www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Het monument in zijn landschap

17 augustus 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

leudal molenStaatsbosbeheer heeft vele honderden monumenten in bezit. In die collectie zitten zeer uiteenlopende zaken; van grenspalen tot eendenkooien. En er zijn de archeologische monumenten, waarvan de grootste groep, de grafheuvels, vaak zo deel zijn van hun omgeving dat ze niet zomaar opvallen. Maar bij monumenten denken de meeste mensen toch aan een gebouw; een kasteel, molen, boerderij, fort of misschien zelfs fabriek. En het liefst willen ze daar weleens een kijkje nemen. Wat in Nederland op heel veel locaties kan tijdens het weekend van Open Monumentendag -dit jaar op 10 en 11 september. Staatsbosbeheer doet uiteraard mee. Op veruit de meeste plekken beheert Staatsbosbeheer niet een gebouw of een natuurgebied maar een geheel. Buitenplaatsen liggen in een omgeving die al eeuwen bezocht wordt om aan de stad te ontsnappen -eerst alleen door een elite, nu door iedereen. Forten en ander ingenieurswerk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn deel van een gigantische blauw-groene ruggengraat in het landschap van midden-Nederland. Het beroemde Radio Kootwijk hóórt op een open plek, het functioneerde immers als zendstation en nergens was het leger dan daar op de Veluwe.
Het is goed dat ze er nog zijn, maar ze stemmen ook treurig: die restanten, niet zelden alleen een hek of zuil van de toegangspoort, van een oud klooster of een buitenplaats, die opgenomen zijn in de architectuur en infrastructuur van onze tijd. Ze zijn vaak minder dan een herinnering, een vage verwijzing hooguit. En in feite grafmonument voor oude glorie.
Wat word je dan blij van een plek waar alles er nog is. Zoals in het midden-Limburgse Leudal. Dit natuurgebied ligt ten noordwesten van Roermond en wordt doorsneden door de Zelsterbeek en de Leubeek. Ten Zuiden ervan stroomt de Haelensche Beek. De beken hebben zich soms diep ingesneden in het zand waardoor steile oevers ontstonden die voor Nederland best exotisch zijn. Al eeuwen wordt het stromend water gebruikt om molens aan te drijven. Ooit stonden er drie in dit gebied. Een is helemaal verdwenen, de Sint Elisabethsmolen is een ruïne, maar heeft wel nog een draaiend rad. En de Sint Ursulamolen, ook Leumolen genoemd, die staat er nog en hij werkt! Een functionerende molen, dat is een evenement.leudal raderenAls je aan komt lopen via Het Lange Pad, dat door fraaie bossen voert, hoor je opeens een geraas. Nog voor je de molen in het vizier hebt, weet je dat zich vlakbij water met geweld naar beneden stort. De Leubeek heeft hier een molentak, in feite een omleiding van de beek waarin de molenaar het waterpeil precies zo kan regelen dat hij het hele jaar door over een stevige krachtbron beschikt. Ga je bij de molen kijken dan is het nog steeds indrukwekkend wanneer het machtige molenrad in beweging wordt gezet door het stuwende water.leudal bezoekersDe molen is goed voor menig idyllisch plaatje. Oude rode pannen en begroeiing met klimop maken hem tot iets uit een sprookje. Met monumentenzorg (nu RCE) is wel afgesproken dat het groen niet mag gaan woekeren. Door een keer per jaar te snoeien houden we het in toom. En dan naar binnen! Oh, het klopt, hamert en schuurt er. Dat had ik lang niet geroken: vers gemalen mais. Is het nieuw voor je, hoe een molen werkt – en hier hebben we een graan-én een oliemolen – dan is er ruimschoots uitleg door vrijwilligers. Ik val voor de schoonheid van het mechaniek: het drijfwerk en de grote houten tandraderen die in elkaar grijpen.leudal blauwOp de muren van wat ooit misschien het verblijf van de molenaarsknecht was, tref ik restanten aan van een pleisterlaag. In mijn favoriete kleur blauw! Die werd vroeger wel gebruikt om vliegen te weren. Ik hoor dat er plannen bestaan om dit stuk opnieuw in het blauw te zetten. Doen!
De Leumolen en ook de horeca en het informatiecentrum bij de Elisabethsmolen zijn echte hotspots. Maar ik wil hier natuurlijk ook verder het landschap in, meer van de beken zien. Aan de andere kant van Het Lange Pad, weer naar beneden, loopt de Zelsterbeek. Ik kom heel lang niemand tegen. Sommige bochten van de beek raken bijna het pad. Het water is rood van het ijzer. Op een plek waar gerooid is, kun je niet zien of er nog een weggetje is. Dan mag ik daar ook wel even kijken, besluit ik. Manshoge brandnetels staan er. De beek murmelt zachtjes -wat een oud geluid is dat. Zou een ijsvogel mij nu zien?leudal beek

reageren

geef een reactie

  • marcelvanool
    18 augustus 2016 om 11:10

    We hebben de bosanemonen en de korenbloemen al gemist…maar ik vermoed dat het er jaarrond mooi is.

  • Katja van Nus
    17 augustus 2016 om 18:19

    Heeeeeeel gauw een keer naar de Dinkel en het Springendal… 😉

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog