www.boswachtersblog.nl/ Achterhoek

“kè-kè-kè-kè-kè-kè”, de boomkikker roept vanuit de Achterhoek.

8 april 2024 Boswachter Doreen Rugers in Achterhoek

Boomkikkers, kleine grasgroene kikkertjes die het graag hogerop zoeken. Menigeen wandelt er zo aan voorbij. Ze springen niet weg, maar zitten doodstil op een braamblad dat net zo groen is als de kikker zelf. Het is april, en dat betekent dat de boomkikkerconcerten weer te horen zijn, gelukkig weer op veel plekken in de Achterhoek. En dan te bedenken dat deze kikker eind vorige eeuw op het punt stond om te verdwijnen. Dankzij natuurherstel en natuurbeheer gaat het nu weer een stuk beter en komt de boomkikker op veel plekken in de Achterhoek voor. Vrijwilliger van Staatsbosbeheer, Ab Wisselink, helpt met het monitoren van de boomkikker en hij vertelt ons in deze blog graag over de kikker en zijn vrijwilligerswerk.

Eerder horen dan zien

Boomkikkers laten zich eerder horen dan zien. Het zijn kleine, grasgroene kikkers met hechtschijfjes aan het einde van de pootjes, waardoor ze heel goed kunnen klimmen. Waar je andere kikkersoorten vooral langs de waterkant ziet, zul je boomkikkers het eerste vinden in braamstruiken. Ze zitten daar graag op zo’n meter hoogte in de zon. Met hun groene kleur zijn ze goed gecamoufleerd, door de stekelige takken beschermd tegen vijanden en toch in de buurt van voedsel, in de vorm van langskomende insecten. Boomkikkers vertrouwen op hun camouflagekleur, maar het geluid dat ze in het voorjaar maken, “kè-kè-kè-kè-kè-kè”, is al vanaf een kilometer afstand te horen.

Het herstel van de boomkikker

Rond 1950 waren ze nog heel algemeen in de Achterhoek. Maar door veranderingen in  het landschap, o.a. het verdwijnen van de “kolken”, de veedrinkpoelen, ging het aantal hard achteruit. In 1988 werden nog maar 200 roepende mannetjes geteld.

Boomkikkers overwinteren op het land. Ze kruipen dan weg in bosjes en houtwallen, op plekken waar veel dood hout ligt. Vanaf half april zoeken ze het voortplantingswater op. Favoriet zijn zonnige poelen met aangrenzende struikachtige begroeiing, van bijvoorbeeld braamstruiken. Met hun karakteristieke roep lokken de mannetjes de vrouwtjes naar het water. Na de paring en de eiafzetting verlaten de boomkikkers het water weer. Meestal blijven ze de rest van het jaar in de buurt, maar vaak gaan ze ook op zoek naar nieuw voortplantingswater. Daar mag geen vis in zitten, omdat de boomkikkervisjes dan weinig kans hebben om te overleven. Daarom is het voor boomkikkers zelfs beter als de poel in de nazomer droogvalt.

Na 1990 zijn in de Achterhoek veel nieuwe poelen aangelegd en zijn in het kader van ruilverkavelingen twee verbindingszones aangelegd: langs de Veengoot en de Heidenhoekse Vloed, beide in eigendom van Staatsbosbeheer. Jan Stronks, ecoloog bij Staring Advies, heeft bij de aanleg van de poelen een heel belangrijke adviserende taak gehad. De boomkikker heeft hier enorm van geprofiteerd. Er kwamen er meer én het verspreidingsgebied werd flink groter. Van 200 naar meer dan 2000 roepende mannetjes! Door deze beschermingsmaatregelen is de Achterhoek nu weer de plek in Nederland waar de meeste boomkikkers leven!

Het tellen van de boomkikkers

Als vrijwilliger van Staatsbosbeheer werk ik mee aan de “monitoring”, het tellen van de boomkikkers. In de periode mei/juni is het wachten op een warme zomerse avond. Dan stap ik in de schemering op de fiets om een rondje te maken langs zo’n 25 poelen rond Halle-Heide en de Veengoot. In de buurt van de poel, vanaf de openbare weg,  luister ik naar het gekèk van de mannetjes om in te schatten hoeveel het er zijn. Als het er weinig zijn is het aantal precies te tellen. Zijn het er meer dan vijf, dan wordt het al lastiger, en als het er meer dan 20 zijn kun je alleen maar een ruwe schatting maken. Belangrijker dan de precieze aantallen is de vaststelling bij welke poelen een populatie boomkikkers aanwezig is en bij welke poelen ze mogelijk zijn verdwenen.

Vanaf augustus gaan de vrijwilligers opnieuw op pad om de “juvenielen”, de jonge boomkikkers, te tellen. We tellen dan geen roepende mannetjes met onze oren, maar zoeken met onze ogen naar de juvenielen. Omdat niet alle poelen vrij toegankelijk zijn, krijgen we daarvoor een ontheffing van Staatsbosbeheer.  De najaarstelling is belangrijk om te weten of de voortplanting succesvol is geweest. Alle tellingen van het jaar geven we door aan kennisorganisatie RAVON. Die kan daarmee adviezen geven voor de inrichting van terreinen en voor het onderhoud aan de poelen.

Zonder de gezamenlijke inspanningen was de boomkikker als soort waarschijnlijk verdwenen uit de Achterhoek. Het geeft een goed gevoel daar als vrijwilliger aan mee te werken!

Tekst en foto’s Ab Wisselink

Zelf de boomkikker horen of zien?

Tips van de boswachter, loop een van onderstaande wandelingen om kans te maken de boomkikker te horen of te zien. Vanaf half april tot in de zomer maakt u de meeste kans om ze in de schemer te horen roepen. En zodra de wandelroute langs bramen komt, speur dan even goed tussen de braambladeren. Blijf wel op de paden, ook op de bramen langs de wandelpaden komen ze voor. U moet vooral goed kijken, want dat valt nog niet mee met z’n schutkleur!

Heidehoekse Vloed (Zelhem) : https://www.staatsbosbeheer.nl/uit-in-de-natuur/wandelroute-heidenhoekse-vloed 

In verschillende poelen langs de wandeling door dit natuurgebied komen boomkikkers voor. U kunt ze overal horen of tegenkomen in de bramen langs de paden.

Beekvliet (Barchem): https://www.staatsbosbeheer.nl/uit-in-de-natuur/wandelroute-stelkampsveldwandeling

Halverwege de wandeling komt u langs een vlonder dat uitkijkt over het Stelkampsveld. Vanaf de vlonder kunt u zomaar de boomkikker horen of in de bramen langs de paden.

Needse Achterveld (Neede): https://www.staatsbosbeheer.nl/uit-in-de-natuur/wandelroute-needse-achterveld

Loop de wandeling door het Needse Achterveld, een nat heideterrein. In de poelen komt de boomkikker voor. De poelen liggen wat verder van het wandelpad af, dus de kans dat u ze ziet is kleiner, maar horen kunt u ze zeker!

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog