www.boswachtersblog.nl/ Zuid-Holland

Extreem voorjaarsweer van invloed op broedseizoen weidevogels in De Wilck en Westeinde

14 augustus 2018 Boswachter Jenny van Leeuwen in Zuid-Holland

In de weidevogelvriendelijk beheerde polders De Wilck en Westeinde in het Groene Hart blijft het aantal broedende weidevogels afgelopen broedseizoen redelijk stabiel. Dat is op zich al een mooi resultaat, want de omstandigheden waren matig en de landelijke trend is sterk dalend. Sinds 1960 is meer dan 60 procent van alle weidevogels verdwenen door de intensivering van de landbouw en dreigen ze uit te sterven in Nederland. Met name de grutto –onze nationale vogel en hét icoon van het oud-Hollandse polderlandschap- is echt een zorgenkindje geworden.

Tellingen

Samen met vrijwilligers doet Staatsbosbeheer al jarenlang tellingen van de broedparen weidevogels in de natuurgebieden in het Groene Hart. Grutto, tureluur en scholekster zijn in De Wilck met respectievelijk 72, 30 en 32 broedpaartjes ongeveer gelijk gebleven; de aantallen kieviten zijn door de late vorstperiode iets gedaald van ruim 80 naar 75 broedparen. “Dit zijn nog steeds spectaculair hoge aantallen, gezien de geringe oppervlakte van De Wilck van slechts 120 ha”, aldus boswachter Jenny van Leeuwen. Het aantal veldleeuweriken is gelukkig wel wat hoger dan vorig jaar. Dit zijn er nu zeven. “Dat lijkt weinig, maar in Nederland is deze soort bijna uitgestorven en we mogen dus hartstikke trots zijn op dit aantal”, aldus de boswachter. De gele kwikstaart is voor De Wilck een nieuwe weidevogel die er broedt en dat zijn dit jaar meteen drie paartjes. “Dat is dus een unicum voor het gebied en echt hoopgevend!” Begin maart werd met hulp van vrijwilligers en donateurs een zonnepomp geplaatst voor meer plasdras in De Wilck. Het effect was meteen zichtbaar met het –ook voor het eerst!- voorkomen van 3 steltkluten in het broedseizoen en er hebben nu ook kleine plevieren jongen groot gebracht.

 

Gele kwikstaart heeft voor het eerst in De Wilck gebroed en meteen met 3 paartjes!

In Polder Westeinde zien we ten opzichte van 2017 een opvallende toename. In dit gebied zagen we de afgelopen jaren een afname en door in te grijpen met passende beheermaatregelen, zoals pitrus maaien en sleutelen aan het waterpeil, zijn de grutto en scholekster nu weer in de lift met 13 grutto-, 10 tureluur- en 13 scholeksterpaartjes. Het is natuurlijk mooi om te zien dat de maatregelen meteen resultaten laat zien. Voor de Kievit is helaas sprake van een afname naar 17 paartjes. De plotselinge koude-inval in maart is hier –net als in De Wilck- mogelijk de oorzaak van geweest. Veel kieviten hebben deze vorstperiode niet overleefd.

Met dank aan onze vrijwilligers Cor en Johan van de Vogelwerkgroep en donateurs via het Vogeldagboek van Adri de Groot werd een zonnepomp geplaatst voor meer plasdras.

 

Maatwerk

De Wilck en Westeinde zijn natuurgebieden in het Groene Hart die speciaal voor vogels zijn ingericht: in de winter is er een plek om te rusten voor de wintergasten; in de lente een plek voor weidevogels om te broeden en in het vroege voorjaar en in de herfst komen duizenden trekvogels hier een pauze houden om even aan te sterken voor ze weer verder trekken. Dat vergt in ieder seizoen maatwerk in beheer.

Ook voor de weidevogels zijn er speciale beheermaatregelen. Zo wordt er in deze veenweidegebieden veelal pas na 1 juli gemaaid, zorgt een hoog waterpeil voor betere weidevogelcondities en is er beperkt of geen mestgift. Dit levert speciaal kuikenland op, bestaande uit een korte, open en kruidenrijke grasvegetatie. Dergelijk water- en kruidenrijk grasland trekt duizenden insecten waar de jonge weidevogels groot op worden. Een bijkomend voordeel is dat veenweidegebieden met een hoog waterpeil broeikasgassen vasthouden wat een gunstig effect heeft als het gaat om het reduceren van de CO2-uitstoot en bodemdaling. Bovendien zijn de bloemrijke graslanden een lust voor het oog van de recreant!

In het kruiden- en bloemrijke grasland leven veel insecten die weer het voedsel vormen voor de weidevogelkuikens

 

Inzetten op kuikenoverleving

Nu het aantal broedparen weidevogels stabiel blijft, is het des te belangrijker dat de kuikens overleven. Vandaar dat  Staatsbosbeheer in haar beheer extra inzet op kuikenoverleving. Ruim de helft van de jongen komt nu uit. Legsels die niet uitkomen worden voornamelijk geroofd door kraaien, roofvogels of kleine roofdieren. Een gezonde populatie zou bestand moeten zijn tegen predatie, maar aangezien de aantallen in Nederland zo kwetsbaar zijn, verdienen deze factor nu ook de aandacht.

De kuikens hebben met name ook voldoende rust en voedsel nodig om te kunnen overleven en uiteindelijk ‘vliegvlug’ te worden.  Per perceel wordt gekeken of er nog kuikens op de percelen zitten en wanneer er dus kan worden gemaaid door de boeren. Pas dan krijgen de boeren die deze percelen van Staatsbosbeheer pachten, toestemming om te maaien. Deze manier van samenwerken, waarbij Staatsbosbeheer de regie heeft over wat er wel en niet gebeurt op het grasland en de boer toch ook het gras kan winnen, levert uiteindelijk voor iedereen wat op. Bovenal hebben de kuikens op deze percelen een grotere kans om te overleven en dat is het allerbelangrijkste!

Kuikenoverleving is een belangrijk aandachtspunt! Er moet voldoende rust en voedsel zijn.

 

reageren

geef een reactie

  • Wouter Q
    18 augustus 2018 om 17:23

    Moet er misschien iets worden gedaan zodat roofvogels niet op de paaltjes kunnen zitten (hoewel ik ze graag zie, vooral de kiekendieven en slechtvalken :-). Iets met pinnetjes, zoals ook tegen duiven wordt gebruikt.?

  • Lies
    14 augustus 2018 om 14:04

    Hallo boswachter Jenny,

    Trots op Zuid-holland net als jullie;
    Met dank voor alle positieve info,

    Groene vogelgroet,
    Lies

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog