Bomen van Betekenis #3 De Hitlerboom in het Haagse Bos

In de Tweede Wereldoorlog is zo’n tachtig tot negentig procent van de bomen in het Haagse Bos door de Duitsers gekapt. ‘Het was een grote kale vlakte van het Malieveld tot aan Huis ten Bosch’, zegt boswachter Mark Kras. Het terrein hoorde bij de Atlantikwall die de Duitsers langs de westkust van de bezette gebieden hadden aangelegd om zich te weren tegen een geallieerde aanval over zee. Maar er was nog meer. Er werden ook raketten vanuit het Haagse Bos afgevuurd, die met name Londen als doelwit hadden. De bomen die niet gekapt waren deden dienst als camouflage voor een mobiele lanceerinrichting. Het spreekt voor zich dat de Duitsers dit geheel goed bewaakten. De manschappen die daarmee belast waren lieten overal sporen achter die nu nog steeds te vinden zijn.
Mark legt een wat ouderwets inventarisatierapport op tafel: Boominkervingen in Den Haag, afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog en reacties daarna op oorlog en vrede, van P.B. Wiesenhaan. In de publicatie staan vooral afbeeldingen van wat de titel aangeeft, met in het Haagse Bos niet minder dan 25 van dat soort werkjes. De onderzoeker vond hakenkruizen, de runes van de SS, de silhouetten van tanks. En niet allemaal dateren die uit de oorlog. Ook erna werden nog hakenkruizen in bomen gekerfd. Wat ik een enge gedachte vind.
Bijna alle sporen worden aangetroffen op beuken. Die boomsoort heeft een dunne bast, die, zeker met een zakmes, makkelijk te verwijderen is. De boom lijdt er meestal niet onder wanneer dat spaarzaam gebeurt, maar Staatsbosbeheer moedigt het natuurlijk niet aan. Er is toch altijd de kans dat ziektekiemen of sporen van zwammen zich in die oppervlakkige verwonding nestelen en de boom verder aantasten.
In een van de bomen die de kaalkap van de Duitsers overleefde, bleef een wel heel bijzondere getuigenis uit de bezetting achter. Op zo’n tien meter hoogte is een hakenkruis ingekerfd, met daaronder een portret van Adolf Hitler, meteen te herkennen aan de lok over het voorhoofd en de kleine snor. Er is verder niets bekend over wie deze inkervingen aanbracht. Het vermoeden bestaat dat het om een soldaat ging die belast was met het bewaken van het gebied, maar zich uit verveling met andere zaken bezighield. Er is ook wel geopperd dat het om een schuilplek zou gaan die een soldaat tijdens het vergissingsbombardement van 3 maart 1945 opzocht. Toen vielen geallieerde bommen op het Bezuidenhout (met naar schatting 550 doden als gevolg) in plaats van op de raketlanceerinstallaties in het Haagse Bos.
Hoe dat ook zij, het heeft nog steeds iets schokkends wanneer Mark de plek hoog in de boom aanwijst en ik de Führer aankijk. Die is trouwens wel elk jaar wat forser geworden: een inkerving vervormt immers met het dikker worden van de boom.
Vaker naar het Haagse Bos
Ik vermoed dat de Hitlerboom uniek is in Nederland. Maar zeker weet ik dat niet. Wel heb ik behoefte aan iets minder sinisters. En dat stelt Mark mij in het vooruitzicht: ‘Kom maar terug wanneer de witte paardenkastanje bij de Koekamp bloeit.’ Dat ga ik zeker doen. En ineens is daar ook die herinnering aan mijn mooiste ervaring in het Haagse Bos. Jenny van Leeuwen (overleden in 2019) leende mij ooit haar verrekijker met de instructie ‘volg de stam van die eik tot aan de holte hoog in de boom’. En toen gebeurde het: de bosuil die daar huisde, opende zijn ogen en keek recht in de lenzen. Dat was een ontmoeting. Alsof de natuur mij ook zag.

geef een reactie