www.boswachtersblog.nl/ Texel

De rijke monding van de Slufter

28 juni 2017 Boswachter Dick Schermer in Texel

Studenten in de S;luftergeul

In het uitstroomgebied van het bijzondere Staatsbosbeheergebied de Slufter is het leven steeds in beweging. Door de veranderende geulen en voedselrijke omstandigheden is er veel leven te vinden, zoals je dat in de Waddenzee ook aantreft: kokkels, mossels, zeepieren, garnalen en kleine platvisjes. Op deze rijke dis komen dan ook veel vogels af. Scholekster en tureluur zijn altijd van de partij en zoeken met laag water naar schelpdieren of wormen. Kuikens van eidereenden worden groot op een rijk aanbod. Veel lepelaars die in de Muy broeden vangen samen met de jonkies nu garnaaltjes in de diepere delen van de hoofdgeul.

De rijke monding van de Slufter

In het uitstroomgebied van het bijzondere Staatsbosbeheergebied de Slufter is het leven steeds in beweging. Door de veranderende geulen en voedselrijke omstandigheden is er veel leven te vinden, zoals kokkels, mossels, zeepieren, garnalen en kleine platvisjes. Op deze rijke dis komen dan ook veel vogels af. Scholekster en tureluur zijn altijd van de partij en zoeken met laag water naar schelpdieren of wormen. Kuikens van eidereenden worden groot op een rijk  aanbod. Veel lepelaars die in de Muy broeden vangen samen met de jonkies garnaaltjes in de diepere delen van de hoofdgeul.

Om de vogelstand rust te geven tijdens het verzamelen van voedsel is het hele uitstroomgebied door de boswachters van Staatsbosbeheer afgesloten met borden waartussen touwen zijn gespannen. Deze vrij onopvallende afzettingsmethode  wordt op meer plekken op Texel toegepast. Leuk te zien is dat vogels wennen aan de strikte afscheidingslijn: vogels zoeken dichtbij en  in het zicht van de mensen naar voedsel. Bezoekers kunnen dan ook genieten van de voedselzoekende lepelaars, eidereenden en scholeksters.

Samenvloeiende belangen

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bewaakt de bescherming  tegen het zeewater en wil heel graag meewerken om deze biologische rijkdom in stand te houden. In het verleden werd de hoofdgeul  zo eens in de vijf jaar rechtgetrokken. Dit was om te voorkomen dat de duinen rond de monding door het stromende water niet weggegeten werden.  Mogelijk wordt dit in de toekomst anders : nieuw inzicht in veiligheid staat nu meer natuurlijke processen toe. Belangrijk hierbij is om te weten hoe de biologische rijkdom zich dan kan gaan ontwikkelen.

Studenten Wildlife Management van de Hogeschool Van Hall Larenstein uit Leeuwarden onderzoeken hoe het ecosysteem in de Slufter functioneert. Een van de studenten, Leon Bosman, heeft de afgelopen maanden in de gehele hoofdkreek van de Slufter vogelobservaties uitgevoerd voor zijn afstudeerproject. Hij onderzoekt wat de belangrijkste voedselgebieden binnen de Slufterkreek zijn voor verschillende vogelsoorten. Het blijkt dat de meest bezochte plekken in het uitstroomgebied liggen.

Op woensdag 21 juni hebben zo’n 30 studenten onderzoek gedaan achter de afscheidingslijn. Op door Leon aangegeven plekken waar veel vogels aten zijn enkele honderden bodemmonsters van het sediment genomen met speciale steekbuizen. Ook zijn met schepnetten monsters genomen van garnalen en visjes. Voordat dit werk kon worden gedaan  is een familiegroep met eidereendkuikens voorzichtig naar het achterland gedreven. Met de verzamelde gegevens gaat  Leon  de hoeveelheid beschikbaar voedsel inschatten. Zo gaan beheer, onderzoek en het stimuleren van jong talent hier fantastisch samen.

Mosselbanken en kokerwormhopen

Ook bodemdieren zoeken ieder een plek waarvoor ze het best aangepast zijn. Zo zijn er in het centrale deel van het uitstroomgebied banken met mossels en schelpkokerwormen ontstaan. Deze mosselbankjes zijn afgelopen winter voor het eerst gevonden. Voordat de hoofdkreek het achterland ingaat zijn hele mooie matten kokerwormen aangetroffen. Deze dieren verankeren  de bodem met hun gemetselde kokers en vangen fijne voedseldeeltjes. Dit schept weer mogelijkheden voor andersoortige wormen en schelpdieren. Scholeksters en tureluurs zoeken dan ook juist daar veel naar voedsel. Het deel  langs de wandelroute naar het strand is erg slikrijk. Daar zijn erg veel kokkels te vinden, die zich ingegraven je hebben. Op dit moment ruikt het daar behoorlijk sterk omdat de hitte veel kokkels heeft laten doodgaan. Op de oppervlakte zijn veel wadslakjes te vinden, ook voedsel voor bergeenden, die daar dan ook veel te zien zijn.

 

 

 

reageren

geef een reactie

  • Piet van Noort (@pietjepier)
    28 juni 2017 om 18:30

    Ik ben benieuwd waarmee de resultaten worden vergeleken ? Met een zandsuppletie bij de Slufter of richting de Eijerlandsedam zullen de bevindingen sterk achteruitgaan. In Petten aan Zee, waar de tweede Zandmotor is opgespoten, vangen we al twee jaar geen garnaal aan het strand. Zijn de gevonden levensvormen geen opruimers van de Sternnesten die met de laatste storm vernield zijn? Ik hoop dat het beheer antwoord geeft op deze vragen zodat het jong talent er iets van op kan steken.

    • Boswachter Erik van der Spek
      28 juli 2017 om 15:11

      De resultaten worden met eerdere en komende herhalingen vergeleken. Dan kan ook gekeken worden of er een relatie met suppleties als mogelijk bron van afwijkingen voor kan komen. De sterns hebben hier slechte broedresultaten wanneer zoals als dit jaar in het broedseizoen een zomerstorm optreed. Iets wat tegenwoordig eerder regel dan uitzondering is

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog