www.boswachtersblog.nl/ Fryslân

‘Superfuik’ brengt vispopulatie in kaart in Waddenzee

15 mei 2020 Henk-jan in Fryslân

Begin april stond de bemanning van de visserijcoöperatie ‘Vissers van de Kust’ weer met hun waadpakken in het zeewater, net onder de kust van Schiermonnikoog. Voor het tweede achtereenvolgende jaar monitoren zij de visstand in de oostelijke Waddenzee. Met succes.

‘Eén, twee en jaaa’… Met een ferme kreet trekken Jaap Vegter en Jelte Bouma een volle fuik in hun boot. Terwijl liters zeewater via de mazen luid terugstroomt naar zee, klinkt er tussen het wier en de vele krabben het geluid van honderden spartelende vissen. Alles kronkelt en draait door elkaar heen en kan eigenlijk geen meer kant op. Het net is onverbiddelijk. Op de gezichten van de bemanning verschijnt een glimlach. De vangst vandaag is prima.

Gevlekte haai

Dan is er ineens commotie. Tussen de vele zilveren schubben krult een grote, bruine vis. ‘Een haai’, roept een van de bemanningsleden’. Het blijkt een gevlekte gladde haai te zijn. ‘In de jaren 70 en 80 ging het slecht met de populatie, de laatste decennia zien we deze soort gelukkig weer vaker. Dit dier staat aan de top van de voedselpyramide en is een indicator voor de kwaliteit van een Wadden-ecosysteem’, vertelt Jaap. Na een VIP behandeling met verschillende foto’s, het meten van lengte en gewicht, krijgt de haai weer zijn vrijheid terug.

De eerste telronde van dit seizoen is er een van verrassingen. April blinkt uit in zonneschijn en de aanhoudende wind uit het oosten tot noordoosten zorgt voor lagere eb- en vloedstanden. In combinatie met springtij geeft dit meer visvangst en ook grotere vissen. ‘Het droge voorjaar maakt het monitoren extra interessant’, vertelt Jaap. ‘We zien dat er minder zoet spuiwater de Waddenzee binnenkomt en dat maakt het zeewater in dit deel ook zouter. We vangen naar verhouding meer zeevissen, waaronder deze gladde haai.

De Monitoringsfuik onder de kust van Schiermonnikoog

Veel haring

In de fuik vinden Jaap en zijn bemanning grote exemplaren fint, tong, bot en verrassend genoeg veel volwassen haring. ‘We weten al langer dat de soort weer in de Waddenzee zwemt, deze vangst bevestigt weer dat de haring bezig is met een comeback’. Voor Jaap doet dit beeld denken aan de verhalen van de Zuiderzeevissers.

Jaap en bemanning plaatst de fuik volgens het ‘weervisserij’: twee schermen in een V-vorm, dicht tegen de zandplaat aan. De schermen werken als een barrière en leiden de vissen tijdens de getijdestroming naar een palingfuik. Twee uur voor laagwater varen de vissers uit richting Schiermonnikoog, om de fuik een uur later te legen.
Het NIOZ doet al zestig jaar soortgelijk onderzoek in het Marsdiep bij Texel en hierdoor weten we dat de Waddenzee belangrijk is voor veel vissoorten. Het ecosysteem van het oostelijke wad heeft echter een andere opbouw met bredere wadplaten, smallere, diepere geulen met een hogere stroomsnelheid. Dit zorgt ook voor een andere verhouding in aantallen en soorten vis.

Langzaam maar zeker ontrafelt de monitoringsfuik de geheimen onder de waterlijn. Half mei start de tweede van in totaal vijf telrondes. Als de Coronamaatregelen het toelaten, ben ik er weer bij.

Life-IP Deltanatuur

De Monitoringsfuik maakt deel uit van het project Swimway. Meten is weten en de gegevens die we verzamelen dragen bij aan een goede basismonitoring van de Waddenzee en een optimaal beheer van dit gebied. Staatsbosbeheer begeleidt dit project dat wordt gefinancierd door Life-IP Deltanatuur.

Boswachter Henk-Jan van der Veen

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog