www.boswachtersblog.nl/ Texel

Seizoen 1930: kamperen in de boschwachterij Texel

14 februari 2014 Boswachter Erik van der Spek in Texel
Noordelijk deel van camping Kogerstrand in de periode 1962/64
Noordelijk deel van camping Kogerstrand in de periode 1962/64

Nadat de eerste kampeerder een vergunning vroeg waarover de landelijke directeur moest beslissen, is het kamperen op Texel al snel georganiseerd op kampeer- terreinen. Op het kampeerterrein in de duinen bij De Koog (tegenwoordig ‘Kogerstrand’) werd vermoede- lijk sinds 1926 georganiseerd gekampeerd; later volg- den meer terreinen. Op 23 juli 1954 zijn de terreinen op dringend verzoek van de gemeente Texel verkocht aan de gemeente voor f 500,-. In 1963 begon Staats- bosbeheer opnieuw een kampeerterrein op Texel: het Woutershok, dat we in 1983 weer moesten verkopen. Uit de jaren ‘30 zijn zeven jaarverslagen bewaard ge- bleven. Hieronder een verslag van het kamperen in de boschwachterij Texel, gedurende het seizoen van 1930.

Toenemend gebruik
Ook dit jaar is het terrein achter ’t dorp De Koog, tusschen de strandkilometerpalen 19 en 21 wederom als kampeerterrein in gebruik genomen. De staatschuur (de werkschuur die nabij het voetbalveld stond) aan De Koog is ook dit jaar wederom tijdelijk aan de Vrijzinnige Christelijke Studentenbond verhuurd. In ’t geheel zijn dit jaar 179 kampeervergunningen uitgereikt, waarvoor een bedrag is
ontvangen van f 672,35. Het aantal personen dat dit jaar heeft gekampeerd bedroeg 747. Hiervan waren 578 mannelijke en 169 vrouwelijke personen. Deze cijfers waren in 1929 resp. f 479,20 – 502 – 355 en 147. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat het aantal kampeerders aanmerkelijk hoger is dan vorig jaar.

Noordelj camping Kogerstrand in 2013
Noordelj camping Kogerstrand in 2013

Orde en zindelijkheid
Moeilijkheden of wanordelijkheden hebben zich ook dit jaar nagenoeg niet voorgedaan. Eenmaal moest een tent in beslag worden genomen, omdat de eigenaar niet te vinden was. Zoodra de tent opgeborgen was, kwam de eigenaar opdagen en bleek dit iemand te zijn, die bij kennissen logeerde en af en toe bij gunstig weer maar eens een dag ging kamperen en dan overigens de tent aan zijn lot overliet. Een andere maal had een Belg z’n tent zonder ver- gunning opgeslagen en wilde niet betalen aangezien dit in België, volgens hem, geen gewoonte was. Ook deze tent heb ik in beslag genomen, waarop betaling onder protest volgde. De controle was dit jaar lastiger omdat er geen labels waren uitgereikt, zoals in 1929, waarop het nummer en tijdvak waarvoor de vergunning geldig was stond aan- gegeven. Daar deze labels op een duidelijk zichtbare plaats
buiten de tent bevestigd moeten worden kan men dadelijk als men in de omgeving van de tent komt zien of de bewoners een vergunning hebben en of het tijdvak waarvoor betaald is ook verstreken is. Dit laatste is nog wel eens nodig, omdat men graag een vergunning neemt voor vijf dagen en dan een week of langer tracht te blijven. Wederinvoering van dit controlemiddel is dan ook zeer aan te bevelen. Nu het aantal kampeerders gaandeweg toeneemt zou het wel aanbeveling verdienen om enkele eenvoudige latrines (b.v. een viertal) op verspreid liggende plaatsen en op een verscholen plekje in het duin op te stellen. Dit laatste zou ongetwijfeld de goede orde en zindelijkheid zeer in de hand werken. Over het geheel genomen kan men over de gang van zaken en het resultaat wederom zeer goed tevreden zijn.

De Boschwachter A. Epe en boswachter Erik van der Spek

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog