www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #12 Zo Hollands; het Purmerbos

29 maart 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Met meer vooroordelen dan kennis vertrok ik naar het Purmerbos. Mijn reisgenoot is Livina Tummers, adviseur gebiedsontwikkeling bij Staatsbosbeheer en zij wist al dat de locatie veel mensen verrast. Maar wat nog belangrijker is: de mensen voor wie het gerealiseerd werd, de inwoners van Purmerend, komen er vaak en met plezier. Het wordt even intensief gebruikt als het Amsterdamse Bos en ontvangt een miljoen bezoekers per jaar. De geschiedenis van het Purmerbos, aangelegd tussen 1987 en 1990, laat goed zien hoe verschillende opvattingen binnen de ruimtelijke ordening voortdurend bepalen hoe dit gebied transformeert.

Goed om te weten: Het Purmerbos ligt in het voormalige meer dat de Purmer heette en dat in 1622 droogviel. Ik pak de geschiedenis op een heel ander moment op, maar voor de belevenis ter plekke is het heel belangrijk; dat je eerst een ringvaart overgaat en dan twee meter afdaalt, de droogmakerij in. De zeventiende eeuw is hier nooit ver weg. Dat komt omdat het patroon van de oorspronkelijke rationele verkaveling is gehandhaafd -dat wil zeggen dat er een stramien ligt dat bestaat uit elke negentig meter een sloot van negenhonderd meter lengte.In de tweede helft van de twintigste eeuw, met de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog en de enorme behoefte aan huizen, veranderde Purmerend drastisch van aanzien. In 1958 werd in een belangrijk rapport, getiteld De ontwikkeling van het Westen des Lands, al geconstateerd dat er een enorme druk op de ruimte is en dat die nog zal toenemen. Het klinkt heel actueel, maar dit citaat uit het rapport is dus bijna 65 jaar oud: ‘De uitbreiding van de steden heeft al grote offers gevraagd aan produktiegrond, recreatieruimte en landschapsschoon. Elke verdere uitbreiding gaat weer ten koste van agrarische of recreatieve waarde, veelal van beide.’

Het rapport, dat zelf geen rechtskracht bezat, werd wel heel invloedrijk. Heel veel later beleid, vervat in nota’s, is terug te voeren op principes uit dat document. Essentieel is dat de rijksoverheid cityvorming op een schaal van London of Parijs wilde voorkomen. Zij wees daarom overloopgebieden aan in de buurt van de grote steden. Die werden groeikernen genoemd en Purmerend, dicht bij Amsterdam, was er zo een. Tot ongeveer midden jaren tachtig kocht de gemeente Purmerend grote hoeveelheden grond aan met de bedoeling er huizen op te bouwen. Maar inmiddels bleek het groeikernenbeleid, een feitelijk succes op de nieuwe locaties, voor de grote steden slecht uit te pakken, vooral omdat de midden- en hoge inkomens wegtrokken. Ook was het forensenverkeer een probleem geworden. Het groeikernenbeleid kwam tot een halt en de gemeente had aanvankelijk geen nieuwe bestemming voor de verworven grond.
In 1985 verscheen de Nota Ruimtelijk Kader Randstadgroenstructuur (waarvan de uitgangspunten ook op het rapport uit 1958 zijn terug te voeren). Doel van de nota was: ‘De landelijke gebieden veilig te stellen, de recreatiemogelijkheden uit te breiden en tegenwicht te bieden aan voortgaande verstedelijking. Deze doelstellingen zijn gecombineerd met het vergroten van het bosareaal in Nederland.’ De gemeente had de nieuwe bestemming gevonden voor al die grond: een randstadgroenstructuurbos.

Het Purmerbos is dus bedacht. En van meet af aan werd daarbij met heel veel rekening gehouden. Zo is zonering toegepast, dat wil zeggen dat je ervoor zorgt dat de verschillende gebruikersgroepen (wandelaars, fietsers, joggers of hardlopers, hondenuitlaters, paardrijders) elkaar niet in de weg zitten. Het noordelijk deel van het bos was altijd al bedoeld voor intensiever gebruik, het zuidelijk deel heeft veel minder paden en er is meer ruimte voor natuurlijke ontwikkelingen. Hier ligt ook een ontoegankelijk moeras waar je wel fraai een blik in kunt werpen van over het water.
Het kan geen bezoeker ontgaan: er staan heel veel populieren in het Purmerbos. Soms vormen die bijna rechte blokken (want allemaal van dezelfde leeftijd en in een strak verband geplant), maar veel vaker nog lijkt zo’n bosvak grotendeels ingestort: bomen zijn op verschillende hoogtes afgeknapt en sommige zijn zelfs compleet ontworteld, waarbij je aan de kluit goed kunt zien in wat voor een soort bodem ze stonden: grijze zeeklei. In het beheer ligt nu de focus op een betere menging van soorten in het bos (met bijvoorbeeld esdoorn, eik, beuk, haagbeuk, zoete kers, linde) en op de ontwikkeling van een goede struiklaag. Het Purmerbos heeft een zeer geïsoleerde ligging ten opzichte van oudere bossen, dus het zal lang duren alvorens bosplanten hun weg vinden naar de droogmakerij.

Livina maakt duidelijk hoe hier op politiek-bestuurlijk gebied sprake is van hoge dynamiek. Er is immers een zeer groot woningtekort dat hoe je het ook oplost niet zomaar ten koste mag gaan van andere waarden. De gemeente laat in de Oostflank (het gebied ten oosten en ten zuiden van de stad, waarin ook het Purmerbos ligt) op een voormalig golfterrein vijfduizend huizen bouwen. Dat zal vast ook wel iemand pijn doen, maar het was minder controversieel dan waar Staatsbosbeheer mee kwam. Dat was contra-intuïtief maar had veel goeds op kunnen leveren: je bouwt op zorgvuldig uitgekozen locaties in het Purmerbos, én compenseert die ‘verloren’ stukken door meer groen (en eventueel blauw, wat voor water staat) te realiseren op de golfbaanlocatie. Per saldo win je dan zestig hectare bos (of andere natuur). De nieuwe gemeenteraad veegde het plan vorig jaar van tafel. Her en der hangen nog de banieren van bezorgde burgers: Behoud het Purmerbos.

Nu zou ik het ook allemaal niet zo goed weten hoe het moet met het woningtekort. Maar ik zie wel iets heel anders. Hoe je vanaf de rand van het bos de zeventiende eeuw inkijkt. Het contrast van de beslotenheid van het bos met het open polderlandschap beneemt je de adem. Mag dit zo blijven? En het wordt nog beter, wanneer Livina mij de zuidkant van het bos laat zien, waar het moeras zich tot aan de ringvaart lijkt uit te strekken. Her en der piept een kop van een stolpboerderij erbovenuit. En dat alles onder een verbijsterend mooie Hollandse lucht.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog