www.boswachtersblog.nl/ Oostvaardersplassen

Grote grazers in natuurgebieden

19 november 2020 Boswachters in Oostvaardersplassen

In veel Nederlandse natuurgebieden grazen paarden of andere ‘grote grazers’. Met hun graasgedrag voorkomen ze dat open en halfopen natuurgebieden helemaal dichtgroeien waardoor dieren en planten, die juist baat hebben bij een meer open landschap, verdwijnen. Dat is ook zo in de Oostvaardersplassen. Denk hierbij aan broedende en doortrekkende vogels zoals de grote zilverreiger, grauwe gans, bruine kiekendief, grutto en goudplevier die naast het moerasgebied ook open graslanden nodig hebben en die nu volop aanwezig zijn in de Oostvaardersplassen. In veel uiterwaarden zorgen grazers tevens voor het open blijven van het gebied zodat er ruimte voor de rivier is, het water vrij kan doorstromen en de mensen veilig achter de dijken kunnen wonen, werken en recreëren.

Hoe zit het precies met de grote grazers in de Oostvaardersplassen: welke functie hebben ze, wat is er besloten over het beheer en welke dilemma’s zijn er waar we in het beheer mee te maken hebben?

In grote natuurgebieden, zoals de Oostvaardersplassen, heeft de aanwezigheid van grazers voordelen vergeleken met het inzetten van machines. Doordat ze het terrein niet overal even intensief bezoeken en begrazen, zorgen ze voor veel variatie in de begroeiing. De afwisseling tussen open en dichter begroeid gebied en de variatie in de structuur van de graslanden zorgt voor een rijker insectenleven en daarmee voor meer biodiversiteit. Bovendien wordt op deze manier ook ruimte geboden aan de dieren om een natuurlijk leven te leven.

Dierenwelzijn

Dierenwelzijn wordt bepaald door meerdere aspecten zoals de vrijheid om binnen het gebied zelf te bepalen waar er wordt gegraasd en wat er wordt gegeten, de vrijheid van partnerkeuze bij de voortplanting en het kunnen deelnemen en uiting geven aan het complexe sociale gedrag dat bij het leven in kuddeverband hoort. Denk bij dit laatste aan bijvoorbeeld territoriumgedrag en het bepalen van de rangorde in de groep. Dit is natuurlijk gedrag waarvoor Staatsbosbeheer in een groot gebied als de Oostvaardersplassen de ruimte geeft.

De consequentie van het natuurlijke leven van de dieren is wel dat ze zich voortplanten. Het voortplantingsgedrag is een belangrijk onderdeel van het sociale leven en daarmee van invloed op het dierenwelzijn. Ingrijpen in deze aspecten door bijvoorbeeld toepassing van kunstmatige geboortebeperking is dus uit oogpunt van dierenwelzijn niet wenselijk. Castratie en sterilisatie leiden bovendien tot gezondheidsrisico’s, onnatuurlijk gedrag van de dieren, tot een steeds smaller wordende genetische basis en een onnatuurlijke opbouw van de kudde.

Anticonceptie

De Universiteit Utrecht deed op verzoek van de Provincie Flevoland een literatuuronderzoek naar de mogelijkheden en voor- en nadelen van anticonceptie bij de grote grazers. Het onderzoek wees uit dat het voor de korte termijn niet tot minder dieren zal leiden. Ook is onvoldoende bekend wat de ecologische effecten zijn op het gedrag van de dieren. Tijdens de vergadering op 27 mei 2020 hebben Provinciale Staten ingestemd met het voorstel van Gedeputeerde Staten om geen vervolg te geven aan het literatuuronderzoek anticonceptie. Het onderzoek biedt te weinig handvatten waarmee de aantallen grote grazers effectief beheerd kunnen worden.

Balans

In de Oostvaardersplassen is op een gegeven moment de ontwikkeling van het aantal grazers als gevolg van de vrije voortplanting ten koste gegaan van de landschappelijke ontwikkeling en daarmee ook van de biodiversiteit. Er is in de loop van de jaren een open gebied ontstaan met voornamelijk kortgrazig grasland. Bomen, struiken en ruigtes zijn grotendeels verdwenen. Om de balans tussen aantallen grote grazers en landschappelijke diversiteit te bewaren en daarmee de biodiversiteit te versterken is er besloten om het aantal grote grazers te verminderen en houden we de aantallen op een afgesproken niveau. Voor de paarden is het streefaantal 300 dieren, voor de runderen 300 en de edelherten 500.

Bestemming

Daarmee komen we op de vraag wat je dan vervolgens met de dieren doet die ‘teveel’ zijn. Voor de edelherten betekent dit afschot omdat verplaatsen geen optie is. De heckrunderen houden we door afschot op peil. De dieren mogen volgens de wet niet worden geslacht of achtergelaten, daarom gaan ze naar de destructie. Voor paarden is de keus verplaatsen naar een andere locatie beperkt. Ze kunnen naar andere natuurgebieden, maar wel altijd onder de voorwaarde dat ze daar hun natuurlijke leven zoals dat in de Oostvaardersplassen kunnen voortzetten. Zulke gebieden zijn schaars en de geschikte gebieden hebben momenteel geen ruimte voor dieren uit de Oostvaardersplassen. De resterende mogelijkheid is slacht, zoals ook beschreven staat in het managementplan.

Keuring

Het aanbieden van paarden voor de slacht betekent dat ze in de menselijke consumptieketen terecht kunnen komen. Staatsbosbeheer kiest er namelijk voor om het vlees een zo goed mogelijke bestemming te geven indien dit mogelijk is en zoals dit ook bij vlees van edelherten gebeurt. Het alternatief zou namelijk destructie zijn. Uiteraard moet dat wel verantwoord zijn in het kader van de voedselveiligheid. Staatsbosbeheer heeft daarom onderzoeken uit laten voeren. Een eerste steekproef wees uit dat het vlees van de hengsten vanaf vier jaar een relatief hoog gehalte aan dioxines bevatte. Daarom is besloten om hengsten vanaf drie jaar niet ter consumptie aan te bieden maar voor destructie af te voeren.

De leeftijd van drie jaar is gekozen om een extra marge te hebben. Aanvullend onderzoek van de NVWA heeft uitgewezen dat de gehalten van dioxines in de overige dieren, jonge merries en jonge hengsten, wel voldoen. Samen met de merries ouder dan 3 jaar, kunnen deze jongere dieren daarom voor de slacht worden aangeboden. In het slachthuis worden de dieren regulier gekeurd.

Edelherten en runderen

Ook heeft Staatsbosbeheer van het vlees van de edelherten via een steekproef de waarden laten meten. Voor edelhertvlees is geen officiële norm geformuleerd daarom is de norm die voor rundvlees is geformuleerd, gehanteerd. Alle geteste dieren blijven onder deze norm. Dit betekent dat alle edelherten aan de eisen voor voedselveiligheid voldoen en voor consumptie kunnen worden aangeboden. Overigens gaan niet alle geschoten edelherten naar de wildhandel. Een aantal dieren blijft in het gebied achter om als voedselbron te dienen voor andere dieren. Het vlees van de runderen mag door wet- en regelgeving niet voor consumptie worden aangeboden. Ook niet voor consumptie door dieren, bijvoorbeeld in een dierentuin.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog