www.boswachtersblog.nl/ Overijssel

Natuurjeugd maakt zelf kaas

7 maart 2018 Boswachter Johan Dammers in Overijssel
Bid en Werk

In de Veldschuur "Bid en Werk" in Rouveen was het de afgelopen drie woensdagmiddagen een gezellige drukte.
Ik was met de kinderen van de JeugdNatuurClub De Wieden aan het kaas maken. De Veldschuur biedt de mogelijkheid om op ambachtelijke wijze zelf een kaasje te maken. Vooral voor kinderen is dit een leuke uitdaging.

Onder leiding van gepensioneerde kaasmakers van kaasfabriek CZ in Rouveen en de vrijwilligers van de Veldschuur ging de JeugdNatuurClub aan de slag. Natuurlijk maakte ik er zelf ook eentje.

We begonnen elk met een teiltje met 2 ½ liter verse melk. Daaraan werden een beetje zuursel en stremsel toegevoegd.
Na een half uur wachten was de melk helemaal stijf geworden; net pudding. Tijdens dit half uur keken we naar een PowerPointpresentatie, waarin hoofdkaasmaker Gerrit Bolks uitleg gaf over de melkproductie, de vier magen en de uier van de koe. En natuurlijk ook theorie over het maken van kaas. Zo heb je voor het maken van 1 kg kaas 10 liter melk nodig. Wij hadden 2 ½ liter gekregen. De kinderen berekenden uit het hoofd dat wij dus 250 gram kaas per persoon gingen maken.

afgedekt
Een half uur wachten bij de afgedekte teiltjes

Wrongel en wei

Na de presentatie moesten we de opgestijfde melk, die toen “wrongel” heette, gedurende 10 minuten in stukjes snijden met een broodmes. De stukjes wrongel dreven in een vloeistof die “wei” werd genoemd.
De wrongel en de wei werden met een zeef van elkaar gescheiden. Wei wordt niet voor het maken van kaas gebruikt. Dit wordt onder andere gebruikt voor de productie van de frisdrank Rivella.
We stopten de wrongel in een kaasvormpje. Alle vormpjes werden onder een pers geplaatst die de wrongel flink aandrukte.
Na 10 minuten werden de vormpjes weer door de kaasmaakbegeleiders onder de pers vandaan gehaald. Met een klap op de tafel vielen de kaasjes uit de vormpjes.

rijpen
Het kaasje is klaar

Pekel en plastic

Het kaasje was nu klaar, maar je kon hem nog niet eten. Hij moest nog rijpen.
Maar eerst moest het kaasje nog 5 uur in een bakje met pekelwater voor een pittige smaak. Het bakje met het kaasje in de pekel kregen we mee naar huis, samen met een klein busje met vloeibaar plastic en een houten plankje.
Thuis moesten we het kaasje op het plankje bewaren op een donker en droog plekje. Honden, katten en muizen moeten er natuurlijk niet bij kunnen komen. Een kaasje voelt zich het prettigst bij een temperatuur van 15 graden. Iedere dag moet het kaasje worden omgekeerd en moet de bovenkant worden ingesmeerd met het plastic. Dit kan met een doekje of gewoon met een vinger. Als het kaasje oranje wordt zit er genoeg plastic omheen.

Kaaskusje

Mijn kaasje staat thuis in de voorraadkast. Geduld is een schone zaak, want jonge kaas moet 6 weken rijpen, belegen kaas een half jaar en oude kaas zelfs wel een jaar. Iedereen kreeg een kaasmakersdiploma getekend door hoofdkaasmaker Gerrit. Volgens hem gaat het kaasje lekkerder smaken als je het iedere avond een kusje geeft.
Dat doe ik getrouw en nu maar afwachten of het zo is.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog