www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Iets monsterlijks heeft hij wel; de wurgvijg

25 maart 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Vorige week was de Europese verkiezing voor de Boom van het Jaar. Aandacht voor bomen is natuurlijk altijd goed, en op deze manier kun je wanneer je op reis bent, veel makkelijker informatie vinden over bijzondere exemplaren. Dat gebeurde mij ook: ik was in Palermo en had gelezen dat de grootbladige vijg uit de botanische tuin aldaar, in 2022 was voorgedragen voor Boom van het Jaar. Bijna schreef ik: had meegedongen naar. Maar dan zou ik het wat te menselijk maken. Verder ben ik niet van de wedstrijden: de oudste, hoogste, dikste…het zegt mij niet zo heel veel. Wat wel fraai achter zo’n competitie vandaan komt: hoe mensen zich verbonden weten met hun boom. (Bewust daar 'hun' niet tussen aanhalingstekens. Niet omdat het al of niet over eigendom gaat, maar omdat ik voor het onderstrepen van de relatie graag het bezittelijk voornaamwoord gebruik. Wat zo 'with it' klinkt, ‘de boom is in eerste instantie van zichzelf’, is in feite raar. Daar had ik ’t in mijn eerste post al over: een boom leeft in zoveel verbanden en symbioses dat je ‘m niet eens zo maar kunt begrenzen).

Je blijft kijken
Zo in gedachten verzonken als hierboven was ik niet, toen ik mijn eerste grootbladige vijg zag. Dat was in de Koninklijke Tuin van het Palazzo dei Normanni. Er was helemaal geen tijd voor overpeinzingen, want de opwinding van de blik neemt het volledig over. Terwijl ik deze buitenissige (eigenzinnige?) groei wel in Azië had gezien, verwachtte ik zoiets toch niet hier: het is nauwelijks te zeggen wat de hoofdstam is, omdat die vergroeid is met stammen die vanuit zijtakken naar de grond groeiden. (Feitelijk zijn dat luchtwortels die vanaf het moment dat ze de grond raakten verdikten en dragende stammen vormden). Eén boom wordt zo een heel woud. Hoe wonderlijk! Maar er is nog meer dat verbaast: hoe zo’n organisme zijn wortels over de grond heeft gelegd, als vervaarlijke dinoklauwen. Die lijken al aan te geven wat de boom óók is; een kolonisator die behoort tot de wurgvijgen.

Boomzorg
Dat Italianen overdrijven, ik zou dat nooit zo zeggen. Maar de Siciliaanse schrijver Roberto Alajmo benoemt het zelf: dat de stadsbewoners volhouden dat hun botanische tuin de grootste van Europa is. Dat klopt beslist niet, alhoewel dat nu niets uitmaakt. Er doen ook verschillende verhalen de ronde over wat nou de grootste grootbladige vijg van de stad (en daarmee van het land en van Europa) is. Meerdere mensen vertelden mij dat de boom in de Giardino Garibaldi (deel van het Piazza Marina) de competitie wint. Zijn geschiedenis is goed gedocumenteerd, en hij heeft meer betekenis dan andere bomen: hij staat immers op een vrij toegankelijk plein en is in 1864 geplant ter ere van Garibaldi en daarmee van de lange weg naar de Italiaanse eenwording. En er is een soort horrorvertelling: de boom zou precies op de plaats staan waar ten tijde van de inquisitie executies plaatsvonden. In ieder geval is duidelijk dat deze boom geliefd is. Een heel stuk stoep is speciaal voor zijn vrije groei afgezet met een staketsel en om twee stuttende stammen (die dus ooit als luchtwortel begonnen) zijn zelfs metalen korven geplaatst om ze te beschermen.
Om de wurgvijg van de botanische tuin te zien moet je betalen en hij is minder beroemd. Al hielp de verkiezing uit 2022 wel wat om hem bekender te maken.

Een getal is maar een getal
Maar dan toch: welke is de grootste? En hoe meet je dat? Van de Garibaldiboom wordt gezegd dat hij duizend kuub aan bladeren heeft -maar zonder vergelijkbare gegevens zegt dat weinig. De site Monumental Trees meldt dat je uit kunt gaan van de central body, dat wil zeggen de hoofdstam en de belangrijkste nevenstammen, of je meet de totale omtrek van het ‘woud’ (total perimeter), voor beide geldt: op borsthoogte, tussen 1,5 en 1,7 meter. Bij de eerste methode wint de Garibaldiboom: veertig meter tegenover 28 meter van het exemplaar in de botanische tuin. Bij de andere wijze van meten blijkt de vijg uit de botanische tuin een stuk groter: 87 meter. De totale omtrek van de Garibaldiboom is zeventig meter.
Andere sites noemen andere getallen, en verwarrend genoeg heeft Monumental Trees ook staatjes met afmetingen van alleen de hoofdstam. Dus ik laat het hier even bij. Wel interessant: het exemplaar in de botanische tuin is vanuit Norfolk Island (meer dan duizend kilometer uit de oostkust van Australië) verscheept en rond 1845 geplant.

Het gaat op Sicilië dus om een Australische wurgvijg (Ficus macrophylla f. columnaris) en net als zijn beroemdere familieleden zoals de banyan uit India, begint hij zijn leven in onschuld. Hij ontkiemt het best wanneer een zaadje het spijsverteringskanaal van een vogel gepasseerd is en wanneer het dan in een kleine holte van een boom terecht komt, ontspruiten adventiefwortels en takken. Hij leeft aanvankelijk als epifyt, dat wil zeggen dat hij geen voedingsstoffen aan zijn gastheer onttrekt. Maar bijvoorbeeld wel profiteert van regenwater dat langs de stam stroomt. Zo gauw als zijn wortels de bodem raken, vindt er een transformatie plaats, hij wordt een killer. Eerst wint hij de strijd om het licht van zijn gastheer die hij vervolgens verstikt -waarbij hij profiteert van het organisch materiaal dat zo ter beschikking komt. Zoals alle ficussoorten is ook de grootbladige voor zijn bevruchting en dus voortplanting aangewezen op een specifieke wespensoort. Die ontbreekt op Sicilië. In het wild kan de grootbladige vijg tweehonderd jaar worden en de exemplaren in Palermo zijn gezond en kunnen dus nog even vooruit. Ik las trouwens een vreemd bericht dat ik niet geverifieerd krijg. Wellicht is het een nieuwe urban legend, maar in Sydney zou een grootbladige vijg (die daar Moreteon Bay fig heet) een boom die op zes meter afstand stond, hebben verslonden.

Afbeeldingen van boven naar beneden: grootbladige vijg in de botanische tuin, de Koninklijke Tuin, op Piazza Marina en in de botanische tuin. 

reageren

geef een reactie