www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

"Ik ben dol op Bergen. Maar gaarne van een beetje afstand." (Thé Lau)

12 november 2013 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Het is twaalf jaar geleden dat ik voor het laatst in Museum Kranenburgh in Bergen was. Toen voor de geweldige tentoonstelling over het Noord Hollands landschap als inspiratie voor schilders. Zo mooi, de Westfriese Zeedijk van M. J. Lau die destijds op de poster stond. Dat werk is nu niet te zien, en het museum heeft besloten geen museum te willen heten maar ‘culturele buitenplaats’. Dat is wat aanstellerig. Ik bedoel niet omdat te zijn, maar om je zo te noemen.
awoiska in BergenKranenburgh, eerst alleen een museumvilla (de oude burgemeesterswoning), heeft er een enorme uitbouw bijgekregen. En die is bijzonder geslaagd. Dat komt omdat het gebouw dienstbaar is aan de kunst en zichzelf niet opdringt, wat als bijkomend voordeel heeft dat het oude huis ook overeind blijft. Binnen heeft architect Postel fraai gespeeld met natuurlijk licht en voortdurend legt hij de relatie met de natuur van het omringende park. Staatsbosbeheer leende drie werken van Andy Goldsworthy uit voor de openingsexpositie “Wonder’ en die hangen haast buiten. De kunstenaar zou er heel tevreden over zijn geweest. Trouwens ook over zijn gezelschap in deze grootste ruimte van het nieuwe museum: van Sjoerd Buisman staan er monumentale bronzen takken van een egelantier en van herman de vries hangt er ingelijste natuur.
de vries heeft heel veel tijd aan zee doorgebracht, niet alleen bij Bergen maar ook in Schoorl en Petten. Hij herinnert zich hoe hij er de sporen van de bosmuis op het strand volgde, hoe hij luisterde naar het geluid van de zandloopkevers… zrt zrt. “ik lag daar of zat, hoorde, rook, zag, alles vloeide tezamen en de eeuwigheid was aanwezig”. Later, met de komst van de atoomreactor, sprak hij wel van een verloren paradijs.
Verderop hangt een foto van Awoiska van der Molen, mijn hemel wat is zij goed. Ik neem maar aan dat haar zwartwitte boomkruinen hier permanent hangen. Dit werk in deze ruimte, het is te perfect om te verstoren.
COLNOTJe zou bijna vergeten dat er ook nog ooit zoiets als een Bergense School was. Zo tussen 1916 en 1925 trokken heel wat kunstenaars naar het dorp, aangetrokken door de zee en de bossen. Henri le Fauconnier introduceerde het cubisme bij de Bergense schilders. Er onstond een soort mengstijl van allerlei ‘ismen’: expressionisme, symbolisme en cubisme. Het typisch Bergense is weleens omschreven als “een roodbruin geroosterd, tragisch afgeleverd Cézannisme”.
Bergense School kan me gaan tegenstaan, maar Kranenburgh doseert goed. Er hangt een fijne Arnout Colnot, Bruggetje bij het Oude Hof. Het is vet herfst. Er tegenover hangt een stilleven van Mommie Schwartz dat tintelt van joie de vivre. Dat konden ze in Frankrijk echt niet beter.
Al met al heeft Kranenburgh het zich knap lastig gemaakt. Straks moeten ze de openingstentoonstelling evenaren.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog