Grote kruisbek, man Foto Hans Dekker

Veel mensen zoeken de koude wintersportgebieden op tijdens de voorjaarsvakantie. Veel vogels zoeken juist de warmere streken op. Niet omdat het te koud voor ze is. Meer omdat hier voedsel beschikbaar is. Zo zien we hier nu al weer een tijdje grote kruisbekken rondscharrelen. De klapekster is ook alweer gezien. En nog vele andere wintergasten.

Grote kruisbek

Terwijl onze vaste zomergasten nu lekker warm in Afrika rondfladderen. Is het Drents-Friese Wold een soort Afrika voor vogels die het koude Skandinavie en Rusland ontvluchten op zoek naar voedsel. Zo komt de grote kruisbek alweer een paar jaar in kleine groepjes hier overwinteren als wintergast. Hoeft niet om dezelfde individuele vogels te gaan. Een robuuste vogel met een heel bijzondere bek. Ik moest eigenlijk gelijk denken aan een soort kleine parkiet of dwergpapegaai. Grappig om dan te lezen dat onze Engels sprekende buren hem parrot crossbill noemen. Heel toepasselijk. De snavel is zo “gemaakt” om de kegels van naaldbomen te bewerken, om zo de zaden te bemachtigen. Het belangrijkste voedsel van deze grote broer of zus van de inmiddels ingeburgerde kruisbek. Deze “gewone” kruisbek is sinds de jaren zeventig nu een broedvogel. Kan goed komen omdat de naaldbossen behoorlijk zijn toegenomen en daardoor voor deze soort interessant. Wie weet zal de grote kruisbek ook hier een plekje vinden om zich te vestigen als broedvogel. Zou zo maar kunnen.

Klapekster

Een andere bijzondere vogel is de klapekster. Vroeger een vaste broedvogel van het Nationaal Park Drents-Friese Wold. Nu helaas alleen nog een wintergast. Hij lijkt inderdaad wel wat op een ekster. Veel kleiner dat wel. Hij heeft dezelfde gewoonte als zijn familielid de grauwe klauwier om zijn prooi zoals muizen of grote insecten op doornen te prikken. Als voorraad. De klapekster houdt van open, ruige en licht beboste gebieden. Hij is makkelijk te herkennen. Je ziet deze lichte vogel zo zitten in dat ene boompje. De grauwe klauwier is gelukkig weer terug van weg geweest en we zien ‘m weer langzaam in aantal toenemen. Of de Klapekster weer terugkomt? Dan moet er nog heel veel gebeuren.

Nog meer wintergasten

Ik heb de kramsvogel nog niet genoemd. Op dit moment zien we grote groepen in de Oude Willem. Ook zo’n soort die de vorstgrens volgt. Kleine- en wilde zwanen zijn ook gezien. En dan te bedenken dat sommige vogels zoals de bosuil alweer een nest hebben. Blijft fascinerend toch? Kom je een vreemde vogel tegen, laat je het me dan weten?

Boswachter

Corné Joziasse

Ruimte voor wildere natuur