www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Here's something for the weekend #101

14 februari 2014 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Darwins vinkjesAfgelopen woensdag twitterde Naturalis om alle volgers te feliciteren met de 205de geboortedag van Charles Darwin. Erbij een foto van vijf vinken, ooit door de grote onderzoeker zelf verzameld en nu in de Leidse collectie. Zou het toeval zijn dat ik diezelfde dag Darwins Grijze Kiekendief zag? Ook uit Naturalis maar nu te zien in museum TwentseWelle.
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=1wzkgJiZfI4?rel=0]Als je wil weten wat Darwin met al die vogels moest, zie de documentaire, rond 3.15 minuten. Uiteindelijk dus evolutie van soorten aantonen op basis van telkens kleine aanpassingen, waarbij de best aangepaste of toegeruste ‘versie’ het ’t verste schopt.
De documentaire laat prachtig zien wat er na Darwin nog allemaal onderzocht is om een samenhangend beeld te krijgen van hoe het kan dat onze natuurlijke wereld zo soortenrijk is. (Let wel: het gaat over ‘hoe’; ‘waarom’ is getuigen van te grote nieuwsgierigheid.) Als je anderhalf uur te lang vindt, schuif dan in ieder geval wel even door naar 19.20 minuten voor onze Hugo de Vries. Hij bracht een theorie naar voren waarin hij vormverschillen niet verklaarde vanuit kleine aanpassingen maar vanuit grote, sprongsgewijze veranderingen, mutaties. Die onderzocht hij vooral bij de doodgewone Teunisbloem – die komt op elke wat zanderige bodem in Nederland voor.
Volledig per ongeluk heb ik weleens een experiment van De Vries herhaald. Ik had zaadjes van de Teunisbloem uit ‘het wild’ meegenomen en thuis in schoon zand geplant. Er kwam een heel andere plant uit! Waar de ouderplant grote welriekende bellen van bloemen had, vertoonde mijn exemplaar veel kleinere bloempjes die nauwelijks roken. En dan ook nog die vreemde vertakkingen boven aan de plant. Het blijkt dat de Teunisbloem (de Grote) een ‘freak’ is die afwijkende nazaten produceert en ook nog eens makkelijk bastaardiseert met de Middelste Teunisbloem en dan zoiets oplevert als ik in mijn tuin kreeg. Je zou ‘m zo maar voor een nieuwe soort kunnen houden. Het verhaal van de Teunisbloem is trouwens nog veel complexer dan in de docu verteld wordt. Wat mijn eigen experiment betreft: hoe kan het bijvoorbeeld dat op de standplaats waar ik zaadjes verzameld had, geen bastaarden bloeien? – ook niet een of twee jaar later. Zouden die ‘zwakker’ zijn en in hun natuurlijke omgeving weggeconcureerd worden? Evolutie aan ’t werk? Daar kom ik vast op terug, maar dan moet ik ’t eerst zelf begrijpen.

Volgende week meer grote onderzoekers.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog