www.boswachtersblog.nl/ Aan Zee

De terugkeer van de boomkikker

8 mei 2018 Boswachter Marijke Lieman in Aan Zee

In 1996 verdween de laatste boomkikker uit de Strijdersgatpolder. Het verbeteren en uitbreiden van het leefgebied heeft er voor gezorgd dat we nu weer kunnen genieten van vele kikkers. En dat zorgt voor magische nachten voor de boomkikkertellers.

Vorige week liep ik er ook, toen samen met collega Peter Maas – een ervaren boomkikkerteller – om het telgebied in de Strijdersgatpolder te verkennen. Waar zijn de nieuwe poelen gegraven, waar staan er enthousiaste koeien in de wei, waar kan je makkelijk over en onderdoor het prikkeldraad, welke looproutes moet je nemen. Toen was het fris en lieten de boomkikkers zich voorzichtig horen. Wel liet een ransuil zich prachtig bewonderen en ging een vos in het late avondlicht zich uitgebreid wassen. Deze avond was er eentje voor in de boekjes: het geluid van de boomkikkers, vleermuizen boven de poelen en als afsluiter een vallende ster!

Vannacht liep ik er weer. Nu alleen. Althans, in de heel West-Zeeuws-Vlaanderen waren 9 tellers actief om alle plekken waar mogelijk boomkikkers zouden kunnen zitten te inventariseren. Ruim van te voren had boomkikkercoördinator Fred Schenk al aan de hand van de weerkaarten laten weten dat dit een goed avond zou kunnen zijn en inderdaad kregen we in de loop van de dag groene licht; vanavond gaat er geteld worden!

In de jaren negentig van de vorige eeuw ging het slecht met de boomkikkers in Zeeuws-Vlaanderen. Door de afname van een geschikt leefgebied en de verandering van het gebruik van het buitengebied leefden er nog maar een paar honderd kikkers in drie geïsoleerde gebieden. De boomkikker heeft namelijk zonnige, ondiepe poelen nodig, zonder vissen, om zich voort te planten en heeft een landgebied nodig waar ze zich ophouden buiten de voortplantingstijd. Dit is in de zomer een kleinschalig landschap met veel kruiden en lage struiken. En in de winter zoekt de boomkikker een vorstvrije ruimte op als een holletje in de grond, onder plantaardig materiaal of in kelders van woningen om te overwinteren.

De afgelopen 15 jaar heeft de Provincie Zeeland, het Zeeuwse Landschap en Staatsbosbeheer hard gewerkt om de geïsoleerde leefgebieden met elkaar te verbinden en om de gebieden uit te breiden. En dit wierp met name in de buurt van de restpopulaties al snel zijn vruchten af. In de Strijdersgatpolder bleef het ondanks al deze maatregelen toch nog jaren stil. Pas in 2011 kwam de melding van het eerste voorzichtig roepende mannetje. Daarna ging het snel.

Vannacht liep ik daar. De meidoorns vulden de nacht met hun heerlijke geur, het fluitenkruid leek licht te geven langs de donkere bospaden, fazanten en duiven vlogen met veel kabaal op het laatste moment op, vleermuizen scheerden over het water en de koeien keken van een afstandje toe. Op deze zwoele nacht was het een genot om daar te lopen, maar dat kwam vooral door het oorverdovende gekwaak van de vele boomkikkers. Dat zo’n klein kikkertje zo’n lawaai kan maken!

Elke poel, put of plas – 19 tellocaties in totaal – was gevuld met roepende boomkikkermannetjes, door de hele polder klonk hun luide gekwaak.

Ze zijn definitief terug, wat een succes!

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog