www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

De kaart en het gebied

3 augustus 2015 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Yttje Feddes, toenmalig Rijksadviseur Landschap en Water, gaf Staatsbosbeheer een paar jaar geleden een standje. Of we wel wisten dat het groen bij het Veerse Meer een ontwerp is van landschapsarchitect Nico de Jonge? -en dat we daar dus niet zomaar in konden ingrijpen. Nu zouden we dat trouwens wel kunnen, het ontwerp is niet beschermd, maar Feddes had een punt: het was bij ons een beetje van het netvlies, al die ontwerpen van na de Tweede Wereldoorlog die van de tekentafels van Staatsbosbeheer kwamen. Ondertussen is er veel veranderd. Niet alleen ontstond er grote belangstelling voor de periode van de wederopbouw überhaupt, bij Staatsbosbeheer zijn we ook begonnen aan ons huiswerk. Studenten zochten uit voor welke gebieden ontwerpen zijn gemaakt. Dat geeft theoretische houvast op de kaart. In het gebied zelf moet je gaan kijken of een ontwerp wel is uitgevoerd, hoe goed herkenbaar het is en of het nog werkt.
nico de jongeHet zal Feddes goed doen te weten dat Staatsbosbeheerders nu zelf de archieven in Wageningen en in het NAI induiken. Collega Jan Janse vond een prachtig ontwerp van Nico de Jonge voor het Lauwersmeer, dat in 1969 ontstond door de Lauwerszee af te sluiten van de Waddenzee. De schets lijkt wel een schilderij. De harde belijning van geplande bosvakken is aangegeven in scherp contrast met het water en de zandplaten die heel natuurlijk in het landschap liggen.
Een eenvoudige vergelijking met een luchtfoto laat al zien dat het ontwerp van De Jonge niet een op een is uitgevoerd. En een klein literatuuronderzoek brengt aan het licht dat heel veel partijen een plan voor het Lauwersmeer gemaakt hebben: de provincies Groningen en Friesland, het ministerie van Defensie, Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP). Sommige gemeentes in het gebied kwamen in de jaren zeventig pas met bestemmingsplannen. Het beeld ontstaat dat hier niet zomaar één plan is uitgevoerd maar dat er meerdere malen is gekeken naar wat op dat moment het beste zou zijn.omgevallen boomAls Staatsbosbeheer hier de oorspronkelijke strakke bosvakken ruiger en wilder wil jaap kloosterhuismaken, lijkt er vooralsnog geen belangrijk ontwerp verloren te gaan. Trouwens, ik was er vorige week en boswachter Jaap Kloosterhuis liet me zien hoe populier en abeel na zo’n twintig jaar ‘vanzelf’ de geest geven. Op ongeveer vier of vijf meter hoogte knappen ze af. Een paar keer een storm en bomen gaan om met wortelkluit en al. Dat is een ervaring: je hoort de gevallen stammen tegen bomen aanschuren met het geluid van een vals gestemde viool. Er ontstaan open plekken waar nieuwe (dus niet aangeplante) soorten, zoals de meidoorn, zich thuis voelen.
Aaldrik Pot, nu boswachter in Drenthe maar vroeger werkzaam hier, was ook mee op aalderik potonze ontdekkingstocht. Aaldrik kan als geen ander sporen lezen. Met hem erbij wordt de natuur een veel rijkere belevenis. Hij ziet waar reeën gevreten hebben en verrassend genoeg is dat ook aan de meidoorns. Waar ik denk in iets vreselijks te trappen, ziet hij de uitwerpselen van een marter.
Buiten de bossen heeft het landschap iets van een impressionistisch doek. Al die gele en blauwe vlekjes! Het zijn vooral teunisbloem en cichorei. Die geven al aan dat het hier zandig is. Niets bereidt je voor op de schoonheid van het Land van Juffrouw Ali. De plek, ten zuiden van het dorp Lauwersoog, is genoemd naar een medewerkster van Rijkswaterstaat die hier in de jaren tachtig onderzoek deed naar de plantengroei. Eigenlijk is het een oude duinvallei, het is er net wat vochtiger en in de schrale grond bevindt zich kalk. Die combinatie is in Nederland heel zeldzaam. Waar die oorspronkelijk zo voorkwam is vaak door verlaging van de waterstand en bemesting de boel om zeep geholpen, inclusief de ongelofelijk gevarieerde vegetatie.jori wolf
Maar nu hier! De schermen van wilde peen hangen als een dunne wolk boven het land. Zwaluwen scheren er overheen, op zoek naar insecten. Een paar maanden geleden zag het op dit landje paars van de rietorchis. Die is niet te missen. Wij moeten op de knieeën, voor de minder opvallende planten. De beloning is groot. Moeraswespenorchis, rondbladig wintergroen, herfstbitterling. Wat hebben we in het Nederlands toch mooie namen voor onze flora. De parnassia bloeit! Wit met goud, een zinnebeeld van maagdelijkheid. En Jaap laat ons de honingorchis zien. Het is de enige plek in Nederland waar hij nog voorkomt. “Dit willen we toch wel zo houden?” -vraag ik aan Jaap. “Zeker, in de nazomer wordt het land gemaaid, dan neemt de kruipwilg de boel niet over. En het maaisel voer je af, anders komen er te veel voedingsstoffen in de bodem. Maar helemaal precies zoals het is, houd je het nooit. Dat is de natuur. En die verandert.”honingorchis

reageren

geef een reactie

  • marcelvanool
    4 augustus 2015 om 08:47

    Ja! Dat zag ik ook, toen ik een linkje wilde toevoegen in post. Werk te doen!

    • Jan Janse
      5 februari 2016 om 14:35

      Dat lijkt me nog een ding waaraan we nodig zaken aan elkaar moeten koppelen, het materiaal ligt nu over drie archieven verspreid al weten we nu el welke plannen door de grote ontwerpers van Staatsbosbeheer zijn gemaakt. De Vroome en Nico de Jonge.
      Met de woorden van onze Rijksadviseur van het landschap Eric Luiten : “het landschap van Nederland heeft ca. 100 jasar op de snijtafel van de overheid gelegen” Staatsbosbeheer was tot in de 80-er jaren die overheid die vorm gaf aan Nederland. Snelwegen (eerst aankleding later ontwerp), ontginning, ruilverkavelingen, deltawerken, recreatiegebieden. Alleen in het Nieuwe instituut liggen er uit de naoorlogse periode al meer dan 600 plannen, in Wageningen nog meer.

  • Harry Boeschoten
    3 augustus 2015 om 15:56

    En dan te bedenken dat er niet eens een Wikipedia-pagina van deze grote landschapsarchitect bestaat?

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog