www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #9 Vergankelijkheid en verzinsels op Elswout

4 maart 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Recent waren twee monumentale rode beuken in het nieuws. In de achtertuin van Museum Paulina Bisdom van Vliet in Haastrecht bevindt zich het oudste exemplaar van ons land. De boom is 332 jaar oud, maar op. Er is weliswaar nog wat leven in de stam, maar daar is alles mee gezegd. De beuk is drastisch teruggesnoeid en zal binnenkort opgaand dood hout zijn, zoals dat heet. In Amsterdam, op begraafplaats De Nieuwe Ooster was een van de meest geliefde bomen een rode beuk uit 1892. Hij had zelfs een eigen emailadres! In 2023 was al duidelijk dat hij het niet zou redden: aangetast door reuzenzwam. In februari van dit jaar zijn alle zijtakken verwijderd maar zijn stam blijft staan. Op de buitenplaats Elswout in Overveen is al langere tijd iets soortgelijks aan de hand. Al zijn hier wat zijtakken gespaard. Niet recht voor het grote huis, maar wel pontificaal in het zicht, staat de hoog oprijzende stam van ‘de geboorteboom van Willem Borski III’. Het betreft een rode beuk die, zo gaat het verhaal, in 1834 of 1835 geplant is. In de zomer van 2012 verloor hij zijn laatste bladeren. Op zijn stam groeide al porseleinzwam die een indicator kan zijn voor aantasting door schadelijker soorten, zoals reuzenzwam of honingzwam.

Vergankelijkheid
Over die rode beuk van Elswout krijg ik college van Joost van der Linden, adviseur landschap en cultuurhistorie bij Staatsbosbeheer in Noord-Holland. De les vindt plaats in de Jachtkamer in het poortgebouw. Dat is handig want daar hangt een kopie van de enorme kaart die Hendrik van Zutphen in 1812 maakte van het uitgestrekte terrein.
Voor we het over bomen hebben is er eerst nog een verrassing. Dat ben ik inmiddels gewend: bomenmensen hebben altijd nóg een boom die bijzonder is en ‘landschappers’ hebben voortdurend méér context bij de plek waar ik ben. Dat is rijkdom, en mezelf beperken laat ik even varen. Joost toont alle snippers en stroken van behangselschilderingen die bij de recente opknapbeurt van de kamer tevoorschijn kwamen. Met het onderzoeksrapport van de specialiste historische interieurs erbij. De vondsten zetten de toon voor het verhaal van Joost, waarin het gaat over steeds nieuwe puzzelstukjes van het verhaal van Elswout, die toch nog niet allemaal in elkaar passen. Maar het gaat ook over het besef van vergankelijkheid, of op z’n minst veranderlijkheid wanneer je een buitenplaats beheert. Verval, slijtage, (en op Elswout helaas ook vernieling); alles vergt voortdurend aandacht. En dat geldt niet alleen voor de gebouwde monumenten, ook een park wordt al snel iets anders wanneer je niets zou doen. Het glorieuze plaatje behouden is eenvoudigweg heel veel werk. En soms verlies je daarbij toch iets.

De Borski’s
De financiële wandel van de Borski’s is beter gearchiveerd dan hun bemoeienis met Elswout. Wel weten we dat Willem Borski I in 1805 de buitenplaats kocht. De Borski’s behoorden tot de rijkste families van Amsterdam, maar het ging wel om nieuw geld. Willems weduwe Johanna zou legendarisch worden ‘omdat ze de Nederlandse Bank redde’, en daar zelf niet onder leed. De Borski’s hadden toen al grotendeels de transitie doorgemaakt van handelaren naar spin in het bancaire web. Willem II trad in de voetsporen van zijn moeder en zijn zoon Willem III (1834-1884) is degene die het grote huis liet bouwen dat er nu nog staat. Dat deed hij overigens op de fundamenten van het zeventiende-eeuwse huis dat hij liet afbreken.
Terwijl er voldoende bronnen waren om een uitstekende studie over Johanna Borski te schrijven, is er geen spoor te vinden om bijvoorbeeld de aanwezigheid van landschapsarchitect J.D. Zocher jr. op de buitenplaats aan te tonen. Terwijl er toch wordt verteld dat hij er werkte toen de geboorteboom waarvoor ik nu op Elswout ben, de grond in ging.

Aardappelveld
De rode beuk staat in het stuk dat de hertenbaan heet: een op het oog kaarsrecht stuk dat geflankeerd wordt door dubbele lindenlanen. Aan weerszijden van die lanen liggen ook rechte stukken. Die driedeling in blokken dateert al uit de zeventiende eeuw en is door alle smaakveranderingen heen behouden gebleven. De lanen zijn in de achttiende eeuw ingeplant, het stuk dat zij omgeven is sindsdien nogal van uiterlijk veranderd. Joost: ‘Het is goed om te beseffen dat dit deel aan een zijkant van het huis ligt. De hoofdingang bevindt zich om de hoek. Op de kaart uit 1812 zien we dat het blok waarin later de Borskiboom werd geplant in gebruik was als nutsdeel. Er werden aardappelen geteeld. In de belendende delen was sprake van boomgaarden en een moestuin. Maar wat opvalt is dat in het aardappelveld, precies op het midden van het huis uitgelijnd, een boom staat. Dat zegt verder niets, maar is opmerkelijk omdat het vlakbij de plek is waar de Borskiboom staat.’

Nog een kaart
Joost pakt er, digitaal, nog een kaart bij. Deze is uit 1883 en is gemaakt door de landschapsarchitect Eduard Petzold. Het interessante aan dit document is dat het uit twee lagen bestaat: in onderbroken lijnen is de oude situatie uit 1857 ingetekend (naar een inmiddels verdwenen kaart) en daaroverheen bracht Petzold zijn ontwerp aan. Het oog gaat natuurlijk onmiddellijk naar de plek tussen de lindenlanen. Daar staat nu de ‘Hirsch-Kamp’ (hertenbaan) ingetekend en er ligt een slingerende waterpartij (‘Serpentijn’) doorheen. Dat is dezelfde fraaie meander die we vandaag de dag nog kennen, en de Borskiboom staat aan zijn oever. En dan is er die schok: op de kaart staat wel een boom, maar die is precies in de middenas vanuit het huis gesitueerd, en niet heel ‘landschappelijk’ net daarbuiten zoals de geboorteboom. (Het is wat lastig te zien maar op de kaart duidt het vage cirkeltje naast het rechthoekig vakje in de hertenbaan een boom aan). Dan duizelt het me even van alle vragen. Natuurlijk kan het zijn dat de kaart ‘liegt’, maar heel aannemelijk is dat niet. En dat zou betekenen dat de stam die er nu staat niet het restant is van de geboorteboom van Willem Borski III. Dit exemplaar is op z’n vroegst na Petzolds kaart geplant. Op ansichtkaarten uit het begin van de twintigste eeuw staat hij er al behoorlijk uitgegroeid bij, maar verder is het een raadsel wie hem plantte, hoe oud hij is en wie het verhaal de wereld in hielp dat het een geboorteboom uit 1834 is.

Joost: ‘Het miegelt op Elswout van de mythes. Al die verhalen mogen er zijn, ze maken deel uit van de geschiedenis van de plek. Maar voor deugdelijk beheer is waarheidsvinding ook een groot goed.’

Over mythes gesproken: vaak hoor je nog dat alle rode beuken nazaten zijn van een exemplaar dat rond 1680 ontdekt werd in het bos van Hanleiter in Thüringen. Uit de vroege zeventiende eeuw zijn echter van verschillende plekken rode beuken bekend.
De Belgische site voor de inventaris van het natuurlijk erfgoed meldt: De doorgaans dominerende paarse kleur is een gevolg van het feit dat het gehalte aan anthocyaninens [dezelfde kleurstof die je ook in rode kool ziet] van de bladeren hoger is dan bij de typesoort [de gewone beuk, Fagus sylvatica] en de groene tint van de bladgroenpigmenten maskeert.
Tot slot: je zou de ‘Borskiboom’ wel kunnen boren en dan zijn jaarringen tellen. Dan kom je waarschijnlijk op een kiemjaar vlak na 1883 uit.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog