www.boswachtersblog.nl/ Overijssel

Blauwgras en paarse heide in groen Twente

25 april 2024 Boswachter Kees Jan Westra in Overijssel
Gevlekte orchis in Punthuizen | Foto: Henk-Jan van der Veen

Gevlekte orchis in Punthuizen | Foto: Henk-Jan van der Veen

In drie Twentse natuurgebiedjes herstelt Staatsbosbeheer oude slenken. Blauwgraslanden en natte heide profiteren ervan. Orchideeën, parnassia en andere schoonheden zullen zich hier beter thuis gaan voelen.

Tekst: Ellen Meijer, Het Schrijfwezen | Foto’s: Henk-Jan van der Veen

In Oost-Twente zijn nog de overblijfselen te zien van het twaalfduizend jaar oude stroomgeulpatroon rond de Dinkel. In de Natura 2000-gebieden Stroothuizen, Punthuizen en Beuninger Achterveld wisselen zandkoppen en laagtes – oude stroomgeulen – elkaar af. Hier zijn blauwgraslanden en natte heide te vinden met een voor Nederland zeldzame soortenrijkdom.

Waterhuishouding herstellen

Hoe bijzonder ook, de natuurgebieden zitten in de verdrukking. In de jaren zestig zijn er veel heides ontgonnen en oude stroomgeulen dichtgeschoven voor landbouw. Deze drie gebiedjes bleven over, deels van elkaar gescheiden door landbouwgrond. Door de versnippering en hun geringe oppervlak hebben ze last van verdroging en verzuring. De al jaren levende wens om ze een oppepper te geven gaat nu eindelijk in vervulling, in het kader van de Natura 2000-opgave.

In 2015 maakte de provincie Overijssel plannen om de gebieden opnieuw te verbinden en zo kansen te creëren voor natuurontwikkeling en herstel van de waterhuishouding. Dat is hard nodig, zegt Henk-Jan van der Veen, senior boswachter ecologie in Twente: “De agrarische graslanden hebben een laag slootpeil en onttrekken grondwater aan de natuurgebieden. Kalkhoudend kwelwater kan daardoor minder goed in het maaiveld komen.”

Laatste puzzelstuk

Op de eerste aanloop volgde een traject van voorbereiden en overleg met betrokken partijen. Vorig jaar kwam er groen licht voor het eerste deel van de herinrichting. Henk-Jan: “We begonnen met het vergraven van landbouwpercelen ten noorden van Stroothuizen. We hebben daar de oude slenkstructuur hersteld. Gelukkig konden we dat afronden voor de zware regens van afgelopen najaar. In Punthuizen zelf hebben we ontginningsgreppels uit de jaren zestig gedempt en in het naastgelegen particuliere perceel de oude slenk hersteld. Twee kavels wachten nog op inrichting, omdat de bodem te nat was voor grote machines. Gezaagde bomen en struiken die om dezelfde reden zijn blijven liggen, worden binnenkort weggehaald.”

In overleg met de eigenaren van tussenliggende landbouwpercelen probeert Staatsbosbeheer de terreinen zo in te richten dat er een aaneengesloten gebied ontstaat. Dan kunnen leefgebieden van planten en dieren zich weer uitbreiden. De puzzel is compleet, op één stuk na. “Juist daar liggen naar ons idee de beste kansen”, vertelt Henk-Jan. “Als je kijkt naar de inventarisatie uit 1953, zie je een lijst om blij van te worden: veenmosorchis, vetblad, parnassia en vleeskleurige orchis, om er een paar te noemen.”

De slenken in Punthuizen staan vol water | Foto: Henk-Jan van der Veen
De slenken in Punthuizen staan vol water | Foto: Henk-Jan van der Veen

Natuurgraslanden

Voor het dempen van sloten werd zand gewonnen uit een nabij gelegen plas. Dat gebiedseigen materiaal past qua leemgehalte en korrelgrootte bij de grond die er al ligt, wat de kansen voor de natuur vergroot. Een aantal boeren hebben agrarische graslanden omgevormd naar natuurgraslanden. In die samenwerking schuilt volgens Henk-Jan de kracht van het project: “Zowel mensen van de provincie als wijzelf hebben om de keukentafel gezeten met boeren, per bedrijf vaak diverse keren. Dan kun je rechtstreeks bespreken wat ieder wil. Als we water langer vasthouden in het gebied, profiteren boeren daar in de zomer ook van. We hebben dus een gezamenlijk belang.”

Al liggen Punthuizen en Stroothuizen relatief hoog, zo’n 25 meter boven NAP, toch zijn het natte terreinen. De combinatie van zandruggen en slenken zorgt voor een bijzondere waterhuishouding: neerslag zakt op de hoge delen in de bodem, om vervolgens in de lage slenkdelen als basisch grondwater uit te treden. De maatregelen versterken dit lokale watersysteem en de unieke flora en fauna.

IJzerrijk kwelwater in natuurontwikkelingsperceel Stroothuizen | Fptp: Henk-Jan van der Veen
IJzerrijk kwelwater in natuurontwikkelingsperceel Stroothuizen | Foto: Henk-Jan van der Veen

Zaadbank intact

Bij het verwijderen van de bovenste grondlaag is er scherp op gelet hoe diep er werd gegraven. Vlak onder de toplaag ligt namelijk de oorspronkelijke zaadbank, en die moest intact blijven. “Precisiewerk”, aldus Henk-Jan. “Dat is de kunst bij herinrichten. Je probeert zo nauwkeurig mogelijk de voorwaarden te scheppen waaronder natuur zich weer kan ontwikkelen.”

De nieuw ingerichte percelen ogen nog kaal. Over vijf tot tien jaar verwacht hij dat het areaal blauwgrasland en natte heide flink is toegenomen: “Dankzij de natte winter staat het water op veel plekken al op maaiveldniveau. Een teken dat het grondwaterpeil zich herstelt. Er komt ook weer kwelwater aan de oppervlakte. Dat is belangrijk, omdat het mineralen bevat die inheemse planten nodig hebben. In de zomer worden de omstandigheden voor natte hooigraslanden veel gunstiger. Daar zien we waarschijnlijk dit jaar al de eerste resultaten van.”

Gevlekte orchis in Punthuizen | Foto: Henk-Jan van der Veen
Gevlekte orchis in Punthuizen | Foto: Henk-Jan van der Veen

Lezing en excursie

Boswachter Henk-Jan van der Veen zal op dinsdag 30 april, in het kader van de Twentse Waterweken, een lezing geven over de natuurgebieden Punthuizen en Stroothuizen. In de avond is er een publieks-excursie -in het normaal voor het publiek afgesloten- Stroothuizen. Tussendoor kun je ook gebruik maken van een maaltijd in Schaapskooi Stroothuizen. Je kan je eigen programma samenstellen. Meer informatie over het programma kun je vinden op https://www.staatsbosbeheer.nl/uit-in-de-natuur/de-twentse-waterweken. Vooraf boeken is verplicht.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog