter Dick Schermer in Texel

Wandelend door de Nederlanden – het lage deel van de Muy – zie je de Galloway-runderen: kleine, ruige, zwarte koetjes zonder horens. Tussen het slag langs de Bertusnol en het Slufterdijkje lopen er zo’n 60. Het is een flink gebied dat ze tot hun beschikking hebben: ongeveer 2 km² aan weilanden, duinen en bosjes. Ze leven helemaal natuurlijk en kunnen vrij rondzwerven. Soms splitst de kudde zich op in kleinere groepjes. In de zomer lopen ze meer in de weilanden, ’s winters onderzoeken ze vaker de achterliggende duinen en bosjes. Rond de boet van Hopman in de duinen net ten noorden van De Koog lopen in een kleiner gebied ook nog pinken.

Het zijn geen wilde dieren, dat is ook te zien aan de oormerken, het registratiesysteem voor runderen. Ze hebben een rustig karakter zodat wandelaars er veilig langs kunnen lopen. De koetjes grazen hier om het gebied open te houden. Van half juni tot december loopt er een vruchtbare stier in de kudde om de koeien te bevruchten. De overige mannelijke runderen zijn ossen, gecastreerde dieren. Als in de lente of zomer een koe moet kalveren, zoekt de moeder een rustig plekje op in de duinen, weg van de kudde. Bijzonder is dat het kalfje enkele dagen op die plek blijft terwijl de moeder in de buurt blijft grazen. Soms liggen er enkele kalfjes bij elkaar. De kudde mag echter niet te groot worden: dus worden 3 of 4 jarige dieren die teveel zijn op Texel geslacht en verkocht als zuiver natuurvlees.

Grazen en bloeien, mest en weidevogels

De Galloways lopen het hele jaar door in de Muy en worden niet bijgevoerd. Als er weinig gras over is in de winter, scheuren ze de bast van wilgen. Dat is goed te zien aan de bomen langs het wandelpad. In de zomer echter is er een overvloed aan eten en krijgen gebieden waar ze nauwelijks hoeven te komen de mogelijkheid om tot bloei te komen. Veel plekken hebben dan een rijk palet aan orchideeën. Heel opvallend is ook dat er een heideveldje lijkt te ontstaan langs het slag noordelijk van het vogelwachtershuisje.

De mest in de koeienvlaaien is erg droog en vezelrijk. Dat is heel aantrekkelijk voor dieren die daar van leven: keverlarven, vliegenmaden en regenwormen. Duw maar eens zo’n vlaai om; het wemelt van het leven en overal zijn graafgaatjes te vinden. Dit trekt weer veel weidevogels aan in het voorjaar. In de Nederlanden broeden verspreid nog veel weidevogels zoals kievit, tureluur en grutto, die een redelijk aantal jongen groot brengt.

Uitbreiding van de begrazing

De koeien krijgen binnenkort meer ruimte. Wie een wandeling maakt over het ’s Hertogenboschpad – het pad dat vanaf het vogelwachtershuisje naar het strand loopt – ziet dat er een omheining wordt geplaatst. Het gebied tussen dit pad, de buitenduinen en de Slufter – de Slufterbollen -wordt in de begrazing meegenomen. Wanneer de tussenheining wordt weggenomen kunnen de koeien het erg ruige gebied in en zullen er dus overal meer open plekken verschijnen voor een meer gevarieerde plantengroei.

 

 

reageren

geef een reactie

  • froukje van Rossem-Klomp
    3 december 2018 om 16:34

    Nesten die grond-broedende vogels maken worden zeer waarschijnlijk vertrapt door al dat vee?

    • Boswachter Dick Schermer
      4 december 2018 om 11:33

      Dag Froukje,
      Afgelopen jaar heb ik op plekken waar vee liep nesten zien uitkomen, vooral op plekken waar ze op dat moment relatief weinig waren.(bijv.deel nabij de Muyplas) en ook rond de boet van Hopman. In het noordelijk deel ligt een groot deel waar het vee niet kan komen. (orchideeën weide) Daar broeden veel grutto’s en kieviten. Natuurlijk sluit ik niet uit dat er wel eens een nest sneuvelt door een koe maar door de dichtheid van vee (ongeveer 3 dieren per ha) zal dat acceptabel zijn.
      groeten Dick Schermer

  • Helena
    30 november 2018 om 15:52

    Wat mooi! Maar hoe is als ik daar met mijn honden wandel? Zijn we dan veilig?

    • Didier
      30 november 2018 om 16:40

      Wij hebben twee honden die daar – altijd onder appel – aan de lijn lopen. Enige afstand 15 meter is in het algemeen genoeg en leid ze af. met b.v. ietslekkers of een bal die je in je hand blijft houden. Geniet!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog