www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

De tiid haldt gjin skoft

16 december 2014 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Witte schimmel is het zo’n vijftien jaar geleden genoemd. Bedoeld werd de uitwas van nieuwbouw die aan de randen van stad en dorp verscheen en het karakter van het landelijk gebied veranderde -dat kreeg er een vaag vinexachtig uiterlijk. Opvallend is verder dat het bij witte schimmel vaak gaat om poenpaleizen op kleine kavels. Architectuurhistorici vonden het nogal Belgisch en zij kondigden het failliet van de ruimtelijke ordening aan. De gemeente Heerenveen probeerde dat voor te zijn en startte met wat een visionair project leek: voor de nieuwbouwwijk Skoatterwâld bepaalde de stedenbouwkundige Ashok Balotra eerst de infra- en groenstructuur. Die werden ook aangelegd voordat er huizen verschenen. Zo voorkom je dat op bijvoorbeeld lanen en parken bezuinigd wordt in latere bouwfases.
museum%20belvedereSkoatterwâld en Staatsbosbeheer zijn buren, de wijk ligt tegen het buitenplaatsenlandschap van Oranjewoud aan. Deze historische plek was het uitgangspunt voor de nieuwe aanleg. Balotra kwam met een monumentale, centrale flaneerlaan, een duidelijke verwijzing naar de barok. Daarnaast moest een wijk komen met meer glooiingen en bosjes, een spel met elementen uit de landschapsstijl. DSC03472[1]Vooral het barokke deel, dat ingevuld werd met bebouwing ontworpen door het bureau van architect Sjoerd Soeters sprong in het oog. De zwanenkoppels op de daken – ontleend aan het ûleboerd (uilenbord) dat je op friese boerderijen ziet -haalden alle kranten en vakbladen.
Oranjewoud en de nieuwe wijk werden subtiel met elkaar verbonden door de zogenoemde nullijn. Die begint als een knuppelpad in de bosvakken die Staatsbosbeheer nieuw aanlegde langs het grand canal van het oude landgoed, en zet zich als waterslinger voort in het ontwerp van Balotra. De lijn markeert, precies op NAP (Nieuw Amsterdams Peil) de overgang van de beboste zandrug van Oranjewoud op één meter boven NAP, naar de polders en het veen van Het Meer en De Knipe, ongeveer één meter beneden NAP.
DSC03489[1]Al eerder schreef ik over de verlenging van het grand canal en het museum dat ervoverheen gelegd werd -en hoe fraai dat na tien jaar allemaal wordt. Dat de natuur de boel een beetje zou vergroenen, met korstmossen of zelfs varentjes was al bij het ontwerp bedacht. Maar hoe zit het bij de buren? Ik ben er nogal van geschrokken. Veel paden zijn modderig en sleets, en de ‘kasteelwoningen’ met hun zwanen worden niet mooi oud. Alsof die beesten aan nestbevuiling doen, lopen er treurige strepen langs de muren. Daar woon je dan in een grapje van de architect. Tot twee keer toe stopt een auto en wordt me gevraagd ‘of ik ergens naar toe DSC03494[1]moet?’. Met de mienskip zit het wel goed hier, maar ik ga terug naar Oranjewoud. Daar hebben we er een schitterend parkjuweel bij. Architect Michael van Gessel, die hier ook tien jaar geleden werkte, ontwierp een omlijsting voor de Amaliaboom. En voor volgend jaar zijn er plannen met de deels ommuurde moestuin. Oranjewoud wordt alleen maar mooier.

Op de luchtfoto van iets minder dan tien jaar geleden is de nullijn goed te zien omdat het bosvak toen nog niet ingeplant was. Naar links zet de lijn zich voort, Skoatterwâld in.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog