www.boswachtersblog.nl/ Zuid-Holland

Kunstige creaties met poëtische namen

14 augustus 2013 staatsbosbeheerzuidholland in Zuid-Holland
Dagpauwoog
Dagpauwoog

Door boswachter Jenny van Leeuwen

Ieder jaar weer een moment om naar uit te kijken… het vlinderseizoen. De rest van het jaar kijk ik het liefst naar vogels, maar in de zomer –als de vogels verstopt zitten in het dikke bladerdek- zijn vlinders een waardig alternatief.

Goed vlinderjaar
Het vlinderseizoen begon wat aarzelend dit voorjaar. Maar juist het koele, natte voorjaar legde een prima basis voor vlinders, want de rupsen konden zich volvreten aan het vele beschikbare groen in de voorzomer. De hete zomer zorgde ervoor dat het in Spanje en Frankrijk droog werd, dus een deel van die vlinders ging op pad naar ons. Dat leidt er nu toe dat we overal massa’s vlinders zien. Alle kleuren komen aan je voorbij. De dagpauwoog is mijn persoonlijke favoriet, maar heb je wel eens de subtiele tekeningen van een gamma-uil gezien? Ook dan ben je meteen verkocht.

Fascinerende levenswijze
Niet alleen de kleuren zijn fascinerend. Vlinders hebben een boeiende levenswijze. Denk bijvoorbeeld alleen al een de metamorfose die ze ondergaan van rups naar vlinder. Wat minder mensen weten is dat de manier van overwinteren per soort heel anders kan zijn. Er zijn vlinders die weer naar het zuiden wegtrekken, de zogenaamde trekvlinders. Dit zijn de Atalanta, distelvlinder en het gamma-uiltje. Maar de meeste soorten vlinders blijven hier overwinteren. Ze kunnen overwinteren als ei, rups, pop en als volwassen vlinder.

rupsendagpauwoog_klein
Rupsen van dagpauwoog op onderkant brandnetelblad

Ei-overwinteraars moeten in het voorjaar nog rups worden, groeien en verpoppen. Deze vlinders vliegen dus laat in de zomer. Een voorbeeld is het zwartsprietdikkopje. Andere soorten overwinteren als rups. Enkele daarvan kunnen op zachte, winterse dagen gewoon dooreten. Zo is op zulke dagen de rups van het bruin zandoogje actief op graslanden. Een aantal soorten overwintert als pop. Dit zijn bijvoorbeeld het klein koolwitje, het oranjetipje en het boomblauwtje.
De dagpauwoog, gehakkelde aurelia, kleine vos en citroenvlinder overwinteren als volwassen vlinder. Deze worden nogal eens gevonden in schuren, kruipruimtes of tussen dorre bladeren. Deze vlinders kun je dan gewoon met rust laten. Ze zijn niet dood, maar verstard. De lichaamsvloeistof verandert dan in een soort antivries, zodat de vlinders tegen vorst kunnen.

Brandnetel en distel juist geliefd
Op luwe, zonnige plekken met veel ruigte, kruiden en onkruiden komen vlinders veel voor. Distels en brandnetels hebben bij mensen dan misschien een slecht imago, ze zijn populair bij vlinders. De brandnetel bijvoorbeeld is zowel een waardplant voor de rupsen als een plant waar vlinders de nectar van drinken. Ook distels zijn erg populair voor vlinders als voedselbron.

vrijwilligerAdri_klein
Vrijwillige vlinderteller Adri Remeeus telde onlangs in de Duivenvoordse- Veenzijdse Polder een gigantisch aantal van 697 kleine vossen op een kleine oppervlakte waar veel distels te vinden zijn.

Poëtische namen
En als je je dan voldoende hebt verwonderd over de kleuren, leefwijze en verstopplekken, dan kun je daarna nog mijmeren over hoe ze aan die prachtige namen zijn gekomen. Want zeg nou zelf: kleine vos, dagpauwoog, gehakkelde aurelia, bruin zandoogje… hier was ooit een dichter aan het werk. Een dichter die van vlinders hield…

Vrijwilliger Adri Remeeus voegt daaraan toe: “Helemaal eens dat vlinders bij ons vaak prachtige namen hebben, maar soms verbleken die toch bij de Engelse namen. Wat dacht je van Camberwell Beauty (Rouwmantel) of Painted Lady (Distelvlinder)?”

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog