Op de hogere delen in het Renkums Beekdal heeft een kudde schapen ons een week lang geholpen met het natuurbeheer. Door een paar dagen de kudde te laten grazen verbetert de vegetatielaag. Het gras is op de hogere delen wat vervilt. Dat wil zeggen dat het gras zo dicht ineen groeit dat de andere kruiden geen kans meer krijgen te ontkiemen. Dat zou betekenen dat we een heel eenzijdige vegetatie krijgen en dat draagt niet bij aan de biodiversiteit. We willen graag veel soorten de kans geven, waardoor er ook weer meer insecten, vogels, amfibieën etcetera komen.

Met schapenbegrazing kan je die vervilting doorbreken en krijgen de andere plantensoorten weer kans. De schapen trappen met hun poten openingen in de vervilte laag. Ook doordat ze het gras heel kort grazen komen ze door de vervilting heen. Koeien zijn veel zwaarder en zouden de vegetatie helemaal kapot lopen, vooral omdat het drassig is. De schapen zijn er nu, in het najaar, een week om na de groeiperiode en het maaien het laatste gras af te eten, dat noemen we ‘nabeweiding’. Straks in het voorjaar als de vegetatie weer begint te groeien komen ze weer een week, dat noemen we ‘voorbeweiding’.

Het is een heel leuk gezicht zo, die schapen in het beekdal. Voor hen is het een leuke afwisseling, want ze lopen normaal vaak op de heidevelden van de Veluwe. Of zou het de schapen niks uitmaken waar ze mogen grazen?
Wij vinden het wel gezellig….

Jaël Bergwerff
Boswachter Veluwe-Rand