www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Here's something for the weekend #142

5 december 2014 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Heel wat kunstenaars zetten de natuur aan het werk. En dan heb ik het nog niet eens over de biokunstenaars die bijvoorbeeld door middel van gentechnologie de levende natuur veranderen en haar dan weer haar gang laten gaan. Ik doel eerder op kunstenaars die (zaken uit de) natuur als kunst presenteren of gebruik maken van natuurlijke processen als groei en verval. Op dit blog kwamen Zeger Reyers met zijn paddestoelen en Pierre Huyghe met zijn heremietkreeft al eens voorbij. En natuurlijk Hubert Duprat die kokerjuffers (larven van de schietmot) goud, parels en edelsteentjes gaf waar de diertjes kunstige bouwsels van maakten. Ik zag ze voor het eerst in 1998 en dan tuur je wel een half uurtje in zo’n aquariumatelier. Maar het gevaar van ‘een trucje’ ligt wel op de loer, hoevaak wil je dit herhalen? Bovendien, het was al eens eerder gedaan: in 1978 presenteerde Felix van de Beek in het Stedelijk in Amsterdam macrofoto’s van dezelfde beestjes (die hij kokerjuffrouwen noemde) en die hadden constructies gemaakt van ondermeer glas, pailletten en plastic. Van de Beek fotografeerde ook de beweging van visjes. Daarover zei hij: Ik had ze ook kunnen tekenen, maar ik heb vissen doen tekenen.”
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=7STrsR840mw]
De Britse kunstenaar Simon Starling (1967) die in 2005 de Turnerprijs won voor nou ja, het afbreken en weer opbouwen van een schuurtje, werkt af en toe met invasieve soorten. We zien hier hoe hij een ijzeren copie van Warrior with a Shield van Engelands meest geliefde beeldhouwer, Henry Moore, afzinkt in het Ontariomeer. Dat is vergeven van de zebra- of driehoeksmossel. Die kennen we in Nederland ook. Oorspronkelijk kwam hij alleen in de Zwarte Zee voor maar door internationale transporten belandde hij in 1826 al in Nederland, meldt Ecomare. Dat was onbedoeld, de mossel reist mee op scheepsrompen of in ballastwater. De mossels hebben een enorm waterzuiverend vermogen maar zijn toch vooral berucht omdat ze zich overal aan hechten, van sluizen tot pijpen van electriciteitscentrales en motoren van boten. Voor de VS geldt een importverbod omdat men een slachting onder inheemse fauna vreest. Starling nu werkte juist met die hechtende eigenschap van de mossel. Dat bleek trouwens nogal tegen te vallen: na het eerste half jaar zat er slechts groen slijm op het beeld. Pas na anderhalf jaar was het beeld klaar. Het heeft een nieuwe huid. Betekenis? Starling speelt zeker met het gegeven van nieuwkomers in een gebied. Ooit was er in Canada protest omdat de Art Gallery of Ontario een Moore aan wilde kopen. Er zou teveel geld naar buitenlandse kunstenaars gaan. Later liet Henry Moore honderden werken na aan het museum, nadat de Tate in Londen ze weigerde. Verwerping en verwelkoming, het hele migratiedebat komt achter dit kunstwerk vandaan. Daarnaast, die mossel is ook nog om een tweede reden berucht: hij heeft vlijmscherpe randen. Zou Starling daar iets mee bedoelen?
Ooit plande Starling voor het schotse Loch Lomond een soort drijftil waarop rododendron groeit. Hij noemde het Island for weeds, een refugium voor onkruid. Nadat het schaalmodel gepresenteerd was, moest het plan afgeblazen worden: Scottish National Heritage had net vijf miljoen pond uitgegegeven aan rodobestrijding. Dat snap ik wel. Wat rododendron, oorspronkelijk uit de Himalaya en voor de sier aangeplant op talloze landgoederen, aanricht als je ‘m niet (meer) in toom houdt is rampzalig. Hij verdringt alles. Zou het niet spannend zijn om Starling iets in Nederland te laten doen met Japanse duizendknoop of zo? Op schaal dan.

Met bijzondere dank aan Cees de Boer die mij op het werk van Felix van de Beek wees, en Ellen ter Gast die mij Simon Starling tipte.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog