www.boswachtersblog.nl/ Fryslân

Drentse invloeden in de Stellingwerven

14 september 2023 Boswachter Manon van Wesel in Fryslân

Elke maand schrijven boswachters Paula en Manon een column over de Friese natuur. Naast deze blog verschijnt de column ook in de krant De Stellingwerf. Deze maand: Drentse invloeden in de Stellingwerven.

‘Et gebied van Stellingwarf het ooit bi’j Drenthe heurd”. Als Brabantse woon ik ruim tien jaar in Friesland en heb ik het verstaan van de Fryske taal aardig onder de knie. Toch begon ik sterk aan mijzelf te twijfelen toen ik voor mijn werk in de Stellingwerven terecht kwam en iemand dit tegen mij zei. Met een bedenkelijk gezicht en een stilte van een paar seconden wist ik waar meneer het over had. Vóór het jaar 1300 viel de Stellingwerven inderdaad onder Drenthe. Pas rond 1500 werd het samengevoegd met Friesland en kort daarna opgesplitst in de gemeente Oost- en Weststellingwerf.

Eigen identiteit
Er wordt ook vaak gezegd: ten zuiden van de Tjonger, ook wel de Kuunder genoemd, is het al geen Friesland meer. Hier kom je in een streek met een eigen identiteit. Een streek met een eigen taaltje, het Stellingwarfs, wat aansluit bij de Nedersaksische dialecten van de aangrenzende delen van Drenthe en Overijssel. Met woorden als babbelegoegies (praatjes), jakkepoester (opschepper) en klaeterjaeger (ratelpopulier). Het landschap in de Stellingwerven voelt ook wat Drents aan. Een mooi stukje Drenthe in Friesland wordt ook wel gezegd. Zo kan je er genieten van heideterreinen en gebieden met zandverstuivingen. In deze landschapsvormen bevindt zich nog iets wat vanuit Drenthe is geïntroduceerd. Het is klein, wollig en loopt op vier poten. Ik heb het over het Drents heideschaap. Een schapenras dat 6.000 jaar geleden vooral alleen te vinden was in Drenthe en omgeving. Toentertijd werden deze schapen voornamelijk gehouden voor het wol en vlees, maar vooral voor de productie van mest in potstallen. Tegenwoordig draagt dit schapenras ook bij aan de instandhouding van onze natuurdoelen. Ze worden ingezet als begrazing van bijvoorbeeld heidegronden. Vaak met als doel om heide te verjongen, bomen- en struikopslag en vergrassing te verminderen of onder controle te houden. Ze kunnen een grote impact hebben op de biodiversiteit van een natuurgebied. Al grazend brengen ze variatie in de vegetatiestructuur aan, worden zaden en sporen op een natuurlijke manier verspreid doordat ze blijven kleven aan de vacht en door betreding ontstaan er kleine hoogteverschillen met elk een eigen micromilieu. Al met al wordt een gebied aantrekkelijker voor vele (bijzondere) planten en uiteindelijk diersoorten.

Behulpzame Drent
Er zijn meerdere manieren om schapen in te zetten als natuurgrazers. Zo is er jaarrond begrazing waarbij het aantal dieren is afgestemd op wat de natuur te bieden heeft. De schaapskudde loopt jaarrond buiten, binnen een vast raster en graast in één specifieke zone. Deze vorm heeft als doel om enerzijds boomopslag tegen te gaan en anderzijds vergrassing aan te pakken. Jaarrond begrazing met Drentse heideschapen wordt toegepast op de Duurswouderheide bij Wijnjewoude en op een aantal natuurgronden grenzend aan beekdal Tjonger.

Herder
Een kudde kan ook gestuurd worden door een herder, eventueel samen met een hond, die de schapen door een natuurgebied drijft. Dit noemt men kuddebegrazing of drukbegrazing. De kudde wordt gestuurd en begraast delen, die sterk verruigd of vergrast zijn, voor een korte periode. In de zomer en het najaar kan je de herder met zijn schaapskudde onder andere tegenkomen op de Noordwolder Meenthe waar dit type begrazing wordt toegepast.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog