www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #26 De groene schatkamers van Berkenbosch

3 juli 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Tijdens een wandeling op de Walcherse buitenplaats Berkenbosch ga je van barok naar Romantiek en af en toe weer terug. Adviseur landschap en cultuurhistorie Jan Janse legde mij uit hoe het oorspronkelijk ontwerp eruitzag, wat verschillende bewoners eraan veranderd hebben en hoe Staatsbosbeheer er nu mee omgaat.

Het geraamte van het park dateert voor het grootste deel uit de achttiende eeuw en is strikt symmetrisch. Het was ooit volledig op het hoofdhuis georiënteerd maar dat werd in de negentiende eeuw afgebroken en een nieuwe woning verrees die een beetje los in het ontwerp staat.
Ik vereenvoudig het wat, maar in feite wordt het park begrensd door een noordelijke en een zuidelijke laan. In het park liggen parallel aan de lanen twee langgerekte vijvers. Je ziet de middenlijn vanuit het oude huis als het ware voor je, met aan beide zijden dezelfde parkdelen. In zo’n barokke aanleg ging het er niet om het oog te verrassen met allerlei ‘natuur’. Het ideaal was om te laten zien dat die natuur juist verbeterd werd wanneer het menselijk vernunft ermee aan de slag gaat. De ratio, waaruit de wiskunde voortvloeit, was immers een geschenk van God en haar toepassen was eigenlijk de schepping vervolmaken.
Dat beeld begon later in de achttiende eeuw te kantelen. In Engeland verschenen spotgedichten over hoe saai spiegelsymmetrie is. Alexander Pope schreef: ‘each alley has a brother / And half the garden just reflects the other.’ Parterres waarin met eenjarigen ingewikkelde wiskundige figuren waren aangelegd, werden vergeleken met het kantwerk van damesondergoed. Maar wellicht belangrijker nog, zo’n barok park stond symbool voor het ancien régime terwijl er toch echt een nieuwe tijd was aangebroken. In de Romantiek ging het om het cultiveren van natuurlijkheid. Alles was bedacht en aangelegd, maar de bedoeling was om het er als ongekunstelde natuur uit te laten zien. Op Berkenbosch is het belangrijkste element uit die tijd, de negentiende eeuw, een lange slingerlaan die in het centrale deel, tussen de twee vijvers loopt. De laan ontspringt bij een poel (de ‘Goudviskom’) uit dezelfde tijd en beide zijn beplant met exotisch geboomte en struiken.Los van die twee historische stijlperiodes is er nog iets wat op Berkenbosch opvalt, zij het dan pas wanneer Jan mij daar opmerkzaam op maakt: zonder verband staan her en der oude eiken. Die zijn tussen 1720 en 1740 in de bosvakken aangeplant, waarschijnlijk om in de toekomst over goed zaaghout te kunnen beschikken. Zo ver kwam het niet, en nu verrassen ze de blik met hun majesteitelijk voorkomen. Waarbij wel duidelijk is dat je dicht bij de kust bent: de aanlandige wind zorgt ervoor dat hun kronen wat gedrongen blijven.Het beroemdste deel van Berkenbosch is de noordelijke laan. Eind achttiende eeuw bestond die uit een dubbele rij beuken die in rechte schermen gesnoeid en geleid werden. Slechts een kort stuk is daarvan bewaard, het grootste deel van de laan heeft nog maar een rij beuken. Rond 1940 werd het beheer van snoeien en afleggen van takken om de schermvorm te creëren, gestopt. De beuken groeiden uit en vormen nu een soort groene overhuiving. De buitenissig gevormde stammen zijn ideaal om in te klimmen, wat zowel de plaatselijke jeugd als de toeristen uit Domburg en Oostkapelle veelvuldig deden. Jan en ik raken niet uitgekeken op de vormenrijkdom. Er is zelfs een stel beuken dat als Fred en Ginger lijkt te dansen.
De oude bomen hebben nauwelijks beheer nodig, maar op een stuk, waar het ‘scherm’ verdwenen was, heeft Staatsbosbeheer opnieuw beuken ingeplant die op zo’n twee meter hoogte zijn afgezet om ze mooi te laten aansluiten op wat er al is. Om ze te beschermen tegen reeënvraat staat er nu nog een hek omheen maar in de toekomst kan dat weg en dan is de laan weer een beetje geheeld.
Ook fraai: aan de zeezijde kijk je tussen de beuken door naar de Manteling, met zijn door de wind geschoren eiken.We slaan vanaf de noordelijke laan onder een hoek van negentig graden een eikenlaan in die naar de Goudviskom voert. Dit is een van de oudste delen van het park. Van eiken die het loodje legden zijn de jaarringen geteld en dat leverde een plantjaar op tussen 1720 en 1728. Ook hier valt de gedrongen groei op: dikke stammen met een wat afgevlakte kroon. Onderzoek toonde aan dat het plantverband van de eiken bijzonder is: ze staan precies op één roede (3,77 meter) van elkaar. Die afstand hield Staatsbosbeheer ook aan in het opnieuw ingeplante deel van de laan, aan de overzijde van de Goudviskom. Ondanks jaren met wel twee hittegolven en enorme regenval zijn de bomen goed aangeslagen.Bij de Goudviskom komen verschillende boswegen uit, wij nemen de Slingerlaan. Maar niet voordat we ons omgedraaid hebben en terugkijken op een tafereel dat samengesteld lijkt uit tal van buitenlanden: er is een rand van pontische rododendron, waaruit meerdere soorten moerascipres hoog oprijzen en er staat een gigantische zwarte den met een drietand van stammen.De slingerlaan met veel thuja en taxus heeft iets van een donkere tunnel met op sommige plekken wat gaten in het groen waar dan het water van de vijvers doorheen zilvert. Hij eindigt bij een monumentale taxus die wel de Mondriaanboom wordt genoemd. Wat berust op een misverstand: de beroemde rode en blauwe boom van Mondriaan betreft een oude appelboom die bij de nu verdwenen villa Loverendale in Domburg stond. Los daarvan, dit is een geweldige boom met een groeivorm die blijft fascineren. Er is wel een probleem: de taxus is aangetast door zwammen en zijn toekomst is onzeker.Op Berkenbosch staan nog veel meer bijzondere bomen, zoals de lindes die bij het oorspronkelijke huis aangeplant werden. En Jan heeft nog een laatste verrassing. We lopen door naar de aangrenzende buitenplaats Duinbeek. Tijdens de wandeling heb je niet door dat er een verval van ongeveer een halve meter is. Het net wat hoger gelegen Berkenbosch heeft daardoor geen last gehad van de inundatie in 1944. Op Duinbeek loopt echter een harde grens van waterschade, gemarkeerd door een oude eik. Vanaf daar loopt het terrein af, zo flauw en zo bescheiden dat het niet op een foto vast te leggen is, maar aan de begroeiing kun je nog aflezen wat daar gebeurde. Alle bomen dateren er hooguit van 1952 toen het herstel van de Walcherse buitenplaatsen begon.

Ik heb het nog niet eens over de bijzondere bewonersgeschiedenis van Berkenbosch gehad. Radio- en podcastmaker Maartje Duin doet dat op voortreffelijke wijze in haar werk. Luister bijvoorbeeld Mina & Mevrouw (over Duins grootmoeder die op Berkenbosch woonde en haar dienstmeid) en naar De plantage van onze voorouders.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog