Het kriebelt!
De winter is een mooi seizoen. De natuur is in rust en er lijkt niet veel te beleven. Hoe onwaar dat is zie je vooral als het gesneeuwd heeft. Sporen, overal. Niet alleen die leuke pootafdrukjes van vogels, knaag- en hoefdieren, maar ook vraat, graaf, wroet, schil en krabsporen. Heerlijk om te ontdekken wie er allemaal geweest zijn en wat ze aan het doen waren.
Aan het eind van de winter, als ik al genoeg foto’s heb gemaakt van besneeuwde dennen en berijpte heidevelden, gaat het wel weer een beetje kriebelen hoor.
Dan mag de lente komen. Het begint bij mij meestal met de geur, ik kan het niet goed benoemen, maar ik ruik het als de lente eraan komt, de kou krijgt een ander luchtje….lekker.
Natuurlijk ga je het ook zien, die dikke bolle knoppen in struiken en bomen, de opgerolde varens die zich uitrekken alsof ze ontwaken en het soort groen wat je alleen in het vroege voorjaar ziet, fris en transparant. Maar ook de eekhoorn die de takken van de linde afschraapt en met volgepropte wangzakken zijn nest in orde gaat maken. De oehoe heeft al bijna een kuiken, de vos maakt zijn vrouwtje het hof en de egel komt uit zijn warme winterslaap. De eerste biggetjes hollen al in het rond, of ze zo van een pyama-party komen en de kalfjes in de hertenbuiken gaan weer wat sneller groeien, net als het nieuwe gewei van hun vaders.
Maar je voelt het ook als de lente in aantocht is. De eerste zonnestralen die je gezicht verwarmen, het zachte gras wat tussen je tenen kriebelt en je voelt het in je buik, als de snaren worden geraakt die ervoor zorgen dat je weer blij en gelukkig wordt. De natuur om je heen wordt wakker en ademt nieuw leven. Wat heerlijk om daar deel van uit te mogen maken.
Nog eventjes en iedereen krijgt weer de kriebels in de buik, de lentekriebels. Dan gaan we met z’n allen weer lekker naar buiten. Wandelen en fietsen op een mooie lentedag, wat een feest. Om je heen zijn de vogels druk in de weer met hun nesten en jonkies, bedrijvigheid alom. Het frisse jonge gras laat ook de herten weer actiever worden zodat we ze sneller en makkelijker kunnen zien. Daarvoor gaan we met de boswachter mee het bos in, want die weet waar ze te vinden zijn. En na zonsondergang het bos in met de boswachter is natuurlijk helemaal spannend. Als je daar de kriebels niet van krijgt, weet ik het ook niet meer.
Boswachter Monique Zondag
geef een reactie