www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Jouw tuin is de mooiste

2 juni 2015 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

mijn tuin alg.De tuin is de plek waar ‘de beste van alle mogelijke werelden’ werkelijkheid is, waar maakbaarheid niet een oudmodische term is, maar realiteit. Tenminste, wanneer je een beetje je best doet. Als je geen hele buitenissige wensen hebt (denk: een tweede Versailles of iets met praktisch uitgestorven wilde orchideeën), kun je het krijgen zoals je het hebben wil. En zelfs beter, gewoon omdat de natuur die je selecteert (dat is toch de definitie van ‘tuin’) je zal verrassen. Nu heb ik makkelijk praten met mijn twaalf vierkante meter, maar dan nog: ik geloof erin dat ieders tuin, de gedroomde tuin kan zijn. Je moet wel gewoon beginnen en willen werken –dat zijn verschillen met het paradijs; dat werd voor je begonnen en afgemaakt dus je kon er niet eens werken*.
In heel veel hippe tuinboeken wordt een vals beeld geschetst van wat met name moestuinieren is. Als in een middeleeuws Kokanje vliegen de meest uitgelezen vergeten groentes je zo geblancheerd en al de mond in. Wie nog een beetje ‘van de boer’ of ‘van het land’ is, weet echter dat uit eigen tuin eten, altijd heel veel werk met zich meebrengt. Ik herinner me de poging van de Britse Alys Fowler, een soort hippie-chique tuinierster, die voor de BBC liet zien hoe ze een jaar lang zo zelfvoorzienend mogelijk was. Na een paar afleveringen zag ze eruit als een verlept blaadje sla. Niet dat ik tegen ben, hoe meer mensen met de handen in de klei willen, hoe beter. Maar ze zijn gewaarschuwd.
Wat ik wil zeggen, is dat het mogelijk is je eigen locus amoenus, jouw lieflijke plek te creëren. Al is het op een balkon, of, als je een niet te managen joekel van een perceel hebt, slechts in een hoekje. Wat die ruimte je zal geven! Alleen al het contact met (jouw uitsnede uit) de natuur. Als mens ben je er mede-schepper, en het centrum –dat is niet het middelpunt waarin de narcist zichzelf zo graag ziet, maar eerder een tot bescheidenheid merel 2014nopende plaats in een eindeloos universum. Volgens mij zijn tuiniers daarom vaak zulke leuke mensen; ze hoeven niks aan je op te leggen, in de wetenschap dat jíj ook het centrum bent. De tuin verbindt je met de grote natuur buiten. Dat merk je aan de ‘onkruiden’ die zich niks van jouw grenzen aantrekken, maar ook aan de dieren die jouw plek bezoeken. De vogels, bijen en vlinders die vanzelf komen. Wat een feest, toen de muurvaren zich spontaan in mijn tuinmuur vestigde!
Wie een tuin wil maken kan zich eindeloos blijven inlezen en haast vergeten dat het om een plek buiten gaat. Nu is dat lezen voor mij ook een plezier, maar je moet wel gewoon beginnen. Er is eigenlijk maar één regel voor succesvol tuinieren: weet wat de plant wil. Dat is wat bedoeld wordt met het wat zweverige ‘groene vingers hebben’: er bestaan echt mensen die eenvoudig weten of aanvoelen wat een plant nodig heeft. Als je niet beschikt over deze gave, dan is het internet een uitkomst.
Mme Caroline TestoutOm vertrouwd te raken met jouw grond hoef je niet per se met een bodemmonster naar het lab. Wat in de omgeving groeit is vaak de beste indicatie, en op het internet vind je dan of je op arme of rijke, zandige, venige of kleiige, kalkhoudende of zure grond werkt. Als je ook let op zon of schaduw, droog en nat, dan ben je er eigenlijk al. Wanneer je echt nog van helemaal niks weet, vraag er een tuinier bij met wat ervaring. Die helpt je zo op weg.
Planten uitkiezen, de volgende stap, is verrukkelijk. Fouten maakt iedereen. Haha, ik kocht ooit de mooiste roos die ik kon vinden (Madame Caroline Testout). Ik checkte het aantal zonuren waarbij ze zou gedijen, de bemesting die ze wenst en ik besloot haar stevig te snoeien, dan zou ze mij belonen met grote bloemen die er uitzien als verfrommelde zakdoeken. Ze weigerde. Ik behandelde haar als een struikroos, omdat ik bij aankoop niet goed op het label had gekeken en de ‘c’ achter haar naam gemist had. Die letter is van climber. Ze is een klimroos! En die behandel je heel anders. Bij Vita Sackville-West las ik dat wanneer je haar horizontaal leidt, ze rijker zal bloeien. Na de bloei terugsnoeien tot op het oude hout (en verder alles wegknippen wat je niet zint – je wil dat ze in de tuin bloeit, niet onder de dakgoot) et voilà: elk voorjaar een roze zee.
Omdat ik zo’n klein lapje heb, is het makkelijk om ‘gevaarlijke’ soorten in toom te houden. Gelukkig gaat veel vanzelf. Fluitekruid, duizendblad, boterbloem, zuring, bereklauw en koekoeksbloem, die nogal de neiging tot uitbreiding hebben, vinden al snel een natuurlijk evenwicht. Zaai ik een exoot, zoals de gele schijnpapaver, dan is er even een dynamische verstoring. Eigenlijk is die klaproos een slap plantje. Maar zijn groen is er in het voorjaar als eerste en overschaduwt dan de kiemen van andere soorten en wint zo de race om het licht. Het lijkt de natuur wel!
Tuin is ook geur. In mijn stadse stukje ruikt het nu naar goede grond, selderij en heel licht naar roos. Moeder Natuur is de beste chemicus die je je kunt indenken. Koffiedrab en snoeiafval van de kamperfoelie zet ze om in compost. Vruchtbaarheid heeft haar eigen parfum.
irisNiets beter om zorgen te vergeten dan tuinieren. Je bindt de pronkerwt op, verplant een zaailing van het vingerhoedskruid, oogst wat blad van de lavas en hé je bent in het moment. Geen dure cursus voor nodig. Maar eerlijk is eerlijk, de tuinier heeft ook zijn ongeduld. In het voorjaar kijk ik de scilla’s zo wat uit de grond. En nu wacht ik tot de irissen opengaan. Die planten suggereren met hun uitzonderlijk fraaie bloemen dat je iets heel knaps gedaan hebt in de tuin. Maar ze zijn juist super makkelijk en kunnen tegen hele natte en droge omstandigheden. De truc: ze willen zon op de plek waar ze wortelen. Dit weekend gaan ze open. Ja, mijn tuin is de mooiste.

* Strikt genomen is dat niet helemaal waar. In Genesis 2:15 staat dat God de mens in de hof van Eden plaatste om ‘die te bewerken en bewaren’. Maar in paradijsvoorstellingen wordt nooit gewerkt. Dat hoort toch meer bij de straf voor de zondeval waarbij God de aardbodem vervloekt, en het aan de mens is om te zwoegen.

reageren

geef een reactie

  • meta
    8 juni 2015 om 08:14
i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog