www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

'Kathedralen van de moderne wereld'

31 maart 2014 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

In mijn kast staat al dertig jaar een boek dat ik ooit kocht voor de rug. Op blauw linnen staat daar op in goud: “Fair is our Land”. Die zin drukt de haast vanzelfsprekende trots uit waarmee de Amerikanen hun landschap beleven. Die verheerlijking van het land kent ook bij ons een lange traditie. Van zestiende-eeuwse lofdichten op de fraaie omgeving waarin een stad ligt, tot de zeventiende- en achttiende-eeuwse arcadialiteratuur waarin de schoonheid, rijkdom of lieflijkheid van een streek bezongen werd. Zelfs de serie boeken die in de jaren veertig tot en met zestig van de twintigste eeuw verscheen onder de titel ‘De Schoonheid van ons Land’ (met foto’s van Cas Oorthuys) kun je in dit licht zien. Als het nú over mooi Nederland gaat, wordt meestal bedoeld, ‘hoe krijgen we ’t weer mooi’. Waarbij iedereen wel meteen kan zien dat waar gebieden beschermd zijn, soms al honderd jaar, schoonheid behouden is. Maar de trots zijn we een beetje kwijt. Heel inspirerend om nu in het Nederlands Fotomuseum te zien hoe die beeldvorming over het Amerikaanse landschap voor een belangrijk deel begon met de fotografie van Carleton E. Watkins (1829-1916).
foto
Vanuit zijn standplaats San Francisco trok Watkins met muilezels en paard en wagen (voor de doka) naar ondermeer Yosemite Valley. Daar maakte hij zogenoemde mammoetopnames, dat wil zeggen van een formaat van 52 bij 40 centimeter. Het voert te ver om hier de hele techniek van het werken met glasplaatnegatieven uit te leggen maar het resultaat is zo oogstrelend dat ik me de hele tijd afvraag, hoe kán dit. Ik sprak er met fotograaf Erik Hijweege en we trokken allebei de conclusie: het is als met LP’s. Dat geluid krijg je niet snel zo op een cd. De foto’s van Watkins hebben een diepte, scherpte en detail, een rijkdom in ‘zwartingen’en ‘wittingen’, je blijft kijken. Het oog dringt diep door in het landschap, blijft hangen bij een waterval in de verte van de vallei om vervolgens terug te stuiteren naar een takje waar wat zonlicht langsstrijkt, helemaal op de voorgrond.
Het zijn ‘maar’ twaalf Yosemite foto’s die het museum toont, maar ga gewoon kijken. Het is enorm de moeite waard. Het is heel bijzonder dat die foto’s zich überhaupt in Nederland bevinden. Ze zijn in 1876 door de reiziger Gerrit Verschuur gekocht en uiteindelijk in het museum terechtgekomen. Het aantal foto’s van Watkins is heel beperkt: bij de aarbeving in San Francisco van 1906 gingen 1300 glasplaatnegatieven verloren.
Watkins invloed was groot en niet alleen in artistiek opzicht. Zijn foto’s bereikten ook Washington waar ze in belangrijke mate bijdroegen aan de totstandkoming van de visie die in 1864 leidde tot het wetsontwerp voor de bescherming van de sequoiabossen van Yosemite ’ten behoeve van het volk, voor ontspanning en recreatie, om ze onvervreemdbaar te behouden tot in lengte van dagen.’ Dat is de kracht van het beeld. Moeten wij ook gaan doen. Voor onze nationale parken.

Foto: Carleton E. Watkins, Yosemite Valley, Californië, V.S., 1866’/ Yosemite from the ‘Beste General View”. Nederlands Fotomuseum (Collectie wereld Museum).
De titel van deze post is ontleend aan een uitspraak van de Amerikaanse landschapsarchitect Charles Eliot (1859-1897) die vooral aan de Oostkust succesvol was in het combineren van natuurbescherming met nieuwe ontwerpen.

reageren

geef een reactie

  • Manon Wigny
    14 januari 2015 om 13:07
i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog