www.boswachtersblog.nl/ Zuid-Holland

Je kan het dak op

20 maart 2024 Boswachter Mark Kras (Stad en Duin) in Zuid-Holland

Zeg tegen mij ‘we hebben in Nederland geen echte natuur’ en ik schiet onmiddellijk in een kramp. Misschien de onzinnigste discussie waar je als boswachter in kunt belanden is de discussie over ‘echte’ natuur. Natuur is overal en ze speelt in op de invloed die we met acht miljard mensen op deze wereld hebben. Of het nu straatliefdegras is tussen onze stoeptegels of de keizerspinguïn die door de zuidpoolwind schuifelt.

Onlosmakelijk verbonden maar niet altijd even gezond

Natuur is overal en onze invloed ook. Straatliefdegras wortelt in de kleine ruimte tussen betontegels en trekt zich blijkbaar niks aan van de plantonvriendelijke ruimte die we haar bieden. Stiekem profiteert ze zelfs van de klimaatverandering die we als mensheid met onze fossiele uitstoot veroorzaken en komt steeds noordelijker. Saillant detail: ze verspreidt zich via autobanden. De keizerspinguïns komen op hun schuifeltochten of flitsende onderwaterjachten in aanraking met de plastics die we over deze wereld uitstorten. Plastics die niet alleen in de magen van de zeevogels zitten maar ook in ons eigen bloed. Net als de natuur is ook onze menselijke invloed overal. De vraag is alleen hoeveel  ruimte we bieden aan al die soorten die deze wereld rijk is. Soorten met wie we onlosmakelijk verbonden zijn. Sterker nog, waar we zelfs onlosmakelijk afhankelijk van zijn voor ons voortbestaan.

Oudervogel met jong aan de voet van een beeld in een stadspark – Mark Kras

Op het dak

Laten we eens stilstaan bij de vraag of de scholekster die haar nest tegenwoordig op daken maakt zich slim heeft aangepast of dat ze een laatste strohalm te pakken heeft die straks onvoldoende blijkt. Scholeksters broeden maar één keer per jaar en krijgen dan drie tot vier jongen. De ouders blijven om de jongen op te voeden. Dit in tegenstelling tot andere weidevogels waar de jongen nestvlieders zijn en dus gelijk zelf op zoek moeten naar voedsel. Maar ook voor scholeksterjongen is het op een gegeven moment tijd om zelf op jacht te gaan naar sappige wormen. Op een dak zijn die niet te vinden dus rest niets anders dan je met doodsverachting van het dak storten. Dat gaat niet altijd goed, maar de hongerdood sterven is ook geen optie.

Scholekster als weidevogel – Mark Kras

In het weiland

In de weilanden waar scholeksters hun jongen groot trachten te brengen is het niet een doodsmak die hen bedreigt. Daar is het broodnodige voedsel schaarser geworden. Tot overmaat van ramp vliegen en lopen er vijanden rond. Wegens gebrek aan voedsel in het voor een groot deel intensief bewerkte agrarisch landschap richten vijanden zoals meeuwen, bunzingen, vossen en buizerds zich nu juist op de gebieden waar weidevogels nog aanwezig zijn Een aanwezigheid die vooral te danken is aan de niet aflatende inspanningen van boeren, vrijwilligers en natuurbeheerders.

In de kramp

Niet alleen ik zit dus in een kramp. De scholekster op het dak ontsnapt nu nog aan de vijanden. Maar wat als die ook de prooien op de daken vinden? Net zoals ze nu de soortenrijke gebieden in het agrarisch gebied hebben gevonden? De kleine 40.000 broedende scholeksters in Nederland en hun beschermers zitten dus ook in een kramp.

Afgelopen jaar was het jaar van de scholekster. Daarin bleek eens te meer dat de gemiddelde leeftijd van broedende vogels steeds hoger wordt. De jongen worden niet groot genoeg om tot broeden te komen. Als de ze kuikenfase al overleven dan nekt het voedselgebrek aan de kust hen in de winter. Daar neemt door overbevissing het voedsel af en krijgen ze te weinig rust door de aanwezige recreanten.

Op zoek naar voedsel langs de Hollandse kust – Mark Kras

Uit de kramp

Toch is er een manier om uit de kramp te komen. Succesvol beheer in bijvoorbeeld het Westeinde langs de A4 toont dat aan. Het land is er beter ingericht. De boeren hebben minder haast om zoveel mogelijk voedsel van het land te halen. Vrijwilligers houden het gebied nauwgezet in de gaten. Natuurbeheerders kunnen de waterstanden hoog genoeg zetten en kijken naar de aanwezige vogels kan alleen op een afstandje. Wat zou het mooi zijn als dit gebied voor onze iconische weidevogels nog groter zou kunnen worden.

Wat kun je nu als stadsbewoner doen om de scholekster en zijn mede-weidebewoners te helpen? Het meest simpele is om ze het hele jaar op een afstandje te bewonderen zodat ze hun energie niet verliezen omdat ze voor je opvliegen. Je kunt ook eens wat verder kijken dan het goedkoopste prijskaartje en de boeren in het Groene Hart helpen door lokale kaas of melk van ze te kopen. Of je wordt lid van de plaatselijke vogelvereniging; zij zijn de ogen en oren in het veld en houden ontwikkelingen nauwgezet in de gaten. Ze komen ook in verzet als er al te enthousiaste graafmachines aan de horizon opdoemen. Graafmachines die nog maar eens een stukje leefgebied creëren voor soorten die al toch al flink de wind mee hebben; de mens en straatliefdegras.

 

Dit blog verscheen eerder op toeractief.nl.

reageren

geef een reactie

  • Erik
    25 maart 2024 om 10:41

    Dag Mark,
    mooi artikel over de Scholekster
    blijft een iconisch mooie vogel
    afgelopen week op Ameland gelukkig nog in grote getalen in hun natuurlijke habitat op het wad, schitterend
    Toch ook wel mooi dat ze in staat zijn om de cultuur ontwikkeling deels te volgen
    waardoor ze steeds meer in het “ straat beeld “ verschijnen
    groet Erik

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog