www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

beeld van een beeld van een beeld van een beeld

19 september 2012 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Als kind was ik al gefascineerd door miniatuurlandschappen; een boomstronk waarop mossen, varens en paddestoelen groeien, een oude heidestruik met korstmossen of een stukje berm of weiland met al die grassen en prachtige weegbree.

Het zijn kleine uitsneden uit een grotere natuur die voor de geest even de hele wereld zijn. Zou Dürer dat ook zo bedoeld hebben toen hij in 1503 Das Grosse Rasenstück schilderde? Volgens sommige kunsthistorici wel. Dürer zou met zijn stukje weide het idee tot uitdrukking willen brengen dat de Goddelijke wetten zoals die universeel gelden, ook zichtbaar zijn in de meest onooglijke delen van de schepping. Een microcosmos is zo een afspiegeling van de macrocosmos.

Anderen wijzen erop Dürers werk vooral te zien als exemplarisch voor de verandering van de blik die in zijn tijd plaatsvond. In plaats van vooral de ogen ten hemel te richten, keken de Renaissance kunstenaars óók naar de concrete wereld om hen heen en die vonden ze mateloos interessant. Het is het moment dat de ontdekking van de wereld, van de natuur begon – en daarmee tegelijkertijd hun toe-eigening door de mens.

herman de vries maakte bijna 500 jaar later ook een Rasenstück, een Ausschnitt uit een grotere wereld. Maar hij ging nog een stap verder: de daadwerkelijke planten vormen, gedroogd, het kunstwerk –of nog steeds het stukje weide. Bij de vries valt dat onderscheid weg, kunst en weide zijn delen uit één werkelijkheid, die voortdurend in verandering is.

Geweldige stillevens, bloemstukken of eigenlijk ook micro-landschappen zijn nu te zien in FOAM. Daar wordt aandacht besteed aan het project Ikebana City van Semâ Bekirovic en Lotte Geeven. In verschillende steden, waaronder New York en Lissabon, fotografeerden zij planten in een habitat van steen, asfalt, ijzer, beton en graffiti. De foto’s werden op poster formaat afgedrukt en opgehangen op de plek waar ze gemaakt waren. De kunstenaars hopen zo de stedeling te wijzen op de natuur in hun omgeving.

En enige navraag leert dat juist de stad bijzonder spannend terrein is voor botanische verkenningen. Neem een stad als Amsterdam, met die uitzonderlijke waterhuishouding, oude kademuren en hogere temperaturen dan in het omringend gebied, daar vind je allerlei bijzondere soorten. De stad is één grote niche. Staatsbosbeheerecoloog Arnout-Jan Rossenaar vertelde me dat er recent muurnavel is ontdekt in Amsterdam. Het is de enige standplaats in Nederland van dit rotsminnend plantje.

Bijna een Dürer toont Jet Smits in haar afstudeerproject voor de Akademie voor Kunst en Vormgeving St.Joost Breda. In haar installatie Recycle (work in progress) toont zij een schaal met daarin niet meer dan een graszode uit de berm. Een camera filmt dit stukje natuur en de beelden worden getoond  op een scherm. Een tweede camera neemt vervolgens de beelden van dit scherm op en vertoont die op een tweede scherm. Op het vijfde scherm uit de reeks is niet meer dan microscopisch gewriemel te zien. Dat kan aan de kwaliteit van de techniek liggen (suggereer ik als volslagen niet deskundig op dit vlak). Maar Jet Smits heeft er een mooi verhaal bij: “Ik vond het interessant om iets uit de natuur te halen en dat in een digitale omgeving te stoppen en dan te kijken wat ermee gebeurt. Er vormt zich een heel andere wereld puur doordat je het filmt en steeds weer kopieert.”

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog