www.boswachtersblog.nl/ Rivierengebied

Bevers in de winter

25 januari 2017 Boswachter Erik de Bruijn in Rivierengebied

Mijn beeld van het leven van een bever was altijd erg idyllisch. Een frisse duik in het heldere water. Lekker in het zonnetje langs de waterkant opdrogen en tot in de late uurtjes aan bomen knagen. Verder wat met takken slepen en burchten bouwen. Op het knagen aan bomen na, waren dit mijn favoriete bezigheden in mijn jeugd.
Maar hoe komt die bever nou de winter door?

Winter
Zwemmen lijkt mij nu geen pretje en opdrogen in het zonnetje al helemaal niet. Ook het voedselaanbod is minder dan in de zomer. De kruidachtige planten en verse boombladeren zijn verdwenen en alleen de bast van houtige gewassen, zoals struiken en bomen, blijft over. In echt winterse periodes, wanneer het water om de burcht volledig bevroren is, blijft de bever noodgedwongen een periode in zijn hol.

Wintervooraad
Bevers houden geen winterslaap en hebben in deze periode wel voedsel nodig. Daarom begint de bever in de herfst met het aanleggen van een wintervoorraad. Ze slepen de zijtakken van omgeknaagde bomen naar hun burcht en bewaren de takken en twijgen onderwater om daar s’ winters, als ze de burcht niet uit kunnen, het blad en de bast van op te kunnen eten. Het koude water gebruiken ze als koelkast om hun eten vers te houden. Kunnen ze de burcht wel uit dan doen ze zich te goed aan bast van houtige gewassen in de omgeving van de burcht en eten ze ook wortelstokken van bijvoorbeeld waterlelie.

Beverburcht

Zwemmen
Het zwemmen in de winter is voor de bever letterlijk een koud kunstje. Voordat ze een duik nemen warmen ze zich eerst goed op in de burcht. Hun lichaamstemperatuur kan dan wel 1 a 2 graden stijgen. In het ijskoude water kunnen ze 3 tot 4 graden afkoelen. Ze zwemmen in de kou vaak maar 15 tot 25 minuten en jonge dieren 5 tot 15 minuten. Daarna snel weer opwarmen in de burcht. Vaak daalt het waterpijl in de winter waardoor er ruimte ontstaat tussen het ijs en de waterspiegel. Dit biedt de bever de ruimte om in de winter onder het ijs te zwemmen. Ze blijven de gehele vorstperiode onder het ijs van hun woongebied. Is deze ruimte er niet dan zullen ze noodgedwongen in hun burcht moeten verblijven.

Vacht
Hun staart speelt in de winter een belangrijke rol. Naast de stuurfunctie tijdens het zwemmen, de steun functie bij het knagen aan hoge takken en de alarmfunctie bij gevaar (met een harde klap op het water waarschuwt hij zijn familie), dient de staart ook als opslag voor vetreserves om de winter door te komen. Het vetgehalte in het weefsel van de staart kan van 10% in de zomer tot wel 50% in de winter toenemen en wordt verbrand in mindere tijden.

De glijbaan naar het water

Paren
Gelukkig gebeuren er in deze donkere en koude dagen ook mooie dingen. De maanden januari, februari en maart is de periode dat de bever paart. De bever is monogaam en een beverpaartje blijft hun hele leven bij elkaar. De winter is ten einde en in het late voorjaar, vijftien weken na de paring, worden een tot vijf volledig behaarde jongen geboren deze jongen kunnen na enkele dagen al zwemmen en worden twee maanden gezoogd. Na twee a drie jaar zullen de jongen de burcht verlaten en op zoek gaan naar een plek om een eigen familiegroep te stichten.

Conclusie
Kortom de bever is goed opgewassen om strenge winters te overleven. Al denk ik dat hij net als wij volop zal genieten van de eerste warme stralen voorjaarszon aan de waterkant.

Erik de Bruijn
Boswachter Staatsbosbeheer

reageren

geef een reactie

  • Erik de Bruijn
    15 februari 2017 om 08:50

    Hallo Nes,
    De bever doet het goed in Nederland. Ik durf zo geen aantallen te noemen maar bevers komen tegenwoordig weer voor langs alle grote rivieren in Nederland. Vooral in de uiterwaarden waar ruimte is voor natuur (procesnatuur) en de natuur zijn gang kan gaan zonder al te veel ingrijpen van de mens, voelt hij zich thuis. Groeten, Erik

  • Nes
    13 februari 2017 om 08:48

    Leuk geschreven informatief stuk! Nu weet ik niets van bevers behalve dat ze in Nederland bijna niet meer voor kwamen en dat het nu langzaam weer wat beter gaat met de beverpopulatie. Tijdens een wandeling langs de maas was ik dan ook blij verrast verse bever sporen te zien. Mijn vraag is Hoe staat het met populatie en is het bekend hoe de verspreiding is? Groet Nes

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog