www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #4 De levenskracht van een zomereik

31 januari 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Het is altijd schrikken als ik in Venray uit de trein stap: het ruikt er naar stalmest. Afhankelijk van wat je gaat doen, snuif je die lucht soms een hele dag op. Bezoek je de Schadijkse Bossen dan is er al snel de verademing van dennengeur. Maar vandaag ben ik er voor één boom en die staat in een klein natuurterrein omgeven door grote akkers en varkensstallen.

Het gebied dat boswachter Andy Liebrand mij laat zien heet het Castenrayse Broek. Het woord ‘broek’, stamt net als het Engelse ‘brook’ (beek) en Duitse ‘Bruch’ (moeras) af van het Germaanse ‘broka’ wat moeras betekent. Het gaat dus om natte situaties, in het geval van het Castenrayse Broek om een terrein waar veel kwel optreedt (dat wil zeggen dat grondwater onder druk aan de oppervlakte komt). Het water van het broek voedt de Lollebeek en vormt ook de ‘basis’ voor een nauwelijks begaanbaar bos met vooral zwarte elzen. Dat ziet er heel ‘oer’ uit met die krachtige stammen die uit het water oprijzen. Maar Andy maakt duidelijk dat er wel degelijk sprake is van menselijke bemoeienis. De bomen zijn bijna allemaal meerstammig; een teken dat ze ooit als hakhout in gebruik waren.

Ruilverkavelingen
Zelfs in dit kleine gebiedje is er sprake van grote variatie. Dat komt alleen al doordat een deel van het broek, buiten het elzenbos, minder nat is. Het werd vroeger als hooiland gebruikt. In de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw was dit stuk van Noord-Limburg aan de beurt voor de ruilverkavelingen. Die hadden als doel: armoede onder kleine boeren bestrijden en de Nederlandse landbouw een speler maken op de wereldmarkt. Dat betekende onder meer de komst van grotere percelen (die met nieuwe wegen toegankelijk zijn voor grotere machines), het vlak maken van de bodem (waarbij oude stuifduintjes verdwenen), drainage door greppels en normalisering van beken (dat wil zeggen dat ze rechtgetrokken werden en een vaste bedding kregen). Dat het Castenrayse Broek gespaard werd, zal er mee te maken hebben gehad dat men er geen brood in zag om zo’n natte plek rendabel te maken. Wat nu rest is een schitterende snipper Arcadië in een industrieel landschap.

Verrassing
Vanaf de singel die langs het broek voert, zie ik al dat dit een wonderschone plek is met grasland en her en der een oude boom. Maar Andy heeft een verrassing voor me. We wandelen naar de zomereik (nu makkelijk te onderscheiden van de wintereik, die in het koude seizoen zijn verdorde, bruine blad behoudt) die laag maar breed uitgegroeid is. Zijn silhouet tekent zich schitterend af tegen de horizon. Maar wacht! Het beeld dat ik mij vormde van de eik, klopt niet met wat ik nu opmerk. De eik, leeftijd onbekend, is ooit omgewaaid. Dat is nog te zien aan de wortelkluit die voor een deel verticaal staat. En uit wat eerst een zijtak was, maakte de boom een nieuwe hoofdstam, recht omhoog.
Ik ken een fenomeen dat erop lijkt van populieren (in het Lauwersmeergebied) en van wilgen (in de Biesbosch). Op die laatste plek spreekt men zelfs van ‘wentelwilgen’. Bomen die niet meer geknot werden, groeiden daar hoog uit waardoor de wind vat op ze kreeg. Ze vielen om maar schoten wortel vanuit hun liggende positie en maakten nieuwe opgaande stammen. En soms gebeurde dat hele proces nog een keer. Dat is dus iets anders dan bij de eik, die heeft geen ‘verjonginskam’ (zoals de nieuwe stammen heten), maar groeit zoals gezegd door vanuit een zijtak. Hoe dat ook zij, de levensdrang dwingt respect af. Andy en ik raken niet uitgekeken. Hoe zou de boom zijn wortelgestel hebben aangepast om te overleven? Je zou wel de hele stofwisseling van de boom onder een scanner willen volgen.

Processen
Als ik met bomenmensen op pad ben, is er altijd meer. Vlakbij de eik staat een oude es. Die wortelt, net als de eik ooit deed, voor een deel direct aan het water. Zou die es beter tegen fluctuaties in het peil kunnen? Aan een kant heeft hij een holte, er zijn grote takken afgebroken, maar hij is niet bedreigd in zijn bestaan. Zo’n holle boom; als je daarin gaat liggen! Er zijn zwammen en schimmeldraden, spinrag en molm. En de verrukkelijke geur van levende aarde. Ik maak een mentale notitie: uiteraard moet ik met ‘dood-hout-leeft-experts’ op pad. Ik hoor wel verhalen uit Engeland dat sommige keversoorten zich pas vertonen wanneer een deel van een eik honderden jaren dood is. Wat zou een kenner hier ontdekken? Er staan bomen in alle staten van ontbinding. En gelukkig ook jonge exemplaren, zodat processen door kunnen blijven gaan. Als wij ze laten.

 

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog