www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Eerst lezen, dan kijken

15 oktober 2012 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

De kaft alleen al! Zonder er verder ook maar een blik in te werpen had ik dit boek aangeschaft. De inhoud blijkt net zo verrukkelijk als de buitenkant. De afbeelding laat trouwens een blad met komkommer zien uit het herbarium van de Duitse arts Leonhard Rauwolf (1535-1596).

Onder redactie van wetenschapshistorica Esther van Gelder brengt in dit boek, Bloeiende Kennis, een team uitstekende schrijvers in kaart hoe Leiden zo’n prominente rol kon hebben in de Botanische Renaissance. Dat is de periode tussen ongeveer 1530 en 1615 toen in heel Europa een enorme belangstelling voor plantkunde aan de dag gelegd werd. Dat had verschillende oorzaken. Zo was er veel geld te verdienen met nieuwe plantensoorten die door ontdekkingsreizigers meegebracht werden. Vooral artsen en apothekers hadden grote belangstelling voor planten, die misschien nieuwe geneesmiddelen verschaften. Zij legden vaak ook tuinen aan om zelf medicinale planten te kweken.

Maar wie Bloeiende Kennis leest, wordt gegrepen door wat zo’n vierhonderd jaar geleden ook al de belangrijkste oorzaak was van de revolutie in de botanie: pure nieuwsgierigheid. (In die tijd trouwens vaak met een godsdienstig randje; het bestuderen van de schepping werd gezien als een vorm van godsdienstbeoefening).

Leiden had weliswaar een universiteit (sinds 1575) en een Hortus Botanicus (sinds 1590) maar pas met het aantrekken in 1593 van Europa’s beroemdste plantkundige, Carolus Clusius, werd Leiden de stad waar alle botanici naar keken. Clusius werd prefect van de Hortus en hij hield zich bezig met de aanleg van de tuin en het publiceren van plantkundige werken die uitzonderlijk waren vanwege hun nauwkeurigheid. Wat bij Clusius opvalt is dat hij de natuur zo zuiver beschouwde, dat wil zeggen niet als een tuin vol verwijzingen naar andere zaken. Een plant is een plant bij hem, geen symbool van een deugd of zo.

Bloeiende Kennis geeft heel mooi weer welke rol Clusius speelde in een enorm botanisch netwerk waarin de adel uit de Zuidelijke Nederlanden die in Leiden was neergestreken, handelaren, ontdekkingsreizigers, artsen, apothekers en academici elkaar troffen. Allemaal met één begeestering: de plant.

Van Gelder neemt de lezer verder mee op interessante botanische uitstapjes. Zij nam in het boek een bijzonder ontnuchterende studie op over de tulpenmanie van 1637. Auteur Anne Goldgar beschrijft eerst het bekende verhaal hoe in die tijd ‘opties’ op tulpen verhandeld werden. De tulpen zelf zaten bij het verhandelen tussen september en mei nog in de grond. De koper zegde een betaling toe die pas geschiedde als de bollen gerooid waren. Toen er zich in de herfst van 1636 een enorme prijsstijging voordeed, bleken veel handelaren malafide: voor veel meer geld werden de tulpen een tweede keer verhandeld. Als in 1637 de prijzen kelderen blijken ook de kopers onder de toezeggingen uit te willen en gewoon niet te betalen. In veel geschiedenisboeken is deze gebeurtenis als een economische ramp beschreven die hysterische taferelen opleverde. Dat beeld blijkt, volgens Goldgar echter niet te kloppen: “ik heb niemand kunnen vinden die failliet ging vanwege de krach”.

En dan op naar Leiden! Daar heeft Van Gelder in Museum Boerhaave een tentoonstelling ingericht, Leydse Weelde, waar tal van herbaria, schilderijen, plantenboeken en naturalia uit haar publicatie in het echt te zien zijn. De geschiedenis wordt (haast) tastbaar wanneer bij een brief van 24 augustus 1596 van ene Mme. De Risoir aan Clusius ook het gedroogde bloempje ligt dat zij insloot bij haar schrijven.

Wie besluit zich niet in te lezen maar meteen naar Boerhaave te gaan, wacht één nare verrassing. De overijverige educatieve dienst heeft een intro-filmpje gemaakt waarvan het geluid door de hele ruimte schettert. Dat maakt lezen dáár praktisch onmogelijk. Het filmpje is in een loop gemonteerd en na het geheel tien keer gehoord te hebben, wil ik het uitgillen, ja ja, ik wéét het nu: “Leiden was in de zestiende en zeventiende eeuw dé stad van de groene ontdekking.”

reageren

geef een reactie

  • Een koolroos in Den Bosch | BuitenPlaatsen
    8 oktober 2015 om 11:14

    […] van betekenis’ in verrukkelijke stillevens, het Leidse Museum Boerhaave pakte uit met ‘Leydse Weelde’ over de ‘groene ontdekkingen’ die in de zestiende en zeventiende eeuw werden gedaan, […]

  • Een koolroos in Den Bosch | BuitenPlaatsen
    8 oktober 2015 om 11:14

    […] van betekenis’ in verrukkelijke stillevens, het Leidse Museum Boerhaave pakte uit met ‘Leydse Weelde’ over de ‘groene ontdekkingen’ die in de zestiende en zeventiende eeuw werden gedaan, […]

  • Heel veel tulp voor 7,50 | BuitenPlaatsen
    10 september 2013 om 10:42

    […] blijken vooral uit negentiende-eeuwse bronnen te zijn overgeschreven. Recenter onderzoek van Anne Goldgar leverde zelfs geen bewijzen van faillissementen op. Dat maakt The Tulip zeker niet tot een overbodig […]

  • marloes mennen
    15 oktober 2012 om 15:02

    Het schoffelen van de Clusiustuin tijdens mijn Middelbare Tuinbouwschool stage krijgt 40 jaar later ineens veel meer glans!

  • marloes mennen
    15 oktober 2012 om 15:02

    Het schoffelen van de Clusiustuin tijdens mijn Middelbare Tuinbouwschool stage krijgt 40 jaar later ineens veel meer glans!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog