www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Luilekkerlandschap

29 mei 2013 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

korrie besemsZou het aan de zon liggen, mijn milde stemming? In De Pont in Tilburg bekijk ik de nieuwe foto’s van Korrie Besems. Van haar kende ik de serie ‘Verzonnen Verleden’ waarin ze retro- en neostijlen in het Nederlandse bouwen vastlegde. Je kent het wel: jaren dertighuizen uit 2003, zeventiende-eeuwse grachtjes in de buitenwijk en zo meer.
Nu fotografeerde ze ‘luilekkerlandschappen’; plekken waar de Nederlander zijn vrije tijd beleeft. Naast wederom veel nostalgie deze keer ook minstens zoveel fantasie, met sprookjeskastelen, rietgedekte hobbitwoningen en safari cabins.
En die hoor je vreselijk te vinden. Zeggen de mensen met smaak in de vaktijdschriften. Architectuur, en zeker de Nederlandse met zijn functionalistische, no-nonsense traditie, mag vooral niet te feestelijk worden. Ik kan ze niet zo erg vinden, op zich, al die Roompot Marina Parken, Hoven van Saksen, Golfclubs, Landdalen, Snowworlds, Haverleijen, Wigwamwerelden en Aquadelta’s.
Vaak hoor je als kritiek op deze vrijetijdslandschappen dat ze niet passen in hun omgeving. Dat kan ook niet, ze zijn juist bedoeld om de bezoeker uit zijn bekende omgeving te halen en de illusie van een andere, betere wereld voor te houden. Dat is nu eenmaal des mensen, de wens om even in een luilekkerland te vertoeven. Hoe beter het decor hoe overtuigender de beleving.

Dat was in de achttiende eeuw ook al zo. Tal van buitenplaatsen werden toen ingericht als complete vermaakcentra, met kunstmatige bergen, nep beekdalen, oosterse paviljoens, Turkse tenten, overdekte banen voor balspelen enzovoort. Maar we kunnen nog verder terug in de tijd.
Mediëvist Herman Pleij schreef een briljante studie over prethoven: Dromen van Cocagne. (Cocagne is luilekkerland). Hij noemt onder meer de hoftuin van Albertus Magnus in Keulen. Een verslag van een bezoek in 1249 meldt: ”Het is hartje winter…maar in de kloostertuin blijkt het warm te zijn als in het midden van de zomer! Bloemen staan in bloei, het fruit hangt rijp en te grijp aan de bomen, vogels kwinkeleren. Binnen deze klimaatregeling smaakt het eten heerlijk.” En op het Noord-Franse kasteel van Hesdin ging het er vanaf de dertiende eeuw nog veel wereldser aan toe. Hier was een pretpark ingericht met “ingenieuze constructies die allereerst op het verschaffen van komisch spektakel gericht zijn. Dames worden onverwacht onder hun rokken natgespoten…natuurlijk is er een wonderboom met fluitende kunstvogeltjes…en laat men zich afleiden door hagel, donder en bliksem, dan zakt men even onverwacht door een brug over een brede rivier dwars door het park.”

Wie zich een beetje in de geschiedenis van de recreatie verdiept, merkt al snel dat praktisch alle vermaak dat ooit elitair was, ‘democratiseert’. Door meer vrije tijd, hogere salarissen en goedkopere vervoersmiddelen kan iedereen nu eropuit en zelfs nadenken over wélk luilekkerland de voorkeur geniet. Tja en dan wordt het wel wat veel. Bot gezegd: zóveel luilekkerlanden zijn de pest voor het landschap.

Gelukkig geven we bij Staatsbosbeheer kinderen weer een kans om te ontdekken hoe leuk ravotten in het bos is of spelen in een beek of van een duin rennen, noem maar op. Niks geen gekunstelde decors voor nodig, en toch zó tevreden met wat er gewoon ís.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog