www.boswachtersblog.nl/ Oostvaardersplassen

Dagvlinders in de Oostvaardersplassen

5 september 2016 Communicatieadviseur Gerard van Breemen in Oostvaardersplassen

Atalanta (Vaessa atalanta) op koninginnekruid.

Het is elke zomer weer een vrolijk gezicht als vlinders van bloem tot bloem fladderen.
Vlinders zijn onmisbaar in een ecosysteem. Hun rol als bestuiver van bloemen en bomen is bescheiden, wanneer je ze vergelijkt met (wilde) bijen en hommels. Maar menig kuiken groeit in het voorjaar snel door een dieet van eiwitrijke rupsen. Hongerige rupsen helpen ook om woekerende planten onder controle te houden.

Vlinders kennen een levenscyclus die loopt van ei naar rups naar pop naar vlinder. Met noemt dit een volledige gedaanteverwisseling. Afhankelijk van de duur van de winter kunnen vlinders in een jaar meerdere generaties voortbrengen. Bij een vroeg voorjaar en een late winter kan dit oplopen tot 4 generaties.

Ook in de Oostvaardersplassen komen veel vlinders voor. Het wegvallen van de bomen in het gebied zorgt ervoor dat zonlicht de bodem kan bereiken en kruiden en wilde bloemen maken hier dankbaar gebruik van. Kijk maar eens rond tijdens een wandeling. Zwarte mosterd, Jacobskruiskruid, kamille, distels, boerenwormkruid en koninginnenkruid bloeien in deze tijd van het jaar welig.

Vlinders en andere insecten hebben de nectar die deze bloemen produceren hard nodig . De zomer loopt ook voor hen langzaam ten einde. De dagen worden korter en ’s morgens voelt het al een stuk frisser aan dan een maand geleden.

Veel vlinders, zoals het Klein geaderd witje, zijn nu in de race om zich nog een keer voor de winter voort te planten. Ze zetten hun eitjes af op hun waardplant, waarna de rupsen zich voleten, alvorens te verpoppen op een veilige plaats. Ze overwinteren in hun popstadium en ontwikkelen zich pas in het voorjaar tot vlinder.

Ook zijn er soorten, zoals de Dagpauwoog, die als volwassen vlinder overwinteren. Vogelkijkhutten zijn hier goede plaatsen voor. Als je goed zoekt zie je ze soms hangen met gesloten vleugels, doodstil. Deze vlinders hebben een soort antivries in hun lijfjes die hun in staat stelt ook vrieskou te overleven. In het voorjaar zie je deze vlinders al vroeg. Ze zien er afgevlogen uit en hebben beschadigde vleugels. Hun enige taak is het vinden van een partner, om de volgende generatie veilig te stellen. Na de paring sterven ze.

En dan zijn er nog de trekvlinders. Voorbeelden hiervan zijn de Atalanta en de Distelvlinder. Beiden hebben ervoor gekozen de winter niet in Noord-Europa door te brengen, hoewel met de laatste zachte winters het aantal in Nederland overwinterende Atalanta’s toeneemt. Toch ondernemen de meeste vlinders van beide soorten een lange trek naar Zuid-Frankrijk (Atalanta) en Noord-Afrika (Distelvlinder). Hierdoor zijn beide vlinders pas vanaf medio juni te zien, terwijl andere soorten al vanaf april zichtbaar zijn.

Hoe weet men dat vlinders trekken? In Engeland viel het wetenschappers op dat de Distelvlinders aan het einde van de zomer plots verdwenen, zonder dat er lijkjes te vinden waren. Men kweekte rupsen in gevangenschap op tot vlinders die vervolgens ultradunne plaatjes aluminium op hun vleugels geplakt kregen, alvorens vrijgelaten te worden. Met een zeer gevoelige radar van het Engelse leger was men in staat de vlinders terug te vinden op een hoogte van 500 km. Ze vlogen allen richting het zuiden in grote groepen, een ongelofelijke prestatie voor een insect dat minder dan een gram weegt. Denk daar maar eens aan de volgende keer dat je een Atalanta ziet.

Wil je weten welke dagvlinders in de Oostvaardersplassen zijn waargenomen? Klik hier.

 

Vanessa Hemrika
Vrijwilliger

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog