www.boswachtersblog.nl/ Texel

Vruchten in het duin

2 oktober 2017 Boswachter Dick Schermer in Texel

Wat is het een mooi gezicht in het begin van de herfst, al die struiken in de duinen die vol hangen met vruchten. Zo zijn door de storm van 13 september de meeste bladeren van de meidoorn verdwenen waardoor de kleine rode appelvormige vruchten extra opvallen. Ook andere vruchten zijn er te vinden, zoals de helderrode bessen van kamperfoelie, de oranje van de lijsterbes en de zwarte van vlier en vogelkers. Soms zie je ook opeens appels aan een boom die gegroeid is uit een in het verleden weggegooid klokhuis. Deze vruchten worden veel gegeten door trekvogels en geven ze de nodige energie. Ook wij snoepen van sommige duinvruchten zoals bramen en duindoorns.

 Energie voor de vogeltrek

Opvallend zijn de duinhellingen met duindoorns vol helderoranje bessen. Duindoorns zijn vooral in de buitenduinen te vinden, zoals langs de groene route van de Slufter en vanaf de Buitenmuy tot en met paal 17. Deze struiken liggen dan ook op de trekroute van veel vogels. Daar zijn grote zwermen spreeuwen te zien die luid kwetterend de zure duindoornbessen verorberen. Andere soorten zijn stiller zoals zanglijsters, koperwieken en merels en werken veel vruchten weg. Als de zaadjes door de maag van de vogel zijn gegaan, worden de zaden uitgepoept. Op een andere plek en vaak in de buitenduinen kan daar dan een struik groeien.

Grappig is te zien dat de besdragende duindoorns bij elkaar groeien en dat op andere plekken aan de struiken geen bes te zien is. De geslachten zijn gescheiden; er zijn mannelijke en vrouwelijke struiken. De planten zijn met elkaar verbonden door ondergrondse wortelstokken waardoor een groep struiken in feite maar één individu is. In het voorjaar zijn de vrouwelijke bloemen heel klein en bestaan enkel uit een stempel met vruchtbeginsel en een omhulsel. Na bestuiving door de wind ontstaat in het vruchtbeginsel een nootje en zwelt het omhulsel om het nootje heen tot een sappige vrucht. In september kleuren ze  oranje door het  gevormde caroteen (de worteltjeskleur)  en zijn  dan rijp. Tijdens excursies van Staatsbosbeheer wordt in deze tijd ook altijd een besje geproefd om eens te proberen; het is heel gezond, boordevol vitamine C  maar vooral heel zuur…

Cranberry’s op Texel

In een paar valleitjes komt lepeltjesheide of grote veenbes voor. De grote bessen van dit onopvallende plantje zijn de cranberry’s. Deze plant komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en werd voor het eerst op Terschelling gemeld. Het verhaal gaat dat in de 19e eeuw een jutter een ton op het strand vond afkomstig van een schipbreuk die hij de duinen inrolde en daar ontdekte dat de inhoud bestond uit halfvergane cranberry’s  die daarna spontaan zijn ontkiemd. In 1918 zijn op Texel in de duinen ten noorden van De Koog  Terschellinger cranberry’s  uitgeplant in een vochtige duinvallei en die staan daar nog steeds. De planten lijken zich uit te breiden mogelijk door de aanwezige Galloway runderen die de bessen met de ontlasting lijken te verspreiden. Vogels eten de bessen niet en zo kan het  gebeuren dat je zelfs in april nog oude bessen aan de plant vindt.

 

reageren

geef een reactie

  • vjtreijs@ziggo.nl
    2 oktober 2017 om 16:13

    heer schermer bent u familie van de schermer die vroeger of misschien nog in de julianalaan woon de ?
    weer bedankt voor het interessante artikel
    vjtm reijs

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog